27 April, Cuevas Bajas - Lucena, 26,1 km

Deze voortreffelijke Albuerge is zeker 10 Euro waard. De overnachtingen hier zijn donativo waarbij het de bedoeling is de bijdrage in een soort postbusje te doen. Mijn uitgangspunt hierbij is: een goede is 10 waard, als het een rommeltje en vooral zonder toiletpapier is daalt dit naar 5.

Na de sleutel in de brievenbus gegooid te hebben op pad. Helaas is op zondagmorgen alles gesloten maar het volgende dorp is 6 km verder.


Tramo 8

Cuevas Bajas – Encinas Reales 5,7 km


Hoogteprofiel


Het dal van de Río Genil zorgde ervoor dat sinds onheugelijke tijden de streek bewoond is. Cuevas Bajas betekent eigenlijk de Lage Grotten, waarvan er een stuk of 20 zijn. Altijd is de streek vrijheidslievend geweest wat in de na-Napoleontische tijd zorg voor vele bendes zoals “El Chato de Benameji”, die eigenlijk revolutionairen waren en tegen de Koninklijke macht en uitbuiting vochten. De bekendste werd “El Tempranillo”. Cuevas Bajas kreeg in deze tijd de flatteuze bijnaam “Cuevas de Ladrones” (Grotten van de boeven). Toen de Guardia Civil in 1844 was opgericht werd één van de eerste acties een vestiging in Cuevas Bajas, om de streek te pacificeren .

El Tempranillo

El Tempranillo

Jose María Hinojosa Cabacho “El Tempranillo” 1805 – 1833

Was de bekendste Bandolero (Bandiet) van Spanje met Robin Hood uitstraling in de tijd na de Napoleontische overheersing. Hij doodde met 13 jaar zijn eerste vijand die zijn moeder wilde pakken. Werd hierna bandiet, revolutionaire guerrilla vechter en vrijheidsstrijder. Van gefortuneerde reizigers werd 10% geëist om hun veilige doorgang te garanderen, waarbij met veel charme juwelen van de dames meteen meegenomen werden. Een prijs op zijn hoofd van 6000 Reales hielp niet terwijl hij de ongekroonde koning van de Sierra Morena genoemd werd. Nadat een pistool uit elkaar geklapt was had hij maar een hand en was bovendien een klein mannetje. In 1832 kreeg hij gratie van Koning Fernando VII en werd opperbevelhebber van 60 Bergjagers die voor de veiligheid moesten zorgen (Boeven vangen boeven, elf jaar voor de oprichting van de Guardia Civil in 1844).

Bij een confrontatie met een andere beruchte bandiet en vroegere compagnon “El Barberello” werd hij dodelijk gewond en stierf 28 jaar oud. Hij is eervol bijgezet in een gebeeldhouwde tombe in de naburige kerk van Alameda. El Tempranillo betekent de vroegrijpe, zoals de rode druif die het meest in Spanje geoogst wordt.

Het dal wordt beheerst door de Río Genil, de 2e rivier van Andalucía en rechtstreeks afkomstig van de Sierra Nevada.


Río Genil

 

Waar het dal begrensd wordt door steile kliffen klinkt luide muziek. Jongelui hebben hier hun eigen Spaanse variant van een drankkeet en verlaten na een doorgehaalde nacht dit onderkomen. Ze kijken behoorlijk wazig maar zijn niet lastig. Het is een pittig klimmetje de kliffen van de Cordel de los Espartales op via een kleine Carretera die naar Encima loopt, met nog een mooi uitzicht op Cauvas Bajas aan de andere zijde.


 

Cuevas Bajas van de andere zijde Cordel de los Espartales


Met het oversteken van de Río Genil zijn we van de provincie Málaga in Córdoba terechtgekomen. De weg loopt een stuk langs de bovenrand van de kliffen met diepe doorkijkjes het vruchtbare dal in.


Vruchtbaar dal

 



☼Wintertijm of Thymus hyemalis, behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae).

Dit type met zijn lange bloemen komt voor in Zuidwest Spanje aan de Middellandse zee.

Bloeit van februari tot mei. De plant zit vol etherische oliën zoals thymol en linalool.

Wordt volop in de Spaanse keuken gebruikt als specerij in rijst en in potten olijven, augurken en uitjes.

Daarnaast een beproefd middel als siroop tegen keel- en luchtwegen aandoeningen door zijn slijmoplossend vermogen.

 


De weg golft door een stukje woeste natuur met de bijbehorende flora. De eindeloze olijvenplantages zijn wel eens eentonig.

Encinas Reales lokt wel en dan vooral Restaurant Eros; eindelijk koffie met een broodje. Het is in de zon met een dun truitje aan goed uit te houden. ’s Ochtends is het nog steeds behoorlijk fris.


Encinas Reales

2400 inwoners

454 m hoogte

 

Het dorpje is behoorlijk uitgestorven op de nog vroege zondagmorgen maar heeft een nogal grote kerk, waar de route langs loopt. De kerk is uit 1814 en gebouwd door de plaatselijke Hertog de Medinaceli.


Iglesia de Nuestra Señora de la Expectacion


Het plaatsje behoorde bij Lucena en is pas in 1814 zelfstandig geworden. Encinas Reales betekent Koninklijke Eiken, een erenaam. De streek stond vroeger bekend om zijn eikenbomen, overigens allemaal weggehakt, waarschijnlijk noodzakelijk voor de scheepsbouw (Armada). Doña Isabel la Católica zou nog onder een dergelijke eik uitgerust hebben.

 

De goede weg vinden is aardig zoeken tot een zandpad naar een tunnel onder de autosnelweg voert.


Richting onderdoorgang Autosnelweg

Tramo 9



Encinas Reales – Lucena 20,4 km


Hoogteprofiel


Het is het oude pad naar Lucena waarover het 9e traject 20,4 km loopt. Een mooie route totaal door het binnenland met geen enkele uitspanning onderweg.


El Camino de Lucena


De route is op een enkele boer na volkomen verlaten maar heerlijk lopen. Hoewel; heerlijk? Na een paar kilometer loopt de weg via een voorde door een stroompje; de Río Anzur. Het water stroomt met een behoorlijke vaart over de betonnen voorde, wat voor de tractoren natuurlijk geen enkel probleem is.


Voorde in de Río Anzur


De stappaaltjes ernaast zijn half afgebroken en geen optie. Het water is wel niet zo diep, maar genoeg om goed natte voeten te krijgen. Uiteindelijk hups er zo doorheen. Inderdaad kletsnatte schoenen en voeten tot even onder de knieën. Een eindje verderop de sokken uitgetrokken en goed uitgewrongen. Dit helpt wel maar geeft toch een onprettig gevoel, dus de volgende keer de Teva’s aantrekken voor de overtocht.


Let op! Laat je niet verleiden om dit met blote voeten te doen. Ernstige blessures zijn mogelijk door scherpe voorwerpen onder water, bovendien kan het zo glad zijn dat je onderuit gaat en daar kun je met rugzak op maar beter niet aan denken!


Mazzel met dit mooie weer en betrekkelijk weinig regen de laatste weken. In de regenperiode kan dit een geweldig obstakel worden die je kan dwingen om de Carretera te volgen!


Dal van Río Anzur


Het dal met zijn ruigtes en steeds weer de rivier is prachtig. De zijkanten van het stroompje zijn versterkt met stenen wallen, terwijl op sommige plaatsen ruw betonnen afdekkingen zijn aangebracht. Op het beton ligt een donkere adder met zijn zigzag strepen die vlug in een gat verdwijnt als naderbij wordt gekomen.


Versterkte meanders


Langs de weg reusachtige schermbloemige planten die met hun fijne onderblad wel wat van venkel weg hebben, maar wel groot. Het geeft echt een zuidelijk gevoel.


Bladvenkel

 

☼Venkel, of Foeniculum Vulgare

Plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Kruidachtige aromatische plant met lichte anijssmaak. 2-jarig die in Spanje makkelijk 2 m hoog wordt. De gele bloemschermen komen hier al uit in april, in Nederland juli/augustus. Bij bladvenkel zoals op de foto ontbreekt de knol. De gehele plant is eetbaar vooral de verdikte knol aan de voet. Zaden worden al duizenden jaren gebruikt om hun geneeskrachtige werking. Vooral de olie uit de zaden is krachtig. Helpt tegen oog- en darmproblemen, menstruatiestoornissen en stimuleert borstvoeding. Als thee goed voor het slapen gaan.

Oorspronkelijk afkomstig uit Azië knolvariant wordt als 1-jarige gebruikt en voldoet prima op zandgronden (zoals in mijn tuin), waar het voor een smakelijke gewaardeerde groente zorgt. Venkel is een natuurlijk antivlooien middel en langs de route te vinden. Gevoelige Pelgrims hebben baat bij een gedroogd zakje in de slaapzak!


Het pad loopt enkele kilometers zacht omhoog tot een lux buiten nadert. De Molino de los Palmares, een ressort waar door de muren weinig van te zien is.


Molino de los Palmares


Een groepje mountainbikers zijn de eerste mensen sinds lange tijd. Ze vragen of het goed gaat wat gelukkig zo is. De route buigt scherp rechtsaf en loopt ruw begroeide hellingen op. Hoewel door het struikgewas toch te zien is dat het eigenlijk verwaarloosde olijvenplantages zijn. Het is een soort hoogteweg met uitzicht alle kanten op die door het landschap slingert slechts onderbroken door een enkele afslag naar een Finca. In de verte is een berg zichtbaar met erop het Sanctuario de María Santísima de Aracela. Dit is de beschermheilige van Lucena en het platteland van Andalusië.


Maria heiligdom links op de berg


Op de zandweg met zijn schitterende vergezichten is niets anders te beleven dan de natuur. Heerlijk door niets afgeleid. Geen enkele ontmoeting alleen stilte. De laatste tijd klinken steeds meer geluiden over het afglijden van de Camino Francès naar een toeristische route waar Pelgrims in de drukte verdrinken. Alleen al in 2014 werden bijna 50.000 mensen opgevangen in de Albuerge van Roncesvalles waar nog 2 weken als Hospitalero gewerkt is door mij. En natuurlijk komen ergerlijke voorbeelden van toeristen compleet met rolkoffers langs. In Santiago is de stoet al aangegroeid tot 250.000 per jaar nog afgezien van de “losse” toeristen. Toch moet je eenieder naar zijn eigen (vaak beperkte) mogelijkheden laten Pelgrimeren.


Voor de Spanjaarden is het een welkome bron van inkomsten in een landgedeelte waar anders niemand zou komen. Vooral in tijden van crisis, terwijl ze voor het weinige geld een perfecte infrastructuur hebben aan herbergen en alles wat maar te wensen is op de route. Voor Pelgrims die afknappen op de drukte op “el Classico” (CF) is de route door Andalucía het ultieme andere uiterste; je komt onderweg praktisch niemand tegen. De natuur is overweldigend, daar moet je genoeg aan hebben en bovendien tegen kunnen. Zelfs op deze eenzame route zijn meestal overnachtingplaatsen geregeld en zo niet is makkelijk iets anders gevonden. Tot jezelf komen doe je hier wel!


Bloemenrijkdom in het voorjaar


Bij een pauze onder een palmboom worden de nog steeds hinderlijk natte sokken uitgetrokken en te drogen gehangen. De volgende keer de voeten droog zien te houden.



Italiaanse Ossetong, of Anchusa azurea Foeniculum Vulgare uit de familie van de Boraginaceae. Middellandse zeeplant die goed in droge periodes overleeft doordat fijne beharing op het blad dauw bindt. Bloeit helderblauw de gehele zomer liefst op kalkrijke grond. De bloempjes worden gebruikt om salades op te sieren en zijn eetbaar. Thee van de plant getrokken is goed tegen darmklachten.


De kilometers trekken ongemerkt voorbij tot onder de autosnelweg door een industrieterrein bereikt wordt. Verschrikkelijk; enige jaren geleden in de hoogtijdagen modern aangelegd rest niets anders dan half afgebouwde skeletten, lege panden en half overwoekerde wegen. De enkele nog draaiende bedrijven zien er ook al niet florissant uit. En dan te bedenken dat Lucena het centrum van meubelproductie is. Alles ligt op zijn gat. Kilometers trieste verlatenheid met op de zondag niemand te zien.


Industrieterrein in het nieuwe gedeelte


Richting centrum wordt het nog erger omdat het oude gedeelte doorgestoken wordt. Met dit alles ziet de toekomst van Spanje er niet best uit!


Vele aardige kerkjes


De binnenstad is op de zondagmiddag levendig waar in een parkje tegenover het Castillo del Moral eindelijk het welverdiende pilsje gedronken wordt. Vanaf Encines was het 20 km taai doortrekken!


Lucena

42500 inwoners

485 m hoogte


De vraag is waar de Albuerge Municipal is, die er volgens het overzicht moet zijn. De vlotte ober weet het ook niet, maar aan de andere zijde in het Castillo del Moral ligt het toeristenbureau. De ontvangst is vriendelijk door een leuke Spaanse die zowaar wat Duits spreekt. Ze heeft een vriend in Düsseldorf en wil er heen. De gemeentelijke Herberg bestaat niet meer, maar ze heeft een goedkoop adres bij El Hostal Sara dichtbij.


El Castillo del Moral


Het Castillo uit de 11e eeuw is mooi behouden en buiten nationaal monument ook museum, waarbij vooral de Joodse oorsprong van de stad toegelicht wordt.


Lucena,la fábrica de eunicos

De stad is gesticht door Joden en heette Eli Ossana (Al Yussana voor de Muzelmannen), wat Lucena is geworden. Van de 9e tot 12e eeuw was het een geheel Joodse, praktisch autonome, stad geleid door Rabbijnen met een belangrijke Universiteit en onderwijs in de uitleg van de Talmoed. Het werd Perla de Sefarad genoemd (Parel van de Spaanse Joden). Toen in 1148 de Almohaden uit Marokko binnentrokken was het over. De inwoners werden gedwongen geconverteerd tot de Islam. Overlevende Joden vluchtten naar het tolerantere Toledo, waar hun cultuur zich verder ontwikkelde.

 


Buiten handel, landbouw en wetenschap was de belangrijkste bron van inkomsten het leveren en verhandelen van gecastreerde slaven (eunuchen) voor de markt in Córdoba. Van hieruit werden ze verhandeld door het gehele Middenoosten. De slaven werden door Europa aangeleverd via verwante contacten, zoals uit Verdun in Frankrijk. In Lucena werden mannelijke slaven gecastreerd (la fábrica de eunucos de Lucena > 3000 per jaar, waarvan er velen stierven door de ingreep).



Deze deden dienst bij Muzelmannen in de harems, het huishouden en wisten door hun trouwheid vaak op hoge posities te komen. De slaven waren ongelovigen (vooral Christenen) die tijdens de jaarlijkse strooptochten gevangen werden genomen of via handelskanalen aangeleverd werden. Zoals Slaven uit het niet Christelijke Oost-Europa, waaruit de oorsprong van de naam blijkt (Bij strooptochten en oorlogjes werden de overwonnen mannen gedood, terwijl vrouwen en kinderen verhandeld werden)!



Muzelmannen hadden vele zwarte slaven, die allen gecastreerd waren en zo in hun gemeenschappen niet terug te vinden zijn. Eunucos waren om hun kinderlijke/vrouwelijke huid gewild als schandknaap voor hun meesters.


In 1240 werd de stad heroverd door de Christenen, ontwikkelde zich tot de 2e stad van de provincie Córdoba en stond bekend als de stad der drie culturen (Joods – Islamitisch – Christelijk). Na deze verovering was het afgelopen met “la fábrica”, wat toch vraagtekens stelt bij de naam; stad der 3 culturen… en de verhoudingen in hun samenleving? Op kleinere schaal werden nog jongens voor de pubertijd illegaal gecastreerd om hoge stemmen voor de kerkkoren te houden.


In La Torre del Castello del Moral heeft Boabdil el Chico, de laatste Emir van Granada, in 1483 gevangen gezeten na de beslissende overwinning van de Christenen bij Lucena. Nadat hij eerst leenheer van de Katholieke Koningen werd leidde dit tot zijn definitieve val in 1492 , met de overdracht van de sleutels van het Alhambra in Granada en vertrek naar Marokko.


Boabdil El Chico

(Abu Abdil-lah)

Laatste Emir van Granada


In het wapen van de stad heeft de Davidsster een prominente plaats.


In het Hostal Sara zit een oude vrouw achter een soort loket en geeft de sleutel van de kamer, dat bij verlaten van het pand steeds ingeleverd moet worden. Het geheel ziet er wat versleten uit maar voor 22,80 Euro is de kamer met bad eigenlijk best in orde.


Naderhand in de stad lekker rondlopen en eten op de terrasjes bij het mooie plein Plaza San Miguel naast de San Mateokerk uit begin 1500.


 

Iglesia de San Mateo


De nat geworden sokken blijken verhard en aan het eind van hun Latijn. Scheelt wassen en gelukkig zijn er meerdere paren. De schoenen zijn inmiddels droog en vertonen geen zichtbare schade. Slapen lukt prima na 121,1 km!


 

tab