21 Augustus, Comillas – Colombres
35 km, 113 hoogte


De volgende morgen zoeken we onder de refugio, tussen de flats door, een goed verborgen weggetje op. Omhoog naar de kerkelijke universiteitsgebouwen (Universidad Pontificada ) in Art Nouveau stijl uit 18 80, ook door de Marquis gebouwd. Met een grote boog gaat het eromheen een kustweggetje langs naar Trasvía, 3 km verder.
Ongeveer 100 m boven zeeniveau zie je overal baaien met rotspartijen en lange witte stranden, dat deze “Ruta del Norte” zo onvergetelijk maakt, vooral met zonnig weer zoals nu.
In de verte zijn de bergen van de Picos de Europa al te zien.
Naar beneden gaat het over de brug bij Río la Rabia met uitzicht over het natuurpark van Oyambre.

Het natuurpark van Oyambre

 

Schorrengebied

 

Een stukje over de Carretera, langs waterpartijen met exotische vogels, tot een dammetje, waar het rechtsaf gaat over een schorrengebied. Eb- en vloedstromen zorgen voor een apart eigen landschap met afgestorven boomstompen. Ineens sta je voor de golfbaan en iets verder op het strand van La Rabía, waarna het omhoog gaat naar Gerra op 8 km.
Na dit dorpje zie je het golvende Cantabrisch landschap voor je met boerderijen en typisch hier; vele silo’s van zo’n 4 m hoog en 2 m doorsnee. Bij elke boerderij staan verschillende exemplaren, maar de techniek gaat snel en nu zijn ze meestal buiten gebruik. Overal in de weilanden liggen tegenwoordig de met zwart of wit plastic omwikkelde balen hooi, zodat het moeilijk wordt een foto te maken zonder deze obstakels.

 

Over de vloedlijn

 

Boulevard in San Vicente de la Barquera

 

Bij het strand wordt de vloedlijn gevolgd richting San Vicente de la Barquera dat op 15 km ligt.
De 600 m lange brug, waar de getijdenstromen onderdoor bruisen en vissers proberen een maaltje te verschalken, wordt overgestoken.
Eigenlijk moet je nu linksaf de “Ruta” vervolgen, maar we willen het plaatsje bekijken en volgen de boulevard naar het centrum om een terrasje te pakken.
De ober vertelt dat de Hollanders en Belgen meer in Mei– Juni hier zijn, nu vooral Spanjaarden. Iedereen wordt aangeklampt door de onvermijdelijke zwarte Afrikaanse prullaria -verkopers.
Deze laatsten worden door een grote internationale organisatie uitgebuit en zijn op elk strand te vinden.
Boven de stad ligt de kerk van Santa María de los Ángeles, het raadhuis, burcht, ruïnes en twee refugio’s.
Bovendien is het uitzicht over het schiereiland naar alle zijden overweldigend.

 

Santa María de los Ángeles

 

Eb en vloed gebied

 

Over steile hellingen gaat het terug door het centrum naar de brug om de juiste route te vervolgen. De autosnelweg wordt gepasseerd waarna we in het dorpje La Acebosa komen.

 

De Autosnelweg wordt gekruist

 

La Torre Estrada

 

Het is knap klimmen en Anna ligt hier uit te rusten.
De “Ruta” gaat het binnenland door tot na het dorp Hortigal ook een andere Pelgrimsroute wordt aangegeven; De “Ruta” naar Santo Toribio de Liébana. Het is een omweg door de grillige bergen van de Picos de Europa, die vroeger veel gemaakt werd.
Het klooster heeft het grootste relikwie van het Kruis van Christus, meegebracht in 400 door de heilige Toribius.
Dit is zo speciaal dat ze het pauselijke privilege hebben om een heilig jaar (Jubileo) te mogen houden, als de feestdag van deze heilige op een zondag valt, natuurlijk met volledige aflaat.
Er bestaan 3 van deze Jubileo plaatsen; Rome, Santiago en San Toribio.
We vervolgen toch maar onze route en komen langs de burgruïne van la Torre Estrada.
We gaan door Serdio en Resués, kleine dorpen in een golvende groene natuur met veel bloemen over smalle weggetjes. 
In het laatste dorp steken we aan in bar Rincon, want met 28 beginnen de kilometers toch te tellen en eten eens goed.
Langs de Ría de Tina Menor gaat het onder de hoge viaduct van de autosnelweg door over de Ría en omhoog naar Val de San Vicente.
Even later lopen we Unquera binnen op de grens van Cantabrië, waar we de refugio zoeken, maar die is intussen opgeheven. Bij het verkeersbureau krijgen we het advies enige kilometers door te lopen naar Colombres.

Unquera moet gauw vergeten worden; wat een saai dorp!
Over de Ría Tina Mayor komen we in Asturië, toch weer een mijlpaal; een nieuwe provincie.

 

                              

 

☼   Asturië
Hier is de oorsprong van Spanje te vinden. Tijdens de Moorse overheersing is deze regio, vooral beschut door de bergen, altijd vrij gebleven. Het waren geduchte krijgers en vele Visigoten vonden hier hun toevlucht. “Don Pelayo”, de eerste koning van Asturië, versloeg voor het eerst de Moren in 722 bij Cavadongo. Zo begon de Reconquista, waarbij de ontdekking van het graf van Santiago goed uitkwam bij de herverovering van Spanje en Santiago de Nationale patroon is geworden als Matamoro of Morendoder.
De Spaanse kroonprins krijgt nog steeds de titel van Prins van Asturië. De vlag is blauw en komt vaak terug in de fel beschilderde huizen. Eerst was Oviedo de hoofdstad, maar al in 940 werd dit León.
In 1230 ging de regio op in Castilië en León waarna het minder belangrijk werd.
De streek heeft een eigen cultuur en dialect het “Bable”, dat naar het westen langzaam overgaat in het “Galeco”.

Grens Asturië bij Ría Tina Mayor

 

Colombres

 

M-C is keikapot maar we gaan in Bustío steil omhoog en komen langs een felblauw beschilderde jeugdherberg waar we een onderkomen zoeken. Dit kan, hoewel ze niet zo op pelgrims zijn ingericht. Het kost 12,5 Euro en daar krijg je een bed voor met douches, verder niets, zelfs geen stoel om buiten te zitten.
De ervaringen met jeugdherbergen zijn op een enkele uitzondering na, zoals in Gernika en Pobeña, uitgesproken slecht. Ze zijn gericht op hun doelgroep; jeugd, en pelgrims horen daar niet bij! Verwacht er daarom niets van, dan kan het alleen maar meevallen.
De gebruikelijke groep pelgrims arriveert wel en slaapt in een aparte vleugel. Zo ook Duitse en Spaanse vrouwen en zelfs Anna arriveert. Met M-C gaan we in Colombres op het terras van de Bar aan de Sidra, de nationale drank van Asturië. Het bevat 5,8% alcohol en drinkt toch wel fris weg, hoewel het behoorlijk droog is.
Dezelfde Sidra die in Santillana nog 9 Euro per 2 flessen kostte doet hier 2,5 Euro per fles!
Voor de kerk oefenen meisjesgroepen in een zangprocessie, wat voor de nodige afleiding zorgt.
Het hooggebergte op de achtergrond komt steeds dichterbij en uiteindelijk zijn we toch 393 km en route!

 

tab