15 Augustus, Pobeña – El Pontarrón
25 km, zeehoogte


De refugio zorgt voor een ontbijtje met koffie, wat toch een leuke start is op de vroege morgen.
De hospitalera waarschuwt voor de volgende refugio, waar de bareigenaresse bekend staat als erg onvriendelijk.
Waarom vraag ik? Tja een kwestie van karakter waarschijnlijk.
Bij het vertrek wordt de donativopot niet vergeten. Ik wachtte altijd tot het vertrek en afhankelijk van het gebodene werd gegeven, zoals hier met een ontbijtje is dat wat meer.
Het gaat ertegenover de trappen op naar de panoramaweg langs de rotsen op de kust, met schitterende vergezichten naar de riviermonding van Bilbao en de andere zijde naar Castro Urdales.

 

De panoramaweg langs de kust

 

Er blijkt tot een 50 jaar geleden nog ijzererts geladen te zijn, vanaf deze rotsen in schepen eronder. Hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen is een wonder. Zeker is dat dit gevaarlijk moet zijn geweest.
Er staan nog restanten van simpele liertjes waarmee zeewier naar boven werd gehaald.
De autosnelweg is nooit ver weg en deze blijft ons vanaf nu honderden kilometers volgen, maar nooit storend. Wel een stuk korter gezien de vele tunnels en imposante bruggen.
Een jaar geleden stond in de “Staf” een stuk over de hinderlijke autosnelweg, die de “Ruta del Norte” onaantrekkelijk zou maken. Werkelijk niets van gemerkt !
We komen in Cantabrië bij het dorpje Onton en hebben 14,5 dag in Baskenland gelopen !

                                                       

                         

  Cantabrië
De kustlijn van Cantabrië is 200 km lang met als hoofdstad Santander. Het is dun bevolkt met goed 550.000 inwoners, maar mooi groen. De bergformaties aan de kust zijn over het algemeen wat lager en dat is vanaf Bilbao al goed merkbaar.
De etappes worden hier een stuk lichter door. Het is het land van de boeren en koeien.
Er valt veel regen en in het hooggebergte in het binnenland ontspringen dan ook 3 grote rivieren waaronder de Duero die naar de Atlantische Oceaan gaat (Porto) en de Ebro welke naar de Middellandse zee gaat.
Er zijn geweldige zandstranden waardoor zomers de Madrilenen hier in grote getalen aanwezig zijn.

Overal kleine baaitjes met strand

 

In de verte Castro Urdales 

 

Er kan een stukje worden afgesneden door de kustlijn te blijven volgen. Oer wordt hier nog steeds gewonnen en een complete berg is al half afgegraven.
Na 20 km ligt Castro Urdales schilderachtig aan mooie baaien, het is tijd voor een stop. Er is een volksfeest aan het haventje met veel stalletjes, muziek en buitengewoon levendig.
Vandaag is het de 15e  Augustus; Maria ten hemelopneming, dus een feestdag.
Op een terrasje genieten we hier van.

Wonderlijke kerk op rotsformatie

 

Binnenzijde met dwarsbogen

De kerk ligt boven de stad op een rotsformatie, waar de zee met spectaculaire inhammen omheen spoelt.
Er mogen geen foto’s aan de binnenzijde genomen worden, wat steeds zo zal blijven. Orders van de Obispo. (Bisschop)
De kerk doet inderdaad te weinig aan zijn marketing! Ze zijn de hoeders van vele cultuurschatten, maar maak ze dan ook openlijk toegankelijk zonder beperkingen.

Spectaculaire inhammen

 

In open verbinding met de zee

 

Aan de andere zijde wordt een kilometerlang strand gevolgd, tot de Carretera N 634 wordt bereikt.
Deze volgen we, zodat een klein stukje wordt afgesneden, met mooie uitzichten over de kust, tot we in Islares aankomen.
De Carretera is amper bereden met de autosnelweg iets verder.
We komen langs een groot modern restaurant dat bomvol zit.
Dat is een goed teken waarna we aanschuiven. Inderdaad moet er gewacht worden tot plaatsen vrij komen, maar een pilsje verzacht het wachten.
Als de familie Nuñoz afgeroepen wordt melden wij ons als 2 Nuñoz, lachen, maar daar trappen ze niet in.
Op feestdagen is het Menu del Dia wel 20 Euro, maar we hebben zelden ook zo ruim en lekker gegeten!

Deze Ría kun je bijna overspringen!

 

De Ría achter de refugio

 

Na goed gegeten te hebben is het altijd weer makkelijker lopen met vernieuwde kracht. Je denkt rechtdoor te kunnen naar het strand van Oriñón; hoewel er loopt een Ría. Het lijkt net of je die wel kunt over springen, maar het dwingt richting autosnelweg en El Pontarón te gaan.
Bij het café met dezelfde naam wordt de sleutel gehaald.
De refugio is een huis een paar honderd meter verder links.
Het is een huis met bedden en verder niets, zelfs geen stoelen.
Achter het huis is een mooi uitzicht op de Ría.
Een Duits meisje uit Heiligenhaus in de buurt van Keulen arriveert. Het is Anna, die met 2 gehoorapparaten behoorlijk gehandicapt, maar buitengewoon slim en taai is.
Martin is ook aangekomen en de refugio loopt toch nog voller.
In de bar “El Pontarón” wordt een pilsje gedronken, waarbij we het ons wat gemakkelijk maken op de plastic stoelen buiten, dus ook met de schone sokken op de zitting.
De barareigenaresse kwam meteen bars vertellen dat Pelgrims zich moeten gedragen, nu ja we waren gewaarschuwd.
Na 222 km is het hier rustig slapen!

 

tab