27 Augustus, Las Pedroñeras – El Toboso 33,1 km
Al in het donker op pad want vandaag is het een behoorlijke etappe. Onderweg gaat de route door de nodige dorpen, zodat tenminste op tijd gestopt kan worden voor een rustpauze.
Elke dag hetzelfde?
De wegen gaan weer door de wijnvelden in eenzelfde regelmaat als gisteren. Toch golft het wat meer.
Golft iets meer
De stier van Sandeman loert om het hoekje van de bergjes verderop. Het is de aankondiging dat el Pedernoso in de buurt ligt.
Stier van Sandeman
Bij binnenkomst ligt links een eerste romp van een molen. Het is tenslotte la Mancha.
Eerste molenromp bij la Pedernoso
Het dorp na 8 km vlug door hoewel het landschap hier wat afwisselender is. Het loopt naar beneden naar het dalletje van de Río Saona.
Dal Río Saona
Het is zaterdagochtend en als gewoonlijk erg rustig onderweg. Een man met hond groet vriendelijk en we raken aan de praat. Hij is zo aardig een foto te nemen van een Pelgrim onder de zon.
Pelgrim onder de zon
Langs de weg staan nu betonnen Amforas, die regelmatig terugkomen.
Betonnen Amfora
Santa Maria de los Llanos ligt dichtbij en heeft een mooi pleintje met Bar “el Rincon” (het hoekje) waar het na 15 km tijd is om op het terrasje te gaan zitten. In dit soort simpele dorpjes is het meestal het prettigst zitten en praten met de bevolking. Minder leuk is dat één van de bevestigingspunten van de draagbanden van de rugzak het begeeft. Dit vergt reparatiewerk, waarbij een oogje is uitgelubberd. Met wat pruts en draaiwerk functioneert het voorlopig weer, maar zal nog geregeld problemen geven.
Nuestra Señora de los Llanos
Het kerkje Nuestra Señora de los Llanos behoorde toe aan de Orde van Santiago, wat nog te zien is aan het kruis met schelpen boven de ingang.
Stadswapen met Santiago zwaard en schelp
Het plaatsje uit loopt het behoorlijk omhoog. Na de lange vlakte is dit een echt bergruggetje.
Bergruggetje
Door de bossen met vergezichten naar het noorden is het mooi lopen. Bovenop een vrij uitzicht richting Mota del Cuervo met de eerste molens.
Moto del Cuervo
Het zijn de bekende witte molens van la Mancha, de reuzen bevochten door Don Quijote. 7 Stuks staan op een rij. Eén werkt er nog die elke eerste zondag van de maand draait. Helaas nog wel een eindje vanaf de route, maar toch goed zichtbaar.
Windmolens van la Mancha (Molinos de Viento)
Moto del Cuervo in staat het eerste plein vol met een feestelijk jaarmarktje. Langs de kraampjes en beesten wordt het centrum opgezocht.
Jaarmarkt
Het is inmiddels 13:00 uur terwijl naar Toboso nog 12,5 km is, zodat eerst maar eens goed gegeten wordt. Het mooie pleintje is vol met weekend vierende mensen.
Ayuntamiento (Raadhuis)
Het kost de nodige moeite weer in de benen te komen, verder gaat het. Terugkijkend op Moto is het bergruggetje met de molens, waaraan het de naam “El Balcón de la Mancha” te danken heeft, goed te zien.
Terugkijkend op Moto
Een volgende heuvel moet beklommen worden. In de buurt zit een steengroeve waar aan de herrie te horen zwaar gewerkt wordt.
Volgende heuvel
Na de heuvel volgt een soort keteldal dat er verstild bijligt, maar ook een soort oven is. De hitte blijft hangen terwijl er geen zuchtje wind is. De temperatuur gaat weer door de 40o C. Met de blik op oneindig wordt naar de volgend heuvel kilometers verder gelopen. Hinderlijke vliegen blijken bij deze temperatuur extra actief te worden en ware plaaggeesten. Het rijkelijke zweet zal ze wel aantrekken.
Een soort oven
Schaduw is afwezig totdat net voor de volgende heuvel een klein wit huisje wordt ontdekt. Hier kan aan de luwzijde even bijgekomen worden. Op dezelfde plek zitten vaker mensen aan de achtergelaten troep te zien. Na de volgende heuvelrug ligt in de verte El Toboso, maar nog wel een behoorlijk eind weg.
El Toboso nog 4,5 km verder
Het laatste gedeelte gaat weer de berg op. Inmiddels zijn we van de Provincia de Cuenca naar de Provincia Toledo gegaan. Beiden horen nog steeds bij Castilla – La Mancha. Een zeldzaam laantje luidt het laatste gedeelte van de tocht in. De torenspits is er net bovenuit te zien.
Zeldzaam laantje
El Toboso is maar een klein plaatsje, maar wel mooi. Het is geheel opgedragen aan Don Quijote. Straten zijn erna vernoemd. Er is een Dulcineahuis (ze zou hier geboren zijn) en Quijote bibliotheek. Zinsneden staan overal op de muren. Op de Plaza Juan Carlos blijkt het café de Taberna “El Sueño de Quijano” te heten.
Taberna “El Sueño de Quijano”
Een droomterras heeft het zeker en de Gara (halve liter tapje) is dan ook welverdiend en loopt sissend weg. Don Quijote en Dulcinea staan in ijzer afgebeeld voor de deur. Aan de andere zijde de Iglesia San Antonio Abad, die in de 15e eeuw nog tot de oppermachtige Santiago Orde behoorde.
Iglesia San Antonio Abad
Ervoor is een podium opgebouwd voor de optredens later op de avond. Voor een plaatsje van maar 2000 inwoners is er genoeg te doen.
Het wordt tijd om een bed te zoeken. Een paar straten verder staat Hostal, je raadt het al, Don Quijote. Een prima kamertje wordt verkregen voor 20 Euro, bovendien kan later op de veranda nog lekker gegeten worden ook.
Hostal Don Quijote
Later op de avond is in het plaatsje van alles te doen. De plaatselijke harmonie trekt rond gevolgd door vreemde reuzenpoppen. Weer Don Quijote en Dulcinea? Goeie grutten, wel een beetje veel inmiddels.
Weer Don Quijote en Dulcinea?
Het podium wordt betrokken terwijl verderop richting het Hostal ook nog een kermis blijkt te zijn met de bijbehorende attracties.
Kerkje van andere zijde
Gezien de vermoeienissen vandaag toch maar op tijd het Hostal opgezocht, waar geprobeerd wordt te slapen na 366,9 km!