25 Augustus, La Isla – Sebrayo
16,5 km, 100 m hoog


Richting Carretera zoeken we de “Ruta” op tot een betonnen paal met schelpen de weg wijst en een mooi begroeid pad de wildernis ingaat.


Na de ervaring van gisteren op het strand zijn we losser naar elkaar toe en we lachen heel wat af. We zijn toch diep in ons binnenste als pelgrim ook vagebond die vrij en onafhankelijk rondtrekt!
Maar zo is het natuurlijk niet helemaal. De “handy” gaat en mijn wandelmaatje thuis informeert hoe het is.
Haar 6e zintuig werkt geweldig want ze heeft meteen door dat er iets speelt (onwaarheden vertellen lukt mij niet). De telefoon zal nog verschillende keren gaan vandaag.
Ze dringt erop aan M-C te laten en alleen verder te gaan, maar ik vind dat ik dat niet kan maken na al deze tijd en we lopen zo fijn samen.

Middeleeuwse bruggetjes

 

Net voor Villaviciosa      

 

Toch geeft het me te denken en het drukt de stemming wel. Al gauw zijn we in Colunga, waar we een terrasje pakken en wat eten. Het landschap is zacht golvend. We lopen hier een stukje van de kust af.
Eén van de Duitse stellen komen we tegen en net als hij een perzik wil plukken, vraag ik wie hier klaut (jat). Perziken staan er genoeg en we zullen er dankbaar van genieten zo onderweg.
Ze zijn alleen verder gegaan omdat Manfred met zijn vriendin bonje maakt, vandaar ook de toestanden gisteren nacht.
Dat zit hem vooral in de levenswijze van Manfred, die als suikerpatiënt regelmatig moet leven, maar nogal gedronken had, waarop zijn vriendin reageerde.
De twee Duitsers lopen erg langzaam omdat de vrouw artrose in de voeten heeft, maar met stokken onverzettelijk verder gaat.
Door het gehuchtje La Vega en andere half verlaten dorpen gaat het omhoog tot we na 13 km in Priesca aankomen.
Hier staat het pre -Romaanse kerkje San Salvador de la Priesca uit 921.

San Salvador de Priesca

 

Tongewelven uit 921

 

Bij het naastliggende huis krijgen we de sleutel en je stapt zo de middeleeuwen in.
Op de Tongewelven zijn nog afbeeldingen over van de oorspronkelijke beschilderingen  en deze maken diepe indruk.
Het geheel is typisch dorps; eenvoudig en devoot, maar juist daarom zo indrukwekkend.

 

                       

 

Hoeveel kinderen zouden door de eeuwen gedoopt zijn in de doopvont?
Tijdens de revolutie in 1936 is het kerkje beschadigd, maar het dak is weer keurig gerestaureerd.
Naar beneden gaat het langs de beek Sebrayo door holle weggetjes, tot we onder het viaduct van de onvermijdelijke, maar niet storende, autosnelweg doorkomen.

 

Oude en nieuwe brug

 

De refugio in Sebrayo

 

Wat een tegenstelling; we lopen over de middeleeuwse ossenbrug en hoog boven ons torent het viaduct.
Om 13:30 uur zijn we al bij de refugio in Sebrayo, waar we besluiten te blijven.
We gaan naar Sonia in het ernaast liggende huis en krijgen alvast de sleutel, waarna we het ons gemakkelijk maken.
Morgen krijgen we na Villaviciosa het kruispunt van wegen naar Santiago; ofwel de “Ruta Primitivo” via Oviedo door het binnenland, of de kustweg verder via Gijón.
De hospitalera adviseert de “Ruta Primitivo” omdat de infrastructuur met refugio’s beter is en de kustroute nogal wat industrie heeft.
M-C heeft zelfs een Frans routeboek van de “Primitivo” gevonden en we besluiten in principe dit te gaan doen.
De uitzichten zijn hier groots maar het is een gehucht zonder verder wat dan ook. Om 19:00 uur komt een buurjongen met een soort winkelbusje en met deze spullen kunnen we zelf wat proberen klaar te maken.
De Duitsers en de Belgen zijn aangekomen. En nog verschillende andere oude bekenden. Er zijn 14 bedden die met de kortste keren vol zijn. Hierna gaat het boven op de vloer verder en mijn matje leen ik aan een Duitse vrouw. Twee nieuwe Duitse vrouwen arriveren; Steffie en Lena en Frans, een Sloveen.
Al gauw heb ik door dat het ene gasvlammetje met pan snel bezet zal zijn en we organiseren om met zijn tienen eten te maken.
De pan met water zetten we alvast op het vuur en maar goed ook; er kwam ook nog een luidruchtige maar wel leuke groep Italianen aan.
Het buurtbusje wordt bijna leeg gekocht en met aardappels, uien, paprika’s, tomaten, knoflook, wortels, bonen, potten met erwten, een krop sla en zelfs ham (er was geen kip) wordt een dikke soep gemaakt. Het toetje is yoghurt.
Het gezamenlijk voorbereidingen maken zorgt voor een gezellige boel. Vooral ook omdat we de voorraad witte en rode wijn in de bus uitverkocht hadden.  

Naderhand zitten we buiten in de zachte zomeravond aan grote tafels en genieten van dit simpele pelgrimsmaal.
De Italianen hadden wel brood maar de vele jonge Spanjaarden maakten gebruik van de oven. Ze zochten slakken in de buurt die ze met bloem bestrooiden en wilden dat wij ze proefden, maar ik heb daar vriendelijk voor bedankt.
Het restantje van de soep werd door de plaatselijke hond gretig opgeslobberd.
Mijn telefoon staat niet stil en Loes belt weer, waardoor ik steeds meer bij zinnen kom. M-C heeft tranen en ik voel me behoorlijk schuldig.
Met ambivalente gevoelens gaan we slapen na 486 km!

 

tab