15 September, Ávila – Gotarrendura 24 km
Over de Puente Romano del Río Adaja gaat het meteen rechtsaf af. Laat je niet verleiden door het pad ernaast naar beneden te nemen, dat loopt naar beneden door doodlopend tegen de rivier, hoewel erg mooi, dat wel!
Iets verderop tegenover het Hotel Mirador staat op een rotspunt een uit Dorische zuiltjes opgetrokken overkapping, waarvandaan een prachtig uitzicht op de Murallas van Ávila volgt.
Om 8:00 uur ’s ochtends vanaf Los Cuatro Postes
Het witte torentje van de Palomares bij de Refugio is goed te zien. De route loopt iets verderop naar beneden langs het grote stuwmeer van Mingorría. Een bordje geeft aan dat het afgesloten is zodat wat heen en weer gelopen wordt. Uiteindelijk besluit ik toch maar naar beneden te lopen als een vriendelijke heer waarschuwt toch maar langs de Carretera te gaan lopen omdat alles afgesloten is.
Embalse de Mingorría
Na enkele kilometers over het asfalt langs verkeersknooppunten kan rechtsaf geslagen worden richting het dorpje Narillos de San Leonardo. Het blijkt uitgestorven te zijn zonder Bar zodat de velden wordt ingeslagen.
Na Narillos de San Leonardo
Het landschap is nogal kaal, blond golvend met de bekende grote granieten keien. De route gaat nu echt de bergen uit zodat nog maar eens omgekeken wordt richting Ávila.
Terug richting Ávila
Voorzichtig wordt voetje voor voetje verder gelopen. De schoen knelt behoorlijk maar zolang de hitte nog niet echt toeslaat gaat het wel. De omgeving loopt door een mooi woest gebied met kronkelende paden.
Woest gebied
Een uurtje later stoten we op Calzada Antigua, Middeleeuwse nog intacte bestrating bij een klein Romeins bruggetje met zelfs een spoortje zeldzaam water.
Calzada Antigua
Dit is niet zomaar een weggetje, maar de route die Ávila verbond met “La Moraña” of “Tierra de Moros”. Na de verbanning van de Moriscos werd het gebied herbevolkt met Mazárabes en Muladis, d.w.z. Christenen en halfbloeden met Arabische gewoonten. Deze gewoonten sleten onder invloed van de Inquisitie zodat het Castiliaans de normale spraak is (met vele dialecten). Het gebied heet beneden de Douro ook wel het Castiliaanse Extremadura en bestaat vooral uit landbouwgronden. Door de dorre velden gaat het verder tot langs een steengroeve wordt gekomen.
Steengroeve
De natuurstenen blokken zijn gebruikt voor de gebouwen in Ávila. De groeve is nu buiten gebruik. Over het algemeen zijn de gebouwen hier vooral opgetrokken uit bakstenen en modderstenen (Adobe) in de Mudéjar stijl.
Bij het inlopen van het volgende dorp Cardeñosa worden allerlei opvallende muurtjes gepasseerd. Het zijn de overblijfselen van Castros van de Vetonen uit het Bronzen tijdperk. In het centrumpje zitten er al meer dan 13 km op en wordt het tijd voor een stopje.
Cardeñosa
Het is het eerste Moraña dorpje dat behoorlijk uitgestorven lijkt. De laatste Bar El Piso heeft zijn deuren gesloten, zodat bij het enig open winkeltje, een slagerij, geprobeerd wordt wat fris te kopen. Dat heeft hij niet, maar is zo aardig naar achteren te lopen en met een groot glas fris terug te komen, waar hij niets voor hebben wil. Op het pleintje wordt rustig gezeten en gepicknickt.
Eerste Moraña dorpje
Het dorpje uit is zoeken waarna een leuk dalletje wordt ingegaan van de Arroyo de Cardiel. Het is mooi begroeid met eikenboompjes langs kronkelige paadjes.
Kronkelige paadjes
Het zal voorlopig het laatste begroeide dalletje zijn dat we tegenkomen. De bergen raken op hun einde. De schaduw en kleinschaligheid zal hierna node gemist worden. Onnodig te zeggen dat de weggetjes door deze velden volkomen verlaten zijn.
Middeleeuws karrenspoor
De weg loopt omhoog naar de laatste helling tussen zwarte koeien door.
Zwarte koeien
Boven op de helling een weids uitzicht in het gebied van de Moraña. De volgende dorpen liggen ergens aan de einder in wat een zee van gemaaide graanvelden lijkt te zijn. Voor ons ligt het dorpje Penalva de Ávila, het laatste dorpje tegen de hellingen aan. In het dorpje wordt op een bankje languit gelegen en uitgerust. De voet geeft alarmerende signalen af, zodat de schoen is uitgetrokken. Het is 13:00 uur en de temperatuur gaat weer naar ongelofelijke waarden. Water wordt gekregen van de vriendelijke buurvrouw.
Op de rand van de Moraña
Met alle moed bijeengescharreld wordt naar beneden gelopen de vlakte in.
Artist impression
Aan de rand staan verschillende stokoude wegkruizen om de Pelgrims te waarschuwen wat te wachten staat.
Stokoud kruis
De Meseta die hier begint ligt op een hoogte van 900 m en zal tot Zamora aanhouden. Afgelopen met het gevarieerde landschap. De afwisseling zal vooral in de stadjes gevonden moeten worden.
Het laatste kruis
Na het laatste kruis zijn we 20 km op pad en moeten nog 4 km naar het eindpunt. De hitte op dit gedeelte is moordend, zodat alleen met de blik op oneindig doorgehaald wordt. Bij een paar metselwerk zuilen, overgebleven van een wachttoren, wordt gestopt en de voet rust gegeven. Lopen moet nu bijna hinkend gebeuren. Gotarrendura komt aan het eind van de zee tergend langzaam dichterbij. Aan het pleintje zit de geweldige Bar Rosa, waar om 15:00 uur met Cañas en Tortillas weer een beetje mens geworden wordt.
Hospitalero Señor Celso 90 jaar!
De opgetrommelde Hospitalero begeleidt mij naar de Refugio. Dit gaat gelukkig niet zo snel zodat de 90 jarige Hospitalero net bijgehouden kan worden. De Refugio is eerste klas en behoort tot dezelfde organisatie uit Ávila.
Het heet “Entre Adobe”, wat zoveel betekent; tussen modderstenen.
Refugio Entre Adobe
De buitenzijde is opgetrokken uit normale bakstenen, maar binnen en op de binnenplaats kom je de ongebakken leem stenen tegen.
Adobe metselwerk binnenplaats Refugio
Het is een techniek van ongebakken metselstenen maken die over de gehele wereld sinds de oudheid bekend is. De stenen worden van een mengsel van klei en zand met stro als wapening gemaakt. De zon droogt ze waarna ze opmerkelijk goed bestand zijn tegen verwering en bovendien goed isoleren. Een nadeel is de gevoeligheid voor aardbevingen, waar in Turkije in de dorpen veel doden vielen door instortingen.
De Hospitalero is vertrokken zodat de Refugio eens goed bekeken kan worden. Echt wel super de luxe. Ook voor andere doeleinden in de dorpscultuur wordt hij gebruikt. En dat voor een plaatsje met 180 inwoners!
Zitkamer Refugio
De rechtervoet is alarmerend opgezwollen zodat na overleg met Loes thuis een emmer gezocht wordt om te weken. In het water wordt het grootste gedeelte van het aanwezige zoutvaatje gekieperd. Morgen zo doorlopen is onmogelijk. De deur gaat open en een vrouw, die de Alcalde (burgemeester) blijkt te zijn, komt binnen met cameraman. Ze maken opnames voor de Televisie van Castilië. Van de gelegenheid gebruikmakend vraag ik naar een oplossing voor de pijnlijke voet. Het dorp is zo klein dat er helemaal niets is behalve Ayuntamiento, kerk en Bar. Morgen met de bus verder is de enige mogelijkheid.
Het eten in de Bar Rosa is meer dan geweldig, terwijl naderhand op het kleine dorpspleintje typisch Spaanse gezelligheid heerst. Slapen met pijnlijke voet lukt met wisselend succes na 666,9 km!