’s Nachts hoor ik bekende geluiden naast me. Het geknisper van inpakken houd maar niet op. Als het 6:00 uur is blijkt Loes vertrokken te zijn. Nu ja, de weg naar Santiago ligt vast en is nog een 70 km, dus ze zal het vast wel vinden. Mannfred is wat chagrijnig want Loes had hem uit de slaap gehouden. Naar Palas de Rei is het nog een goeie kilometer verder.
Oude gebouwen
Mooie palmboom
Palas de Rei betekent zoveel als koningspaleis, maar niets duidt hierop. Het gaat langs het gemeentehuis met refugio, die gisteren vol zat, en de kerk naar beneden richting de N547.
Ponte Campaña - Ribadiso
Dit is de Carretera naar Santiago die we steeds kruisen, maar eigenlijk nooit hinderlijk is. We gaan wel steeds verder omlaag het grazige Galicië in over de Corredoiras, hier en daar nog bedekt met de oorspronkelijke Calzadas (bepleistering van grote stenen).
Corredoiras
Schilderachtige dorpjes
De dorpjes volgen elkaar in snel tempo op, waaronder Casanova, waarbij voldoende barretjes aanwezig zijn om te rusten. Het is wel een stuk drukker geworden met een niet aflatende stoet Pelgrims. Wel allemaal dezelfde richting op. Vroeger moet op zijn minst dezelfde stoet ook weer terug gelopen hebben.
Hórreos
Prettige Camino
☼ Hórreos
Dit zijn granieten langgerekte speciale bouwsels op poten. De boeren bewaarden hierin hun voorraden maïs, koren, uien en groente,
Het voordeel was dat deze producten goed drogen konden, want de wind had vrij spel, terwijl het ongedierte en vooral muizen er niet bij konden komen. Het onderstel is van graniet en de wanden zijn van graniet of hout met spleten voor de ventilatie. Het dak is van planken, leisteen of zelfs stro.
In het Noorden zitten op het dak scherpe stenen punten zodat de heksen er niet op kunnen landen. Aan de voorzijde staat een kruis aan de andere zijde een heidens symbool. De vormgeving van deze pittoreske gebouwtjes is typisch voor Galicië en veel van deze Hórreos zijn als monument bestempeld. De Galiciër vindt dit wel mooi, want zelfs bij nieuwe woningen wordt vaak een oude Hórreo, alleen voor de sier, opgericht.
Bij het dorpje Furelos wordt de oude brug overgestoken.
Oude brug bij Furelos
Taberna Farruco
Meteen hierna zit de Taberna Farruco, die compleet leeft van de massa’s pelgrims die hier elke dag passeren. Het waarschijnlijk gepensioneerde baasje heeft als specialiteit tortilla, die hij op een gasbrandertje vrij primitief maar lekker klaarmaakt. Hij laat eerst de aardappels met uien voorbakken, waarna de eieren er doorheen gemengd worden. Het eindresultaat is een 3 cm dikke tortilla, die goed gekruid prima is te eten met een stuk brood. De Oostenrijkers komen ook binnen en we lopen samen verder. Melide ligt meteen hierna en is met 8200 inwoners wat groter.
Kerkje in Melide
De beroemde Pulpo
Melide is in Spanje bekend om zijn Pulpo. Dat zijn in speciale grote koperen pannen gekookte inktvissen met paprika, uien, olijfolie en fijne kruiden. De tentakels worden met scharen in ringetjes geknipt; met een prettig droog wit wijntje erbij is het heerlijk! Voor veel Nederlanders ziet het er een beetje vreemd uit, maar dit moet iedereen proeven!
Met de Oostenrijkers loop ik verder. Het doel van de tocht is, als zo vaak, om weer ordening in het leven te krijgen. De vrouw van de één had hem onverwachts ingeruild voor een ander en met kind achtergelaten. Deze schok had hem zwaar aangegrepen en was hij nog aan het verwerken. Zijn vriend was uit solidariteit meegegaan. Ze maakten de indruk dat het werkte.
Stenen wasplaats
Stapstenen over Río Catasol
Melide uit gaat het langs het kerkhof en naar beneden over holle weggetjes, totdat de onvermijdelijke N547 weer wordt overgestoken. We komen langs een gerestaureerde wasplaats waar de vrouwen tot voor kort de wekelijkse was deden en hun sociale contacten onderhielden. Hard werk, de wasmachine heeft veel veranderd. Onderweg worden we ingehaald door losse Engelse koppeltjes, die er verdacht fris uitzien. Ze blijken een klein gedeelte van de Camino te lopen. De bus staat even verderop alweer klaar om ze naar hun gereserveerde hotelletje te brengen.
Steeds nieuwe dorpjes
Boente met bar
Gonzan - Boente
In Boente zijn we alweer behoorlijk opgeschoten en wordt de bar bezocht. De eerdere Noor met zoon besluit hier maar het hostalletje te nemen. Ik kom zelfs Mannfred tegen, die me de geleende 10 Euro teruggeeft!
Alleen ga ik verder. Intussen had Loes gebeld en die blijkt eigenlijk kort voor mij te zitten. In Arzua kunnen we weer samen zijn.
Veel Caldo
Eucalyptusbossen
Ik zet er de pas goed in. Overal in de tuintjes staat de speciale kool op lange stronken. Deze stronken kunnen soms jaren oud en meters hoog worden. Ze maken er de Caldo Gallego van (net als de Portugese Caldo Verde). Een gevulde koolsoep met aardappels, Choriso; goed stevig en lekker. Wat teveel aan koolbladeren is voeren ze aan de varkens. Ik heb wat zaadjes van deze kool meegenomen. Thuis komen ze goed op, totdat de vorst toeslaat; daar kunnen ze niet tegen.
Open landschap
Río Iso met refugio van Ribadiso
Over een viaduct op de in de rotsen uitgehouwen weg van de Carretera gaat het naar het dal van de Río Iso, waar aan de rechterzijde de gerenoveerde refugio in het oude Hospital de San Antón de Ponte zit in het dorp Ribadiso.
Ribadiso – Arco de Pino (Pedrouzo)
Dit ziet er geweldig uit, maar ik wil door naar Arzua.
Al gauw loop ik er binnen en bij de eerste refugio vragen ze of ik blijf slapen. Hebben jullie een zwarte vrouw gezien? Ja, 5 minuten geleden! Ik loop gauw door. Een eindje verder zit een Engelse, op dezelfde vraag antwoordt ze 10 minuten! Nog weer verder zit een Fransman die 3 minuten zegt. Langs de refugio van de Xunta en nog een paar anderen loopt de Camino het plaatsje weer uit. Dat is niet de bedoeling. Loes is nergens te vinden en neemt ook geen telefoon op. Ze wil dus zelf verder lopen; zo zei het. Terug ga ik naar de refugio van de Xunta en krijg net het laatste bed. Het is ook al half vijf.
Refugio in Arzua
Plein in Arzua
Hier lekker de noodzakelijke dingen doen zoals; stempel, wasjes en even bijkomen. In de refugio is een mooie binnentuin en behoorlijk gezellig. Als ik even later op het pleintje een biertje neem kom ik Johan de Nederlandse-Canadese professor tegen, waarna we hele bomen opzetten. Naderhand eten we Pulpo, want dat hebben ze schuin tegenover de Refugio ook.
Een wat wild uitziende Fransman zit bij ons. Hij heeft de Ruta del Norte gelopen, die hier op de CF aansluit. Deze is volgens hem lastiger door het vele hoogteverschil. Ik ben daar geinteresseerd in omdat in Augustus deze Ruta nog gepland staat. Terug op tijd in de refugio schrik ik me een hoedje.
De zaal ligt al vol slapende mensen en in de erker hebben Pelgrims matrassen van het bed neergelegd met het raam open. Door de trek slaat de deur met een rotklap dicht. Een Pelgrim vliegt omhoog en begint agressief tegen me te schelden. Ik pak hem direct aan; of hij soms een Blöde Oostenrijker is? Het was meteen over. Ik kruip het bovenbed in en val wat moeilijk hier in slaap op deze overvolle en onrustige zaal na 779 km!