25 Juni, Ponte Olveiroa – Cée 23 km
Ondanks de toezegging voor koffie ’s morgens is het restaurantje gesloten en uitgestorven, er zit niets anders op de 2 km naar Olveiroa te pakken. De ochtendmist over de velden is net aan het optrekken. Het belooft een schitterende dag te worden!
Ochtendmist trekt op
De paar kilometer zijn snel afgelegd waarbij aan de rechterzijde een Refugio opduikt, die toepasselijk Albuerge Hórreo heet. Pelgrims zijn volop bezig op weg te gaan, hierdoor ontstaat ruimte om op het terrasje Café met een bocadillo te nemen.
Albuerge Hórreo in Olveiroa
Bekende pelgrims zijn aanwezig zoals Dietmar, Birgit en Claudia. Birgit de tandtechniker loopt de 3e dag en wordt nu al geplaagd door verschrikkelijk pijnlijke voeten. Dietmar ontfermt zich over haar en plakt alles zo goed mogelijk af.
Dietmar plakt hakken af
Birgit heeft maar enkele dagen en wil binnen 3 dagen in Fisterra zijn om op tijd het vliegtuig te halen. Ze zal het schema toch bij moeten stellen.
Ponte Olveiroa – Cée 23 km
Olveiroa is een mooi voorbeeld van een oorspronkelijk behouden Galicisch dorp, natuurlijk gedomineerd door Hórreos.
Door Olveiroa
Dwars door het dorp gaat het naar de Carretera waar al gauw rechts afgeslagen wordt de Monte do Sino op, die vol staat met windmolens.
Monte do Sino
Voor de berg gaat het linksaf een werkelijk prachtige hoge weg op met onvergetelijke uitzichten naar beneden op het stuwmeer; Embalse de Castrelo-Olveiroa. Door de weelderig begroeide natuur, met zelfs groene rotsen die wijzen op de aanwezigheid van kopererts, loopt de route parallel aan het meer waar de Río Xallas voor de zoveelste maal opgestuwd wordt.
Embalse de Castrelo-Olveiroa
Deze omgeving is berucht om zijn vele regenbuien en dichte mist. Wat een mazzel dit onder deze heerlijke omstandigheden te mogen doen. Dietmar komt oplopen en gezamenlijk trekken we verder waarbij allerlei ontboezemingen volgen over zijn liefde voor een jongere vrouw, die volgens hem onbereikbaar is.
Langs berghellingen
Een zijriviertje van de Xallas is de Río Hospital waarvan het dal via een keurig geplaveid Pelgrimspad met brug overgestoken wordt.
Río Hospital
Over meer beboste wegen gaat het naar Hospital de Logoso, waarvan de naam duidt op het oorspronkelijke Hospital, dat in de 12e eeuw voor de pelgrims is opgericht. Aan de Carretera ligt een Café, voorlopig het laatste tot Cée dat 15 km verder ligt. Een mooie stop in het zonnetje moet daarom ingelast worden.
Een smal weggetje loopt naar boven waarbij verderop links een lelijk fabriekcomplex ligt. Het schijnt een hoogoven te zijn maar er is weinig leven te bekennen. Het is meteen het hoogste punt op ongeveer 400 m. Hier ligt aan de snelweg de kruising waar de keuze gemaakt kan worden; rechtdoor naar Muxía 22 km of linksaf naar Fisterra. Voor mij is dit Fisterra dat 29 km verder ligt.
Voor het hoogovencomplex
Kruising bij Hospital
Aan de linkerzijde is de in het landschap detonerende staalfabriek nog even te zien, waarna gelukkig rechtsaf geslagen wordt over een mooi steenslagpad de velden in.
Steenslagpad de velden in
Vanaf hier loopt de route langzaam naar beneden door open bossen onder een stralend blauwe hemel. Pelgrims zijn zeldzaam in deze uitgestorven wereld.
Open bossen
De heidevelden, bedekt met gaspeldoorn en andere struiken, zorgen in het golvende landschap voor prachtige vergezichten. Het pad komt uit op een kruispunt van wegen bij Buxantes, waar geheel in Galego traditie een prachtig kruis staat: Cruceiro Marco do Couto.
Cruceiro Marco do Couto
Een vast onderdeel van deze Galicische kruizen zijn twee afbeeldingen op het kruis. Aan de ene zijde Christus, aan de andere kant de kruisafname met Maria Doloroso. Vooral door de honderden jaren van verwering worden dit indrukwekkende beelden zo passend in dit oude landschap vol met tradities.
María Doloroso
Links in het dal ligt Buxantes waarlangs het pad rustig verder slingert door het open landschap. Het licht is opmerkelijk fel door de weerkaatsing op de nabij liggende Oceaan.
Buxantes in de verte
Wat een geluk deze uitzonderlijke dag te mogen mee maken! De nabijheid van de zee is als het ware te ruiken en zet er toe aan na elke helling de verte af te speuren. En ja hoor, op de volgende hoogte zijn onmiskenbaar de nog vage contouren van de zee te zien.
Onmiskenbaar de zee
In de verte ligt het schiereiland van Fisterra voor ons. Meteen hierna gaat de weg een dal in richting het kapelletje van Nosa Señora das Neves (Onze lieve Vrouw van de sneeuw). De Hermita ligt mooi verscholen in het dal tegen een Aroyo (droog stroompje) op een kruispunt van boswegen.
Ermita de Nosa Señora das Neves
Zelfs een enkele pelgrim is er te vinden die hier een perfecte picknick plaats vindt.
Het dal uit voert het pad over de volgende helling waarbij de Oceaan steeds dichter bij komt. De landbouwpercelen zijn verdwenen zodat woeste met struiken en veel bloemen begroeide terreinen over blijven.
Woeste gronden
Dit stuk neemt een goed uur met steeds uitzichten op de langzaam dichterbij komende zee. Het is één van de mooiste stukken van de route. De verste berg is het eindpunt van de wereld; Fisterra.
Heel in de verte; Fisterra
Aan de rechterzijde ligt een stukje van de route af “Capilla de San Pedro Mártir” met rustplek. De Oceaan voor mij trekt zo hard dat gewoon doorgelopen wordt. Rechts kan omgelopen worden naar het “Cruceiro de Armada”, dat als gedenkteken opgericht is voor één van de grootste debacles uit de Spaanse geschiedenis. Nu staan we boven de steile helling die afloopt naar het 300 m lager gelegen Cée.
De helling boven Cée
Dit is een echte helling die de nodige voorzichtigheid vraagt om, door de vele rolstenen met rugzak op, niet onderuit te gaan. De 2 km nemen een half uur, ook al om van de vele mooie uitzichten en bloemen te genieten.
☼ Silene uniflora of Collega Marina of lijmkruid
Behoort tot de anjerfamilie of Caryophyllaceae. Lijkt op de normale blaassilene maar met vollere witte bloemen. Groen blijvende plant welke langs de kliffen van Fisterra groeit op zanderige, rotsachtige en zelfs zoute bodem. Bloeit van juni tot september.
Aan de overzijde ligt Corcubión aan een Ría, voor velen het doel van deze dagetappe. De route van morgen moet over de tegenoverliggende bergrug naar Fisterra gaan.
Morgen over de tegenoverliggende bergrug
Corcubión aan een Ría
Beneden aan de helling begint de bebouwing met dichtbij een Herberg. Het eerste terrasje even verderop met uitzicht over zee trekt harder. Na dit behoorlijk inspannende maar prachtige traject is een rustpauze wel nodig.
Begin bebouwing.
Onderlangs de helling wordt Cée ingelopen. Een wat vreemde rommelige stad met de nodige industrie, waartussen wel wat aardige gebouwen en straatjes te ontdekken zijn.
Met enig zoeken wordt om 14:00 uur naast een gelijknamig Hotel de herberg O Camiño das Estrelas gevonden, waar een vriendelijk ontvangst wacht. Er staan 30 stapelbedden op de onderste verdieping waarvan er uiteindelijk maar 4 in gebruik worden genomen.
In het naastliggende nogal simpele hotel kan prima gezeten worden. Later arriveren Claudia en Dietmar ook. Birgit neemt de bus verder naar Fisterra om op tijd retour te kunnen. Gezamenlijk verkennen we de binnenstad met zijn terrasjes en prettige zon.
Haven bij Cée
Later op de avond zit ik met Dietmar, die 72 jaar is, in de zwoele avond buiten voor het naastliggende Hotel. Zoals vermeld heeft hij een boek geschreven over Santiago. Nu wil hij een roman schrijven. In zijn leven is Berbel, een 32 jarige vrouw, erg belangrijk. Ze heeft voor arts gestudeerd en werkt in Oostenrijk. Regelmatig is ze van de kaart omdat ze manisch depressief is. De roman gaat over de overgang naar een nieuw leven, waarbij de nu jongere man onbelemmerd zijn liefde kan betuigen aan de ongeveer even oude vrouw. Een mooi thema wat voor diepe gesprekken staat later ondersteund door enkele Paxarannetjes (lichte Pyreneeën likeurtjes). Het is tegen enen voor we het in de gaten hebben. De herberg is gesloten wat nu? De Camarero heeft een sleutel van de deur. Het blijkt bij het Hotel te horen zodat we gauw binnen zijn. De wereld is rozig na 79 km (466)!