’s Nachts hoor ik verderop wat geritsel waar Loes slaapt.
Zou ze de benen nemen? Zit er dik in. Ik draai me nog maar eens om, want alle wegen lopen ten slotte naar Santiago.
Inderdaad als het om 6:00 uur opstaan is blijkt haar bed leeg te zijn.
Rustig ga ik me aankleden, wassen, pakken, een yoghurtje met banaan eten en vertrekken. Het gaat eerst een paar kilometer langs de Carretera.
Calvor – Porto Marin
(Over alternatief 1)
Deze kun je volgen tot Sarria, maar een goed alternatief gaat rechtsaf door een onwaarschijnlijk mooi dal, dat maar 3 km verder is.
Door dit dal gaat het op en af in een praktisch verlaten wereld, maar wel goed voorzien van pijlen.
Pascais Manxar met Ossekar
Onverwachte dorpjes
De 8,5 km naar Calvor merk je bijna niet; zo verstild, ongerept en mooi is het hier. Ik kom zelfs weer een koppeltje korhoenders tegen. Dit is echt niet de afgetrapte CF! Daarbij is het ook nog heerlijk weer, totdat opeens de handy gaat. Het is Loes, die in Sarria zit. Haar sandalen hebben het begeven na de sop exercitie van gistermorgen en ze koopt nu nieuwe. We spreken af dat ze gewoon doorloopt, want ik loop haar wel op.
Een oeroude heilige
Ongerept landschap
In Calvor is de kruising met de Camino vanaf Triacastela, zodat het meteen drukker wordt. Naar Sarria is het nu nog een 5,5 km weinig opwindend op een pad langs de Carretera.
Sarria ligt op 453 m hoogte
De trappen van Sarria
Het lijkt vrij groot maar heeft toch maar 12.500 inwoners en is langs het diepe dal van de Río Sarria gelegen. Langs een hele serie trappen gaat het de andere kant weer omhoog tot een mooi pleintje opduikt met niet te weerstane terrasjes.
Hier wordt Café con Leche met tortilla en zelfs een caña genomen.
De Duitsers van gisterenavond zitten hier ook en vragen waar Loes is.
Tja, vrouwen zijn niet altijd even makkelijk, maar Loes belt geregeld en we zullen elkaar wel weer zien.
Het dal uit gaat het verder omhoog over een oud bruggetje. Met als grote tegenstelling een nieuwe prefab brug die verderop gebouwd wordt.
Oud bruggetje
Nieuwe hoge snelheidslijn
Dit wordt een viaduct voor de hoge snelheidslijn naar Santiago.
Er wordt net een reusachtige prefab ligger gemonteerd. En weer valt op wat voor een geweldige bouwers de Spanjaarden zijn! In het volgende dorpje staat een soort circusje bij elkaar, maar het blijkt de complete set te zijn van een film over de Camino die gemaakt word met eigen script, want op de Pelgrims letten ze niet.
Buiten het dorp gaat het door over een verzonken pad omzoomd met ingroene geknotte bomen. Dit is typisch voor Galicië. Het zijn de eikenbomen die bij elke boerderij staan. De uitlopers werden gebruikt als boerengerief hout voor paaltjes en staken (elke 9 jaar).
En de eikels werden geoogst als varkensvoer. Het is net als bij de knotwilgen in Nederland; tegenwoordig worden ze niet meer onderhouden.
Boerengerief hout
Steeds drassiger
De wegen zijn stokoud en stammen uit de Romeinse tijd; de Corredoiras. Ze zijn geplaveid met grote stenen en gebroken keien, of wat er van over is. Bovendien gaat het steeds over beekjes en stroompjes, waarbij stapstenen droge voeten mogelijk maken. Duidelijk is wel dat hier veel regen valt. Dit gedeelte is een prachtig wandelgebied met zachte heuvels, grazige weiden, bloemen, stenen muurtjes, boerderijen, dorpjes en steeds magnifieke vergezichten.
'
De oude sandalen
Kilometersteen 100 bij Brea!
In Rente is een bar met terras en restaurant waar ik bekende geluiden hoor; Loes. Al gauw zitten we bij te praten en de conclusie is dat we het verschil in tempo moeten respecteren. Hierdoor zullen we niet altijd dezelfde refugio halen, maar Santiago is het eindpunt en dat halen we gezamenlijk.
Loes heeft nieuwe sandalen en van de oude kan ze slecht afscheid nemen, maar dat moet toch. Ze worden in de tuin aan de boom gehangen.
Een paar kilometer verder zijn we bij km paal 100! Dat klopt niet helemaal meer want door allerlei aanpassingen moet je er zeker 7 km bij tellen, maar wat zegt dat op het totaal? In Sarria is de laatste plaats waar nog een Credential kan worden gekregen om de minimaal vereiste 100 km af te leggen voor een Compostela.
Een Corredoira
Soms dikke blubber
We lopen op met een wat vreemde Duitser uit Bremen; Mannfred.
Hij praat gemakkelijk en is ook wel vermakelijk. Over de Camino wil hij een boek schrijven.
Langs allerlei dorpjes gaat het over zo nu en dan behoorlijke blubberpaden. Bovendien is het deze laatste kilometers ook drukker geworden, omdat er nogal wat Pelgrims zijn die alleen het laatste stuk lopen.
Stapstenen
Refugio in Ferreiros
We komen in Ferreiros waar de aantrekkelijke bar Casa Cruzeiro ligt en we gaan zitten. Achter de bar blijkt de refugio te liggen, het is 16:30 uur en ik vind het voor vandaag wel mooi geweest. Portomarín is nog weer goed 9 km verder. Loes besluit door te lopen en zegt trots op me te zijn dat ik nu eens voor mezelf kies! We nemen afscheid tot morgen en ze gaat verder. In de kleine refugio maak ik het me naar de zin. De zon droogt het wasje vlug en in het zonnetje bij de bar is het goed zitten. Ferreiros betekent eigenlijk smederijen (Ferro).
Mannfred is ook gekomen en is prettig gezelschap met nog een paar Oostenrijkers en Duitse meisjes. Hij leent wel 10 Euro van me want de automaten waren er niet op tijd. Nu ja, een fles wijn extra na het Menu Peregrino kostte maar 2 Euro, dus dat viel nogal mee. Hoe krijgen ze het toch voor elkaar voor zo weinig geld een redelijk Menu met wijn te serveren? Of is de horeca in Nederland veel te duur? Komt het door de vele regeltjes of willen ze allemaal in 10 jaar tijd binnen zijn?
Onder mij ligt een Spaanse familie, die in Samos ook al waren en midden in de nacht luid knisperend gingen opbreken. Ik verzocht ze meteen dit vandaag maar eens niet te doen.
De hospitalera was al in dienst vanaf 1993 toen de refugio geopend werd. In Galicië krijg je tegenwoordig voor de 3 Euro dat het bed kost ook nog een papieren kussenovertrek en hoeslaken erbij. Wel hygiënisch! Na een gezellige avond is het goed slapen na 715 km!