11 Augustus, Markina-Xemein – Gernika -Lumo
25 km, zeehoogte 

Om Markina uit te komen moesten we eerst nog behoorlijk zoeken, maar al snel hadden we door dat een kilometer de Carretera richting Bilbao gevolgd moest worden. Een pad achter een industrieterrein ging naar rechts en volgde omhoog de loop van een riviertje, tot aan het dorpje Iruzubieta.


Het dorpje Bolibar

 

Monument voor Simón Bolívar

 

Naar het klooster Cenarruza stijgt het weer tot 400 m boven zeeniveau en dat merk je. Na 6 km ben je in Bolibar een klein dorpje, waar niets te krijgen is, maar wel de grootouders van de stamvader van Zuid Amerika vandaan komen: Simón Bolívar. Er is voor de liefhebber een Bolívar museum.

Simón Bolívar 1783 - 1830
De familie Bolívar was van oorsprong een Baskische aristocratische familie, afkomstig uit het plaatsje Bolibar, die al meerdere generaties in Venezuela woonden. Simón Bolívar werd Zuid Amerikaanse vrijheidsstrijder, die aan de wieg stond van de landen Panama, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela, en Bolivia dat naar hem vernoemd is. Hij wordt: “El Libertador” ofwel de bevrijder genoemd.Bolívar was republikein, atheïst, vrijmetselaar en tegen de slavenhandel. Hij kon in 1813 een invasie leiden in Venezuela en in 1814 in Colombia. Spanje was in deze tijd ernstig verzwakt door de Franse bezetting van Napoleon en later door revoluties. In 1819 riep hij de republiek van Groot Colombia uit; een Federatie van Venezuela, Colombia, Panama, en Ecuador. Bolívar werd president. Hierna verlegde hij zijn activiteiten naar Peru en Bolivia, waar hij in 1824 president van werd en “dictador”, ofwel leider van de politieke en militaire macht ineen. Hij stierf in 1830 aan tuberculose, maar de federatie was voor die tijd al uit elkaar gevallen door corruptie en machtshonger van plaatselijke groeperingen.

Nu is het nog 1,5 km steil omhoog langs een oude bestrate weg met kruisgang naar het Cisterciënzer klooster Cenarruza. Dit bestaat al vanaf de 10e eeuw en elke dag kunnen 8 pelgrims onderdak vinden. Het is de moeite het klooster te bekijken en de kerk te bezoeken. Hier merkte ik voor het eerst dat M-C het niet zo had op de “Cura”, ofwel Clerus, die volgens haar Spanje lang klein gehouden hadden. In de arme tijden van Franco reden deze zo ongeveer als enige in een auto, terwijl de rest van Spanje in de Middeleeuwen verbleef. Het was de tijd van de Spaanse gastarbeiders in Europa, iets wat nu geheel over is. Overigens: Spanjaarden zijn helemaal niet zo kerkelijk, slechts 15% is werkelijk praktiserend, wel voornamelijk katholiek.

Het oude pad 

 

Klooster Cenarruza

 

Bij het klooster stonden een paar pruimenbomen met zowaar enige rijpe vruchten. Deze werden geproefd, want dat is dit jaar een unicum; zovol de bomen vorig jaar hingen, dit jaar is er niets! En dat in geheel Europa van Spanje tot thuis. Duidelijk een wisseljaar in de wonderlijke natuur, waar zou dit aan liggen? Mijn gele hoofddoek raakte kwijt bij deze illegale actie maar terug gaan na enige km was me ook te gek.

Door het bos gaat het met veel klimmen en blijvende schitterende vergezichten naar Arzabegi, waar na 12 km een bar wordt gevonden. De Café con Leche in Spanje heeft het formaat soepkom, maar voldoet aan de behoefte aan vocht.
De broodjes in de bar zijn zo goedkoop, dat het apart kopen in een winkel de avond ervoor eigenlijk niet noodzakelijk is.

Weidse vergezichten

 

De “Ruta” is hier een paadje

 

Omhoog komen we langs een Santiago kapelletje en slaan links af verder door het bos naar Olabe-Zarrabenta, waar een kerk op een berg staat. De kerken hebben allemaal lange portalen overkapt met een houtconstructie. Zou je stranden dan is dit een goede mogelijkheid om met een slaapmatje droog te overnachten.

In de velden zie je vele Kiwi plantages, maar de vruchten zijn nog hard. Op een berghelling wordt het dorp Alangiz doorgelopen en beneden is al kilometers ver Gernika te zien. Een refugio is hier niet, maar de plaatselijke jeugdherberg is dichtbij en alle pelgrims komen hier terecht voor 12 Euro. Eigenlijk is het een commerciële refugio.
Gernika is een moderne stad met strakke straten en de nodige bezienswaardigheden, zoals het tableau van Picasso en de heilige boom.


Tijdens de burgeroorlog in 1937 is Gernika plat gebombardeerd door de Duitsers, wat een schandalige misdaad was.
Het inspireerde Picasso tot het wereldberoemde schilderij dat nu in Madrid hangt en op tegels hier te zien is.
De oude kathedraal is gelukkig gespaard gebleven.

Over de beroemde gestileerde ezel van Picasso is nog wel wat te zeggen:
In León, in het museum van de kathedraal, zijn oude handschriften uit de 11e eeuw te vinden, met hierop de precies dezelfde gestileerde ezel. Ze denken daar dat Picasso het idee gejat heeft.
Laten we zeggen dat hij erdoor geïnspireerd was!

 


Het tableau van Picasso

 

De heilige boom van de Basken

Gernika of Guernica
Tijdens de burgeroorlog van 1936 tot 1939 waren de Basken felle tegenstanders van Franco. (Net als de Catalanen)
Gernika had een symbolische betekenis voor de Basken, omdat al duizenden jaren onder de heilige boom de stamoudsten bijeenkwamen om politieke beslissingen te nemen.
Hitler wilde Franco wel helpen en kon zo meteen het nieuwe luchtwapen met al zijn verschrikkingen uit proberen.
Het provincieplaatsje werd in 3,5 uur door het Condor Legion volkomen plat gegooid met moderne bommen, brandbommen en mitrailleurvuur op de arme burgerbevolking. Dit was het eerste massa bombardement in zijn soort en ging indertijd, door vooral Engelse journalisten beschreven, als misdaad over de gehele wereld. Met één klap zat de mensheid in de moderne tijd, dat uitliep tot de atoomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki.
Wat is het einde?

Martin is ook aangekomen en neemt op de kamer wat foto’s, dat geeft het nodige rumoer. Er zijn twee onduidelijke vrouwen; een Italiaanse en een Canadese met problemen, waarschijnlijk zijn het vagebonden! Martin wordt fel aangesproken, waarom hij deze foto’s maakt? Onverstoorbaar als hij is, zegt altijd overal foto’s te maken.
De vrouwen worden later tot onze opluchting op een andere kamer gelegd.

Gernika 

 

De kathedraal

’s Avonds gaan we met een groepje eten in het centrum.
Frederique, een wat vreemde Zwitser, loopt de route terug ( en reverse) en praat aan een ruk door. Hij is met 55 jaar gestopt met werken, woont al jaren in een soort caravan, trekt zomers rond en voelt zich er wel bij.
Hij had de Duitse vagebond ook gesproken, deze had hem wat geld afhandig gemaakt!
Naderhand zitten we apart met M-C en Angel, een homosexuele Madrileen, na te kaarten op een terrasje met een glaasje Txacolina. In de jeugdherberg mag je ook later binnenkomen via een codeslot op de deur. Loes wordt gebeld en bijgepraat; alles gaat goed. Het was een zware dag maar we zijn nu 130 km op weg.

 

tab