1 September, Tapia de Casariego – Gondán
36 km, 280m hoogte

Met een ontbijtje worden we ’s morgens wel verwend.
Jürgen is niet al te snel en na een dag vol Bayerische klanken is het ook wel weer fijn alleen te lopen, dus ben ik vlot vertrokken.

  

Tapa de Casariego uit

 

over stranden

 

Om in Ribadeo te komen worden 3 routes aangegeven. Ik kies voor de Senda Costera (kustweg), dat weliswaar langer maar meestal de mooiste is. Het is het laatste stuk kust, omdat vanaf Ribadeo het binnenland in getrokken wordt, dus nog even genieten van al die baaien met zee en vergezichten.
Tapia uit wordt eerst in een bocht om een baai gelopen, over een bruggetje langs het voetbalveld en aan de andere zijde omhoog richting de plaatselijke camping.
Achter de camping ligt de volgende baai. Langs de steile kliffen wordt naar beneden geklommen tot het strand bereikt is.
Aan de andere zijde weer omhoog tot een interessante plek gepasseerd wordt.
Het is de opgraving van een Castro die hier in de Keltische tijd gestaan heeft. In dit geval Castro de El Esteiro, een versterking, waar Romeinse munten, aardewerk en hutten gevonden zijn.
Helaas is behalve een herinneringsbord niets te zien, omdat de plaats compleet overwoekerd is met gaspeldoorn en bramen.

  Castros
In de Keltische tijd lag een keten van versterkingen langs de Biskaje, met als doel om de visserij en scheepvaart te beschermen en weerstand te bieden tegen invallen vanaf zee.
De Castros waren stadjes versterkt met borstweringen en loopgraven. De bebouwing bestond uit cirkelvormige hutten opgetrokken uit leisteen. De vlakke stukken waren om het vee veilig te stallen.
Vele steden langs de kust zijn ontstaan uit deze oorspronkelijke Castros; zoals Castro Rafe en Castro Urdiales.
In Nederland stonden vergelijkbare versterkingen; burchten gevormd uit verhogingen met rijen palen en omringd door grachten.
Denk aan Domburg en Middelburg. Ook de “Mottes” zoals bij Nijmegen ( Duivelsberg) en in de Achterhoek als bij Montferland waren dergelijke versterkingen.
Dit was vooral tegen de Noormannen in de latere eeuwen, die tot in de Middellandse zee hun veroveringstochten hielden en complete rijken stichtten zoals bij Napels en in Frankrijk natuurlijk Normandië.

       

Naar Castro El Esteiro

 

 

Verlies hier mijn routeboekje

 

Over paadjes gaat het langs de kustlijn tot een diepere baai opduikt.
Hier staan, zoals gebruikelijk, de vele Duitse campers met surfers en pensionistas, die op de een of andere manier dit soort unieke plekjes feilloos weten te vinden.
De baai is geoutilleerd met douche- en toiletcabines.
De Spanjaarden doen behoorlijk veel om de kust in een optimale conditie te houden en steken daar, zoals blijkt uit de vele borden, een hoop geld in.
 
Over het strand kom ik voor een stroompje, dat moet worden overgesprongen.
Het routeboek heb ik achter mijn broekriem geklemd.
De andere zijde moet over rotsen een steil paadje tussen de gaspeldoorns omhoog worden geklommen.
Een paar kilometer verder bij de dorpsrand van Villamar merk ik dat het routeboek verdwenen is. Wat nu?
Teruggaan is eigenlijk geen optie, want waar ben ik het kwijtgeraakt?
Nu ja, Ribadeo zal wel bereikt worden. In de verte zie ik de twee Duitse meisjes lopen en samen lopen we verder.
Van hun routeboek kan ik nog even gebruik maken en we volgen de kustlijn verder.
Het aanzien van de dorpen begint al echt Galicisch te worden.
De Hórreos zijn van vierkant nu langwerpig van vorm.
In de verte zien we al gauw Ribadeo liggen.
Via allerlei kronkels lukt het ons op de brug te komen. Deze zijn ze volop aan het renoveren en het passeren valt nog niet mee.
Aan de andere zijde lopen we de buitenwijken van het plaatsje in.
We zijn nu in Galicië!

Bij het busstation is een café waar koffie wordt gedronken.
Hier is een mooie refugio volgens zeggen en de meisjes willen er blijven, maar om 11:30 uur is dit mij nog veel te vroeg.
Ik schrijf de plaatsen met een refugio over uit het boekje van Gabi, zwaai en vertrek richting centrum.

  

Ribadeo in de verte

 

De brug over de Ría Eo

 

Op het Plaza de España zie ik het toeristenbureau en stap naar binnen. En ja hoor, ze hebben brochures met de resterende route naar Santiago. Ik krijg ze gratis mee, dus dat gaat wel lukken.

 

 

                flag                   

  Galicië
Ligt in het noord westen van Spanje, in het verlengde stuk boven Portugal.
Het is een bergachtig gebied tot boven de 2000 m. Door de vele regen is het overvloedig en rijk begroeid. Het landschap is oorspronkelijk, grillig en van een grote schoonheid. De mensen wonen op het land versnipperd vooral als keuterboeren.
Boeren en vissen waren tot voor kort de hoofdactiviteiten en de Keltische invloeden zijn overal aanwezig. Dit uit zich in de symbolieken bij religieuze afbeeldingen op kruizen en kerken.
De Gaita (doedelzak) wordt nog volop gebruikt.
Oude heksensaga’s en natuurkrachten spelen nog altijd een grote rol in dit geheimzinnige land. De melkweg wees de weg naar het einde van de wereld; Finis Terrae nu Fisterre.
De zon ging hier onder en op de stranden van de platte aarde hield men ceremoniën. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat in deze traditie Santiago, de tegenwoordige hoofdstad, is ontstaan. In onze tijd trekken de 2,7 miljoen Galiciërs naar de steden en dit zorgt voor verlaten dorpen. De taal lijkt veel op Portugees en heeft een eigen status.
Galicië is altijd onderdeel geweest van het koninkrijk Castilië en León.
Het eten is rijk en afwisselend met veel vis, vlees, groenten en wijn.
In het noorden zitten we eerst in de provincie Mariña, waar de zee-invloed extra merkbaar is en het heksengeloof zichtbaar aanwezig. De voorbeelden volgen nog.
De onvoorbereide buitenlander, met het Spanje van de Costa’s voor ogen, vraagt zich af waar hij zit en waant zich ergens anders!

 

 

 

Ribadeo bewaakt de Ría

 

 

De Schelp wijst nu naar rechts !

 

Vanaf Ribadeo buigt de “Ruta” van de kust af om door het binnenland naar Santiago te gaan.
Deze weg heet nu i.p.v. Camino de la Costa, de Camino del Norte.

 

Bijna 700 km hebben we de kustlijn gevolgd, waarbij de conclusie kan zijn dat het een geweldig mooie en nog rustige route is.
Het klimaat werkt mee, omdat zo midden in de zomer de temperatuur eigenlijk nooit boven de 30° C komt en daardoor ideaal om te lopen.
Vooral de liefhebbers van zee komen aan hun trekken.

De weg wordt goed aangegeven met betonnen paaltjes met schelp en, als het plaatje er nog opzit, de afstand tot Santiago.

 

De schelp wijst nu weer de andere kant op, dus de open kant is de richting! Natuurlijk zijn ook gele pijlen nog in voldoende mate aanwezig

2

 

De stad uit is het zoeken naar de juiste route en gaat het omhoog.
Na een paar kilometer is voor de laatste keer een mooi uitzicht op de zeearm beneden te zien. Vanaf nu is het klimmen in het gebergte.

 

  

 

Galicië betekent klimmen

 

 

Galicisische Hórreo

 

Steeds maar naar boven gaat het door bossen en weilanden naar het dorp Vilela op 7 km van Ribadeo.
Er staat een bord naar een restaurant, maar ik wil nog wat verder gaan voordat gerust wordt. Later blijkt dit niet meer te lukken.
Het wordt aanmerkelijk stiller en cafés of een bar komen we niet meer tegen.
In A Ponte na 12 km is ook niets te doen, het is hier echt doordouwen.
Onderweg vallen de Galicische Hórreos op die hier Cabazo heten.
Qua vorm langwerpig en volkomen anders dan in Asturië en in deze streek veel op hoge muren over het boerenerf aangebracht. Op het dak zitten scherpe punten van steen, zodat heksen niet kunnen landen op het dak. Bovendien wordt vaak aan de ene kant een kruis en aan de andere kant een heidens symbool aangebracht als extra bescherming tegen de geesten, zodat de voorraad veilig is.
In Twente zie je hetzelfde met de hagelkruizen op de boerenschuren die aan een zijde ook een heidens motief hebben.

Eindelijk kom ik in Villamartín Pequeño (klein) en daarna door het langgerekte Villamartín Grande.
Bij het kerkje zit een groepje Duitse oudere pelgrims te rusten.
Ik had ze ook al een paar dagen eerder gezien.
Het blijkt dat ze een arrangement hebben, waarbij ze elke dag een stuk van de route lopen.
De overnachting is voor ze geregeld, waarbij ze worden afgezet en later weer opgehaald. Weliswaar een soort luxepelgrims, maar aan de andere kant kunnen mensen die niet zo goed kunnen nu toch ook pelgrimeren.

De Duitser “Hape Kerkeling” (Hans Peter) heeft nogal wat losgemaakt in Duitsland!
Deze Hape is een “Komiker” en een televisie persoonlijkheid in Duitsland. (Soort rustiger Paul de Leeuw) Nadat ik hem vorig jaar op de Duitse TV zag, denk ik dat zijn humor in Nederland toch niet zo aan zou slaan.
Wel aardig was, dat hij verkleed als Koningin Beatrix, in een grote slee arriveerde in Stuttgart, enige jaren geleden. Dat gebeurde een half uur voordat ze werkelijk aankwam. Daarmee zette hij de autoriteiten geweldig op het verkeerde been, die hem dan ook met alle egards ontvingen. Dit alles is natuurlijk uitgebreid uitgezonden en was een daverend succes.
Ongeveer 4 jaar geleden liep hij de Camino Francès als echte luxepelgrim, d.w.z. dat vooral overnacht werd in hotels en vaak een stukje de bus of trein gepakt werd.
(Een overnachting in de refugio in Roncesvalles met 120 personen was meteen genoeg voor hem!)
Hij wist van deze tocht een sappig boek te schrijven met flashbacks op zijn start als TV persoonlijkheid en ontmoetingen met bekende artiesten. Dit boek werd een ongekende bestseller, waar er meer dan 1,3 miljoen van verkocht zijn. Zelfs in het Nederlands is hij nu vertaald, maar ik schat dat dit geen succes wordt.
Hij heeft wel veel Duitssprekende mensen geïnspireerd en dat is te merken op de route.
Tijdens mijn werkzaamheden als hospitalero in Roncesvalles waren de Duitsers oververtegenwoordigd!
Men heeft zelfs een nieuwe uitdrukking: “Kerkers” dat zijn pelgrims die ’s ochtends vlug vertrekken, ergens de bus nemen, om 14:00 uur bij de volgende refugio staan en de plaatsen in beslag nemen!
De echte pelgrims die om 16:00 of 17:00 uur moe aankomen, vinden dan alles complet!

Nog een paar kilometer en daar is de refugio van Goldán. Het is trouwens ook al 16:30 uur en door de vele hoogteverschillen behoorlijk vermoeiend.
De refugio is open en boven zoek ik een bed uit.
De toiletten zijn beneden in aparte huisjes.

  

 

De refugio in Goldán

 

 

Capilo do Pilar

 

De hospitalera woont iets verderop en komt later de stempel zetten. Alles is gratis met een heerlijke warme douche en mooie zitruimte beneden. Het begint toch ook al duidelijk kouder te worden.
Alleen, het ligt aan het einde van de wereld; er is helemaal niets!
Opeens komt het Duitse tweetal Steffie en Lena binnenstappen.
Na een tijdje besluiten ze toch maar verder te gaan naar Vilanova de Lourenza, gezien de eenzaamheid hier.
Lena heeft hetzelfde routeboekje dat ik verloren ben en omdat Steffie de nieuwe exactere uitgave heeft laat ze hem voor me achter. Wat een mazzel en een hele geruststelling voor me, omdat het ook een soort geheugen is waar ik overal ben geweest.
Alleen de aantekeningen ben ik natuurlijk kwijt.
We spreken af er later een goed wijntje op te drinken.
In de refugio is ook een jonge Spanjaard Alfonso, die net gestart is in Ribadeo. Hij heeft zijn voeten nu al verschrikkelijk kapot, maar wil toch in een week naar Santiago.
Ongeveer 2,3 km verder is bar “A Curvo” in San Justo, maar dat betekent wel steil naar beneden en weer omhoog. Gelukkig is het mogelijk telefonisch een Menu te bestellen en dat doen we dan ook.
Een uur later, als we stikken van de trek, komt uit een bestelautootje een aardige mevrouw met heerlijk eten en dat ook nog heel goedkoop.
Wat is Spanje toch een prima land.

Een 400 m verder staat in het vrije veld een kapelletje; Capilo do Pilar. Toch wel nieuwsgierig geworden ga ik er kijken.
De Virgen del Pilar is de eerste Mariaverering in Spanje.
In het jaar 40 is Maria aan de Apostel Jacobus verschenen in Zaragoza!
Als bewijs liet zij een zuil (Pilar) na.

    

 

Virgen do Pilar

 

Aandoenlijke Jacobus

 

Bij de boer krijg ik de sleutel. Hij vertelt dat het nogal verwaarloosd is, maar ook al ergens uit 1400 stamt!
Zijn moeder heeft de processies nog meegemaakt voor het laatst 40 jaar geleden.
Door het onbetreden hoge gras kom ik bij het stokoude kapelletje.
Binnen de Virgen do Pilar met aan de rechterzijde een welhaast aandoenlijke Jacobus.
De draagstoelen voor de processie staan er nog, maar alles sterk verwaarloosd.
Ook in Spanje neemt dit soort devotie sterk af.

Teruggekomen praat ik wat na met Alfonso en kijk nog eens in het Libro de Obradoro.
Zowaar staan hier de beste wensen van Anna uitgebracht aan M-C en Helmut! Ze moet kort voor me zitten.
Ook word ik natuurlijk telefonisch op de hoogte gehouden over het wel en wee van Loes en de kinderen.
Alles goed en het bed in na 714 km!

 

tab