Deel 5
De terugreis
Traject 3 – a
Roncesvalles - Tours
707 Km
Vervolg op Deel 4
Traject 2 – b
Santiago - Roncesvalles
Roncesvalles - St. Jean-Pied-de-Port – Tours.
Gereden is het alternatief langs de kust.
Kaartjes en hoogteprofielen komen uit Deel 2 "St. Jacobsroute" van Clemens Sweerman
19 Mei, Roncesvalles – Gourbera 136 km
Eerst vertrekken de Pelgrims in de Refugio al vanaf 6:00 uur. Ik hou mij nog even gedeisd tot de meesten van de 120 looppelgrims om 7:00 uur vertrokken zijn, waarna er mooi ruimte is om alles gereed te maken. In het keukentje wordt lekker brood met kaas gegeten, weggespoeld door koffie en jus d’orange, zodat met een voldaan gevoel op weg gegaan kan worden. De fiets staat in het gangetje beneden en wordt de trappen op naar boven gesleept. Bepakt en gezakt, klaar om te vertrekken, voor gevoelsmatig het laatste gedeelte. Van Marja, Jan, Harrie en Els wordt warm en dankbaar voor de geboden gastvrijheid afscheid genomen; op naar huis!
Met Marja, Jan, Harrie en Els in de Refugio
Het derde routeboek “Tours – Pyreneeën” zit op de stuurtas, waarin de route ook omgekeerd naar het Noorden beschreven wordt. Het stuur naar boven gericht voor de vrij lichte 3 km naar de top van de Ibañetapas.
Roncesvalles – Gourbera 136 km, Dagtraject 37
Om het klooster kronkelt de weg op het laatste steile stuk naar boven.
De weg kronkelt om het klooster
De Alto de Ibañeta zit dik in de mist op 1057 m hoogte. Het is de laatste echte top op de thuisroute waar ik na al het geklim in Spanje niet rouwig om ben! Op de top staat een kapelletje, die meestal dicht zit, ter nagedachtenis aan de slag die Ridder Roeland (Roldán), aanvoerder van de achterhoede van Karel de Grote, zoals eerder beschreven, hier geleverd zou hebben.
De Alto de Ibañeta in de mist
Boven op de berg is het voor de laatste maal echt koud en is de winteruitrusting noodzakelijk. Het vooruitzicht ongeveer 25 km alleen maar naar beneden te hoeven suizen is prachtig en vol goede moed gaat de fiets in de grootste versnelling. De helling loopt over het algemeen netjes naar beneden met vooral bijna bovenaan enkele stukjes van tegen de 8%. Met haarspelden en serpentines gaat het loeihard naar beneden. Al gauw zitten we onder de mist. De bergen zijn dicht begroeid met vooral beukenbossen op zijn mooist nu de bladeren net uitgelopen zijn.
Net uitgelopen beukenbossen
De remblokjes doen het nog steeds goed maar slijten behoorlijk, omdat aan bijremmen niet te ontkomen is. De snelheid loopt makkelijk tot ver boven de 50 km waarbij, vooral door het gewicht van de voorwieltassen, enige instabiliteit te bemerken is. De weg is rustig zodat zonder gevaar de bochten ruim genomen kunnen worden. De zwoegende fietsers aan de andere zijde kan ik amper groeten want ze worden gepasseerd in een flits.
De laatste echte Pyreneeën
Natuurlijk zitten er ook een paar rustige stukken tussen. De temperatuur neemt prettig toe bij het lager komen. Valcarlos is het eerste plaatsje dat doorgestoken wordt, waarna Arnéguy met een laatste steil stuk volgt. Dit is het gebied van de Ventas, grote winkels op de grens, die goedkopere Spaanse producten aanbieden. Vroeger vooral spiritualiën (Pernod, Cognac, Likeur) en tabak, die in Frankrijk een veelvoud duurder waren. Door Europa is dit alles een stuk gelijk getrokken en minder aantrekkelijk geworden. Bovendien bemerk ik dat ze sigaren voor Franse prijzen willen verkopen en pas de helft toegeven na protest. Hetzelfde is hier met de benzineprijzen die 10 ct duurder zijn dan voor Roncesvalles; oppassen dus!
Het riviertje de Petite Nive is meteen de grens zodat Frankrijk ingestoken wordt. Vanaf nu omschakelen op de Franse taal i.p.v. het Spaans (Cambio la Lengua, Changer la Langue!).
St. Jean-Pied-de-Port ligt 8 km verder met een lichte daling door een mooi golvend landschap. De plaats in wordt het opeens behoorlijk druk. De stad leeft van de Pelgrims en is dé startplaats voor het laatste gedeelte naar Santiago.
De Nive
Hoewel het maar 1500 inwoners heeft maakt het toch een stedelijke indruk met zijn drukke terrassen, winkeltjes, markt en schilderachtige straatjes. Het is onderdeel van Neder Navarra, voor 1530 behoorde het bij het Koninkrijk Navarra en is daarna door Frankrijk veroverd. De gebroken ketens van de slag bij Las Navas de Tolosa in 1212 tegen de Almohaden maken ook hier onderdeel uit van het stadswapen. De beroemde Citadel werd gebouwd door Richelieu om de Spanjaarden buiten het land te houden en is een eeuw later versterkt door Vauban.
Wapen van St. Jean-Pied-de-Port
De Rue de la Citadelle is het belangrijkste straatje net over de middeleeuwse brug met poort en kerk Santa Eulalia uit de 12e eeuw aan de rechterzijde. Deze kerk is typisch Baskisch met aparte houtbouw van binnen en zeer de moeite waard nader te bekijken.
Rue de la Citadelle met Poort en kerk Santa Eulalia
De (loop)Pelgrims moeten onder de poort door om aan de Camino naar Santiago te beginnen. Het straatje loopt nu steil omhoog geflankeerd door sfeervolle oude Baskische huizen in de leidende kleur rood (waarschijnlijk vroeger Ossenbloed!). De winkeltjes en Refugios lopen door tot boven aan toe, waar aan de linkerzijde het Pelgrimsbureau zit. Voor 2 Euro is een Credential te verkrijgen en de eerste stempel.
Ze geven ook dringende adviezen of het veilig is over de hoge route de Napoleon tot 1420 m te gaan! Jaarlijks vallen slachtoffers door sneeuwbuien tot ver in het voorjaar, waarbij de paden en pijlen niet meer te vinden zijn en Pelgrims verdwalen en onderkoeld raken! Fietsers gaan over de beschreven Ibañeta pas en hebben geen last omdat deze open gehouden wordt.
Hier tegenover aan de rechterzijde zit de Nederlandse Refugio “L’Esprit du Chemin”. Deze herberg wordt gedreven door Huberta en Arno uit Velp vanuit idealistische overwegingen. Ze kunnen 18 mensen herbergen waarbij slapen, diner en ontbijt samen niet meer kosten dan 20 Euro! Het stokoude gebouw is in deze jaren door henzelf met vrijwilligers verbouwd tot een pareltje met een prachtige Baskische gevel. Maar vooral hebben de Pelgrims het er geweldig naar de zin. De warmte die je hier vindt, zou je langs de hele CF wensen! Het enige nadeel is dat ze eigenlijk elke dag vol zitten. Hoewel ze er naar streven elke dag minimaal 8 plaatsen vrij te houden voor trekkers. Reserveren is daarom aan te raden!
L’Esprit du Chemin
40 Rue de la Citadelle: 64220 Saint Jean Pied de Port, France
Tel +33(0)559372468 open van April t/m September
E-mail: hubertarno@espritduchemin.org
Herberg L’Esprit du Chemin aan de Rue de la Citadelle
De Route National de D933 wordt gevolgd door talrijke dorpjes naar het 32 km verderop gelegen St. Palais. Hoogste tijd voor een terrasje waar heerlijk in de zon gezeten kan worden en afscheid genomen kan worden van de winteruitrusting! De handschoenen, muts en overschoentjes worden diep weggeborgen en zijn hierna niet meer nodig.
Het is meteen wennen aan de Franse prijzen, waarbij een kop koffie tot het 3-voudige kost van Spanje! De stad uit loopt een mooi binnendoorweggetje naar Labastide-Villefranche met een overgebleven weertoren. Met dit prachtige weer is het heerlijk om te fietsen. Hier en daar ook nog behoorlijke klimmetjes, want het zijn toch nog de uitlopers van de Pyreneeën.
Labastide-Villefranche
In Carresse staan veelbelovende borden van een Resto; maar eens proberen. Behalve een goed en redelijk menu waren ze ook nog buitengewoon vriendelijk. Frankrijk blijft steeds weer verbazen!
Naar Peyrehorade is het vrij vlak en loopt de route in dit groene en vruchtbare gebied, onderdeel van de Béarn, door plantages met kiwi’s.
Overal Kiwi plantages
Het is een oude stad aan de oevers van de Gave d’Oloron, die hier een behoorlijke rivier geworden is. Het ligt schilderachtig tegen de heuvelachtige oever aan de andere zijde opgebouwd.
Wapen Peyrehorade met Leeuwen en luipaarden
Het kasteel d’Aspremont torent boven de stad uit en is in 1500 gebouwd op de ruïnes van een eerder kasteel dat verlaten was door de Vicomte d’Orthe. Deze was trouw aan de Engelse kroon (de honderdjarige oorlog!) en werd in de pan gehakt en verdreven.
Chateau d’Aspremont
Over de brug naar de andere kant moet om het stadje (het heeft maar 3300 inwoners!) gebogen worden en de helling omhoog het dal uit. Het laatste felle bergje wordt genomen en door een golvend landschap gaat het richting Dax. Vanaf Peyhorade is het toch nog 22 km naar Dax over de laatste echte bergjes. Inmiddels zijn al meer dan 100 km weggezet en dat laat zich voelen. De temperatuur wordt steeds beter verder Frankrijk in. De omgeving is vol van een schitterende natuur en in de bermen staan regelmatig gladioolachtige bloemen.
Wilde Gladiool
De oorspronkelijke gladiolen zijn roze!
Dax is met 21.000 inwoners voor deze streken een grote plaats met een rijke historie. In de 100jarige oorlog steunden ze Hendrik II Plantagenet van Engeland omdat Eleonora van Aquitanië door haar huwelijk deze streken ingebracht had.
Wapen Dax met Leeuw van Aquitanië en oude naam
Dax is vanuit de oudheid een belangrijke plaats op een kruispunt van wegen in een vruchtbare streek. Bovendien zijn de warme zwavelbaden als kuuroord bij de Romeinen al bekend. Het heeft al een Bisschop in 350.
Bij de aanloop naar Dax wordt het aanmerkelijk drukker. Gelukkig wordt de stad slechts zijdelings geraakt en rechts door binnenlanden en kleine dorpjes afgebogen. De Adour is echt een grensrivier. Dit is de natuurlijke afscheiding tussen Baskenland en Les Landes de Gascogne, waar alles anders wordt. Het is gebeurd met het golvende landschap, weiden en loofbossen, hiervoor in de plaats komen eindeloze dennenbossen.
Brug over de Adour
De smalle brug is zo tegen zessen een erkende sluiproute waarbij van beide kanten drommen auto’s wachten om er over te komen. Uiteindelijk lukt het om tussen de auto’s door naar de overkant te racen. Nu kronkelt de route voorlopig voor de laatste keer omhoog door het rivierengebied. Na Buglose beginnen de aangeplante vlakke dennenbossen van Les Landes.
Van te voren was het idee dat dit wel eens eindeloze saaie afstanden konden zijn. Gelukkig zou dit anders uitpakken.
Les Landes; eindeloze dennenbossen!
Door de bossen lopen lange rechte wegen in absolute eenzaamheid omzoomd door aangeplante percelen met dennen. Vroeger werden van deze bomen hars afgetapt (Gemmage) wat tot 30 jaar geleden nog gebeurde. Men gebruikte deze natuurharsen als grondstof voor de verfindustrie en om terpentine van te maken. Dit proces is inmiddels verdrongen door de goedkopere kunstharsen uit de aardolie-industrie. Dax was een belangrijk centrum van de harsindustrie wat nu geschiedenis is. In Portugal wordt nog steeds deze hars afgetapt voor speciale toepassingen.
Winning van natuurhars
Gourbera is een dorpje van niets, maar met een cafeetje dat open is. Het loopt toch al tegen zeven uur en de zin is er wel af zodat een onderkomen moet worden gezocht. In het cafeetje wordt een pilsje gedronken met een “Madame” achter de bar waar geen contact mee mogelijk was. Uiteindelijk bestel ik maar een karafje van een kwart liter wijn en gooi dat in een bidon. In de andere bidon wordt water meegenomen.
Het dorp uit stond nog wel een bord van een Chambre d’Hote, maar inmiddels is een gezonde argwaan voor Fransen ontwikkeld. Een paar kilometer verder is het bos dicht met een paar zijpaadjes. Hier maar in tot een open plek gevonden is, zodat het tentje dat al die tijd achter op de fiets meegesleept is ook nog eens van pas komt. Het waait nogal hard maar in de beschutting van de bomen gaat dit prima zodat het tentje rap overeind staat. Matje klaar, slaapzak erop en een kussen geïmproviseerd.
Tentje in de bossen
De temperatuur is in vergelijking met Spanje lekker zodat het met een glaasje wijn en wat pindakoeken uit de noodvoorraad best uit te houden is. Loes gebeld die verbaasd vraagt; wat hoor ik toch? Dat zijn de koekoeken die heerlijk natuurlijk en nadrukkelijk aanwezig zijn. Het enige wat mist is een warme douche dat overgeslagen moet worden. Op tijd met het donker worden het bed in na 136 km over een mooi heuvelachtig terrein afgelegd te hebben. Het gevoel is nu echt los te zijn van de Pyreneeën en Spanje. We zitten op 3634 km!