9 en 10 September, Santiago de Compostela 2+3

 

Het ontbijtje bij Josefina is altijd makkelijk en simpel; broodje kaas met koffie. Spanjaarden gebruiken meestal niet meer dan een croissantje.

M-C gaat vandaag met de trein terug naar Valencia, dus op naar het treinstation. Vanaf daar is het simpel om te boeken. We slenteren daarna nog enige uren door de stad en bezoeken de terrasjes.
Als het zover is zwaaien we elkaar warm uit met een gezamenlijke mooie herinnering, maar in de wetenschap dat we elkaar niet weer zullen zien.
Terug bij Josefina probeer ik er maar een gezellige avond van te maken. Eten doe ik nu bij haar, want de kip bij Casa Manolo was toch wel erg vet van de olijfolie.
Frans was er ook nog en we wisselen ervaringen uit met de andere pelgrims, waarna het bed op tijd lonkt.

De volgende dag neem ik de tijd om de kathedraal goed te bekijken.
De voorste plaatsen bij het altaar in het middenschip zijn nog vrij en ga daar een tijdje zitten.
De Botafumeiro hangt klaar en een Duits echtpaar naast mij weet te vertellen, dat in de nu volgende mis deze gebruikt gaat worden.

       

 

Slingermechanisme

 

 

De Bisschop

 

 

Dat betekent dat iemand betaald heeft want het slingeren kost 360 Euro. 1,5 uur wachten we op de mis waarbij de kerk stampvol loopt.

Geen straf omdat zoveel moois te zien is. De bouw van de Romaanse kerk is al in 1075 begonnen met mooie ronde tonachtige plafonds.
Gelukkig kan ik tussendoor nog even een sanitaire stop maken bij Josefina die om de hoek zit.
Net voor de mis zorgt een non voor stemming door gewijde liederen te zingen.
De mis wordt met 5 geestelijken door de bisschop opgedragen. Een wezenlijk onderdeel is het betrekken van pelgrims uit verschillende landen, die in hun landstaal een ontboezeming oplezen.
En dan het spektakel waar het om gaat: Het slingeren van de Botafumeiro!

  

Vullen met wierook

 

 

8 Botafumeiro slingeraars

 

 

Eerst wordt het vat gevuld met brandende wierook, waaruit grote wolken opstijgen. De 8 speciaal opgeleide Botafumeiro slingeraars trekken nu in een perfecte, synchrone cadans het touw op en neer.
Het wierookvat begint te zwaaien door de zijbeuken, hoger en hoger.
Totdat bijna het plafond wordt geraakt.
Het vat maakt een halve cirkel van 65 m en zwaait een keer of 20 heen en weer.
Als je bedenkt dat dit vat nog 54 kg weegt snap je dat dit wel goed getraind en gecontroleerd moet gebeuren.
Het gebruik stamt al uit de middeleeuwen en diende ertoe de penetrante geur van de pelgrims te onderdrukken!

      

 

Wierook wordt verwijderd

 

 

De Crypte

 

Het vat is een keer losgeschoten, maar gelukkig door het raam gegaan en gedeeltelijk tegen de muur zonder iemand te verwonden. Desalniettemin is het verstandig in de hoofdbeuk te gaan zitten!
De huidige Botafumeiro is van na de Franse tijd in begin 1800.
De Fransen hadden de originele maar meegenomen en is nooit meer getraceerd.
De hele ceremonie is fascinerend en de Duitse vrouw naast me was zo geroerd dat ze de tranen vrij liet lopen.
Een toepasselijk einde van de tocht en zeker aan te bevelen.

Tijd om bij Josefina op verhaal te komen en hierna de vele juwelierszaakjes op te zoeken om een passend aardigheidje voor mijn wandelmaatje te zoeken.
Ik heb veel telefonisch contact met haar en nadat we in juni zijn aangekomen via de CF weet ze precies hoe het voelt.
Als ik thuis kom is het eten en de rest goed verzorgd, dat is wel duidelijk.

De kathedraal heeft nog vele bezienswaardigheden. Natuurlijk de Crypte, met naar zeggen, de overblijfselen van Santiago (Jacobus de meerdere). Hier kan vrijelijk langs gelopen worden.
In het midden van het rijkelijk met goud versierde altaar staat een grote gouden buste van Santiago. Vanuit de kerk lijkt wel of het leeft, maar het zijn mensen die dit beeld omarmen.
Via een gangetje kan erlangs worden gelopen waarna dit, onder het toeziende oog van een priester, mogelijk is.
Dit doet men om extra kracht en voorspoed van Jacobus te krijgen.
Je moet er wel in voor zijn natuurlijk.

         

Omhelzen Jacobus beeld

 

 

Jacobus beeld

 

 

Veel mensen willen het, want er staan lange rijen wachtenden voor dit gangetje.
Nog een dergelijk gebruik bestond uit het beroeren van de voet en het kopje van meester Mateo bij de Porta de la Gloria in de hoofdingang, vanaf het Praza Obradoiro uit het westen.
Sinds dit jaar is het niet meer mogelijk omdat de beeltenissen dermate afsleten zijn, dat men alles heeft afgezet. Bovendien wordt hier een restauratie uitgevoerd en valt even niets te zien.

 

 

 

Porta de la Glória

 

Pórtico de las Platerías

 

De Porta de la Glória is het grootste kunstwerk en werd voltooid in 1188 door Meester Mateo.
De Pórtico de las Platerías aan de zuidzijde, dichtbij het pelgrimsbureau, is uit 1103 en in Romaanse stijl uitgevoerd.
Prachtige beelden die ook al behoorlijk gerestaureerd zijn.
Aan de achterzijde (oostzijde) is de heilige poort die uitkomt op de Praza de Quintana.

           

Heilige Poort, binnen

 

Buiten

 

 

De heilige poort wordt alleen geopend in heilige jaren (Jubileo jaar), als de naamdag van Jacobus, die 25 Juli is, op een zondag valt.
De eerstvolgende is in 2010 en het advies is er dan bij voorkeur weg te blijven, omdat vooral groepen Spanjaarden rijen dik staan te wachten om naar binnen te mogen.
De Noordzijde blijft over die uitkomt op de Praza of Plaza de Azerbachería.
Daarbij kijk je op het klooster van San Martiño Pinario.
Deze Porta wordt het minst genoemd en is één van de mooiste, dicht bij Josefina.
Azerbachería betekent: “Git” verwerkers en nog steeds hebben de juweliers aan het pleintje vele gitten voorwerpen, zoals kralen, in de aanbieding.
Bij deze uitgang is ook een opmerkelijk kapelletje te vinden in de zijmuur van de kathedraal: Santiago als Matamoros

 

 

 

 

Matamoros Kathedraal 

 

 

 Matamoros in San Martiño Pinario

Matamoros betekent letterlijk; Morendoder. Santiago is dan ook de beschermheilige van Spanje. Onder zijn hoede werd de Reconquista succesvol afgesloten en legio wordt hij als Matamoros uitgebeeld, plastisch met afgehakte hoofden van Moren.
In de kathedraal worden tegenwoordig politiek correcte bloemen aangebracht, wekelijks ververst, zodat deze hoofden niet meer te zien zijn.

Ernaast in het museum van San Martiño Pinario is een kleiner uitgevallen exemplaar te zien.
Dit museum is erg de moeite waard en gemakkelijk te vinden.
Voor het klooster rechts en het smalle weggetje links in langs bar
La Campana (Josefina), tot voor de mooie zijgevel van het klooster, waar de ingang is.

 

San Martiño Pinario

 

 

De zij-ingang met Museum

 

 

Het kost maar een paar euro en een collectie altaren en andere kerkelijke kunst schittert je tegemoet.

              

Schitterende altaren

 

 

Overdadig goud

 

Alleen het gebouw is al de moeite waard, in Romaanse stijl opgetrokken met tongewelven. Indertijd nog door een Nederlandse (Vlaamse) architect gebouwd. Het was eind 1500 het 3e grootste gebouw van Spanje, na het Escorial en een sigarenfabriek.

Al het bladgoud op de altaren doen voor een noorderling nogal wat overdone aan, maar zo is nu eenmaal de cultuur hier en het is wel kunstig gemaakt.
Terug naar Josefina ernaast want van al die cultuur krijg je wel dorst!
Het is de laatste avond en ze wil Pulpo maken. Dat gaat er wel in.

  

Pulpo, de inktvis schotel

 

Kathedraal in ondergaande zon

 

 

Voor onderweg morgen vraag ik een broodje Tortilla Francesa. Dat is een dunne omelet zoals wij hem kennen. De Spaanse omelet is dik, met aardappels en wordt meestal in punten koud gegeten; wel voedzaam.
 
De laatste avond naar bed. 3 dagen Santiago is ook wel genoeg.
Veel mensen willen tegenwoordig door naar Finisterre, dat betekent
95 km erbij. Mij zegt dit strand niet zoveel en is Santiago het doel.
Het voldoet aan een soort behoefte om de eindbestemming uit te stellen, want aankomen, is een soort anti climax: je doel is weg.
Daarom heeft men nu weer wat nieuws bedacht: Muxía nog weer
30 km verder, waar Santiago met zijn bootje aangeland zou zijn.
Natuurlijk met een nog mooiere oorkonde!
Het riekt wel erg naar commercie.

 

 

tab