4 Juni, Foncebadón – Molinaseca
19,5 km, 603 m hoogte


Ook hier worden we verrast met een lekker ontbijt. Hoewel alternatief sfeertje vol boeddha’s heerst er wel degelijk de echte pelgrimssfeer. Pelgrimeren is van alle volken en religies.

Plano 5

Foncebadón - Cacabelos

 

1 

Alternatief sfeertje

 

1

De honden van Foncebadón

 

Buiten worden we kwispelend uitgeleide gedaan door vriendelijke honden. In het boek van Shirley mcLaine worden de meest verschrikkelijke verhalen hier over verteld; onzin! Het kerkje wordt ook gerestaureerd en heeft een refugio die door Duitsers gedreven word. Hij was deze nacht weer vol.

 

1 

Het kerkje wordt gerestaureerd

 

1

Klein wereldje

Het dorp uit lopen we eerst een klein stukje naar beneden. Mistflarden trekken ineens over de bergen en herinnert ons eraan dat we hoog zitten. Door het speciale licht doet de terugblik op Foncebadón wat “Unheimisch” aan.

1 

Unheimische terugblik 

 

1

Aanloop naar Cruz de Hierro

 

De mist trekt al snel weg en we lopen in een fris zonnetje richting het Cruz de Hierro. De brem heeft plaats gemaakt voor bossen en veel hoogbloeiende heide. Het is behoorlijk nat geweest gezien de overspoelde weggetjes waar we langs moeten trekken.

Voor ons de Cruz de Hierro (ijzeren kruis), soms wordt het ook wel Cruz de Ferro genoemd. Het staat op een paal op het hoogste punt van de Camino Francès op 1517 m.

1

Cruz de Hierro

 

1

Montes de León

 

Het is traditie voor de Pelgrims een steentje van thuis mee te nemen en deze op de steenhoop onder het kruis te leggen. Deze steen symboliseert het verlost worden van een last. De hoop ligt vol met beschreven stenen en de achtergelaten lasten zijn oneindig.
Deze plaats is één van de vele markeringspunten van de CF. Het gebruik gaat terug tot voor de Romeinse tijd.

10 jaar geleden is de eikenhouten paal tot 2 x toe door onverlaten omgezaagd, zodat nu een sterker exemplaar is opgesteld. Er is ook een picknick plaats met kapelletje en normaal veel mensen. Nu het nog vroeg is zijn we bijna de enige.
Het is hier de grens met de Bierzo streek die we na de volgende en laatste berghelling met zendmast voor ons hebben liggen. Deze bergketen is een behoorlijke barrière naar het dal van Ponferrada waar het ook een 300 m lager is dan op de Meseta.

We lopen naar beneden en worden plotseling welkom geheten door geklepper van een bel. Het is het dorp Manjarin, compleet verlaten, totdat Tomás in begin ’90 er een soort refugio maakte in Tempeliers stijl.

1

Manjarín

 

1

Tomás de Tempelier?

 

Vervallen huisjes heeft hij een beetje opgeknapt en verder omringd met oude caravans, gammele schuurtjes en allerhande bouwsels. Hij wordt hierbij geholpen door wat randfiguren die zo toch ook een zinvolle besteding hebben. In zijn winkeltje verkoopt hij Pelgrimsspulletjes (Parafernalia). Hij heeft ook koffie waar we dankbaar gebruik van maken. Dit soort dingen doet hij Donativo.

Ik scharrel wat rond in zijn hut. Goeie help; en hier had ik nog wel willen slapen! Een ongelooflijke rotzooi en hoewel niet “fien op den tong” was me dat toch wel te gek. Een paar jaar geleden liep Tomás nog rond in een soort Tempelierspak maar dat ging waarschijnlijk toch wel wat te ver, dus bewaart hij het voor speciale gelegenheden.
De gemeente wilde enige jaren geleden zijn elektriciteit afsluiten. Dat resulteerde in protesten voor het gemeentehuis zodat ze hem maar laten gaan. Het zijn dit soort buitenissige ontmoetingen die de Camino zo leuk maken.

1 

De laatste berg met zendmast

 

1

De Bierzo ligt voor ons

 

Het laatste hellinkje om de zendmasten heen lijkt erger dan het is. Het is wel geweldig mooi met holle weggetjes, bloemen en vergezichten, totdat we ver de Bierzo in kunnen kijken.

1

Met Franzel en Enrico

 

1

 Heerlijk!

Als we onderweg picknicken met Franzel en Enrico heeft de laatste een blikje met een soort glasaaltjes. Loes vindt ze heerlijk, maar zijn het niet deze aaltjes die weggevist worden, waardoor de palingen bij ons zo langzamerhand zeldzaam zijn? Zelf heeft ze gedroogde visjes, die met een stokbroodje weer voldoende kracht geven.
Het gaat nu steeds maar steil naar beneden, waarbij bochten worden afgesneden tot we El Acebo inlopen op 1150 m hoogte.

1 

El Acebo 

 

1

Monument voor omgekomen fietser

10 jaar geleden liep hier nog een dubbele ossenspan door de straten, maar dat kom je nu steeds minder tegen. Het dorp uit staat het bekende monument voor een omgekomen fietser. De wegen dalen hier honderden meters steil en dat geeft risico’s, vooral met volle bepakking! Over de asfaltweg naar Riego de Ambrós, waarna mooiere oude muildierpaden gevolgd worden.

 1

Oude muildierpaden 

 

1

Eeuwenoude kastanjes

 

Dat loopt nog knap lastig over sterk geërodeerde paden en de ruiters die ons passeren moeten toch wel een goed ontwikkeld evenwichtsgevoel hebben.

Net voor Molinaseca (droge molen) zien we zowaar een paar wilde hoenders (Famous Grouts?). De Spanjaarden, net als de Fransen, schieten op alles wat beweegt, daarom is kleinwild zoals konijnen, hazen, patrijzen, fazanten enz. zeldzaam.

1

Famous Grouts? of Korhoenders 

 

1

Molinaseca

 

Over de Romeinse brug gaat het de Río Meruelo over. Beneden gaan we zitten op een terrasje waar het nogal lang duurt.
Loes wil dan ook nog uitgebreid eten, maar daar heb ik niet zoveel trek in, vooral omdat we hier een refugio willen zoeken, dus eten daarna. Uiteindelijk blijft Loes zitten en loop ik door totdat na de lange straat door het centrum (Sirga Peregrinal) aan de rechterkant een particuliere refugio ontdekt wordt.

1

Sirga Peregrinal 

 

 1 

Loes eet even apart

 

Daar bestel ik meteen 2 bedden, waarna de wasjes vlug zijn gedaan en op het terras lekker zitten is met Enrico en de anderen. Eindelijk komt 2 uur later Loes langs, waarna ze gauw binnen gehaald wordt en het vrij gehouden bed inneemt.

Gezamenlijk wordt hier later ook nog gegeten, terwijl vooral het terras met al de pelgrims gezellig is. Bovendien is het hier beneden op 603 m hoogte aanmerkelijk aangenamer dan in de bergen. Na 580 km is het goed slapen!

tab