22 April, Donzenac – Rocamadour 71 km

Door het gezang van de vogels word je al vroeg gewekt, maar de nacht is heerlijk rustig geweest. Tegen de ochtend als het koud dreigt te worden wordt de plastic parka over het onderste gedeelte van de slaapzak gelegd, wat aanzienlijk scheelt. Alleen oppassen voor vocht, want het wasemt niet uit waardoor de slaapzak nog behoorlijk nat kan worden. Ruim voor achten is alles ingepakt zodat bij het café een grote Café au Lait genomen kan worden. Ertegenover bij de bakker wordt vers, nog warm, brood gekocht, zodat het prima ontbijten is. Het is vandaag een wat speciale dag doordat Michon, mijn zoon, vandaag 37 jaar wordt. De Handy is natuurlijk een uitkomst en niet meer te missen (hoe moeilijk was dit nog geen 10 jaar geleden!).

Fietsen Langs Oude Wegen

Donzenac – Rocamadour, 71 km, Dagtraject 13

 

Doncenac uit gaat het een stukje parallel aan de autoweg E9 die doorgaat naar Toulouse. Ook hier klimt en daalt het nog behoorlijk, totdat na Ussac het vooral het dal in gaat van de rivier de Corrèze en de grotere stad Brive-la-Gaillarde. Het departement is genoemd naar deze rivier.

In de oude binnenstad die een nogal grootstedelijk karakter heeft met boulevards wordt een terrasje opgezocht om eens lekker te ontbijten met een Sandwich, die je het beste kunt halen bij een van de vele Boulangers (bakkers) in de buurt. De koffie is bij het café te krijgen en men kijkt hier niet vreemd van op. Het weer is onverminderd prachtig. Volgens het routeboek is vanaf nu de zuidelijke invloed steeds meer waarneembaar.

De stad uit staat meteen een klim van 8 km voor je neus. Naar Turenne volg ik toch maar de D38, de RN route die als saai wordt gekwalificeerd, maar dit geenszins is en bovendien minder heftig en niet te druk. Turenne blijkt een prachtig gelegen middeleeuwse stad boven op een bergtop.

.

Turenne met de Tour de Caesar

 

.

Straatje met burcht

 

Het is een van de mooiste Franse stadjes en volop toeristisch, wat betekent dat er ook prettige terrassen zijn die na de geleverde inspanningen goed van pas komen. De oude burcht met zijn torens en de losstaande toren van Ceasar zijn te bekijken.

  Henri de la Tour d’Auvergne

Het graafschap is tot 1738 zelfstandig geweest onder de Franse kroon. De meest bekende heerser was Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne, die ook nog hertog van Bouillon en prins van Sedan was. En nu de Nederlandse roots: Hij was kleinzoon van Willem de Zwijger! Zijn moeder was Elizabeth van Nassau. Zijn militaire opleiding ontving hij in de Nederlanden bij zijn ooms Maurits en Hendrik van Nassau o.a. bij het beleg van Den Bosch in 1629! Uiteindelijk schopte hij het tot Maarschalk Generaal van Frankrijk en staat bekend als een van de grootste Franse veldheren, die Duitsland (Rheinland-Pfalz,  Beieren, Elzas), Vlaamse en Spaanse legers versloeg. Hoewel gereformeerd bekeerde hij zich tot het katholicisme, waarschijnlijk had hij het anders ook niet gered onder de Kardinalen Richelieu en Mazarin. Geheel in de stijl van een vechtjas stierf hij door een kanonskogel in 1675 in Duitsland op 64 jarige leeftijd.

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/3/3e/Henri-turenne_2.jpg

Henri de la Tour d’Auvergne

 

.

Turenne van de andere zijde

 

Turenne uit de volgende forse klim naar Hôpital-St.Jean. Een wel opmerkelijke grens wordt overgestoken van de Limousin naar de Midi Pyrénées. Het zuiden komt dichterbij! Hôpital is een oude pelgrims verzorgingsplaats. Men heeft aan de rand een opstelling van een oude oliemolen geplaatst als een monument voor vroegere beroepen en gereedschappen. De olie werd uit walnoten en zelfs al olijven geperst.

.

Oude oliemolen

 

Het is er doodstil zoals hele gedeelten in dit jaargetijde op de route. Als individuele fietspelgrim moet je wel tegen deze eenzaamheid kunnen. Een halve dag niemand spreken behalve oppervlakkigheden, zoals het bestellen van koffie, is normaal. Zeker in Frankrijk is de interesse in een fietspelgrim beperkt en niet alle Fransen zijn even aardig, integendeel; afstandelijkheid voert hier de boventoon. Ik heb wel eens horen zeggen dat vriendelijke Fransen meestal van buiten het land stammen! Wel heb je door de onmetelijke rust die je op de eindeloze binnenwegen ervaart alle tijd om de grootsheid van de natuur en het “al” om je heen te ervaren. Zeker met prachtige weersomstandigheden voel je zo nu en dan een vorm van spiritualiteit waarbij je blij bent onderdeel uit te maken van de kosmos. Zonder de dagelijkse sore van het moderne leven thuis, waar zoveel moet. Alleen de meest elementaire dingen des levens zijn nu even belangrijk; Hoever kom ik vandaag?, Wat eet ik waar?, Waar vind ik onderdak?, Hoe is de conditie? (vooral het zitvlak!) En natuurlijk het doel om Santiago te bereiken, waarbij je onderdeel van een duizenden jaren traditie bent en dankbaar dat dit allemaal voor je mogelijk is! Zodat zelfs een “Pelgrim zonder God” het zeer naar zijn zin heeft. Vooral als je open staat voor de vele culturele, historische en ook sportieve ervaringen onderweg. Verrassende ontmoetingen geven wat extra’s, zoals de contacten met de vele Pelgrims van over de gehele wereld uitermate boeiend zijn. Vooral op de Spaanse Camino zullen deze ontmoetingen legio zijn!

Natuurlijk is ook het dagelijkse contact met het thuisfront onontbeerlijk. De telefoon moet dus goed opgeladen blijven en is in enkele jaren een onmisbaar attribuut geworden!

.

Eenzaamheid op de hoogvlakte

 

Bij Martel moet flink geklommen worden om op het kalkstenen plateau te komen. Het landschap verandert hierdoor ingrijpend. Martel is nog vernoemd naar Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote en hofmeier van de Merovingische koningen. Hij heeft ervoor gezorgd dat het Frankische rijk steeds groter werd en vooral: hij versloeg de Saracenen, afkomstig uit Andalusië en Catalonië, meerdere malen o.a. bij Poitiers in 732 en in de Provence in 737. Zijn wapen staat in 3-voud in het stadswapen van Martel (Oud Frans voor hamer!, tegenwoordig Marteau).

Bestand:Blason Ville Martel fr (Lot).svg

Stadswapen Martel

Het oude stadje met zijn 7 torentjes ligt in het zonnetje te blaken waarbij de terrasjes op het pleintje het goed doen. Een restaurantje is druk bezocht zodat ik aansluit om een menuutje te nemen bij een tafeltje in de zon. Het wordt een typisch voorbeeld van een ongeïnteresseerde bediening door een nuffige serveerster. Ondanks duidelijke bestelling zonder ham, brengt ze me dit na lang wachten toch, waarbij ze nog het idee gaf er wel blij voor mogen te zijn! De ham toch maar weer terug en na extra lang wachten volgde het bestelde. Is het de stress van een redelijk vol terras? Of toch ook de algemene Franse houding? In Spanje komt dit bijna niet voor, maar a la, niet alle Fransen zijn zo; maar wel vaker dan gemiddeld!

.

.

Martel met zijn 7 torentjes

 

Martel lijkt heel wat maar heeft toch maar 1300 inwoners. De Dordogne nadert, wat te merken is aan de reclame voor de Truffel. Wat een speciale smaak moet deze onooglijke zwam hebben om in de Franse keuken zo’n vooraanstaande plaats in te nemen. En dan te bedenken dat het vroeger boerenvoedsel was!

Truffels

Zijn extreem kostbare zwammen die in symbiose langs de wortels van vooral eikenbomen groeien in de zomer en het najaar. Door hun speciale aroma worden ze vooral gebruikt in de “Haute Cuisine” (Franse keuken). En dan te bedenken dat het vroeger eigenlijk boerenkost was!

 Ze zijn behoorlijk duur, prijzen tussen 1000 en 2000 Euro per kg zijn normaal! De zwarte en witte truffels uit de Dordogne en Périgord zijn de beste ter wereld (volgens de Fransen!). Ook in Italië en in verder Zuid Europa komen ze voor. Ze moeten vooral vers gegeten worden. Men zoekt ze met speciaal afgerichte honden, die de truffel feilloos ruiken en opgraven. Ook varkentjes doen dit, maar eten de truffel te graag op! Het zoeken van truffels is een geheimzinnige zaak waarbij de plekjes verborgen gehouden en verdedigd worden. Truffelstroperij komt veel voor. De zwammen zien er onooglijk uit, maar zijn een vermogen waard. Men probeert ze met wisselend resultaat te kweken, door jonge eikjes behandeld met truffelpuree te poten.

http://www.dordogne.nl/images/images/truffles.jpg              http://www.truffelcatering.nl/typo3temp/pics/4be68e5537.jpg

Zwarte truffels

Een lange afdaling naar het groene en volop begroeide Dordognedal volgt. De bomen zijn al behoorlijk ver uitgelopen waardoor het voorjaar hier al veel duidelijker aanwezig is. De walnoten boomgaarden zijn later en verkeren nog in diepe winterslaap.

.

Notenbomen lopen laat uit

.

De eerste blik op de Dordogne

Ineens is de Dordogne door de bomen te zien. Toch een mijlpaal want het Zuiden gaat nu echt beginnen! Vanaf hier zit je zo ongeveer op de helft naar Santiago! Een klein stukje verder is de brug naar Meyronne aan de overkant.

.

.

De Dordogne op de helft naar Santiago!

Van toerisme is in het vroege voorjaar nog niet veel te merken, hoewel er wel campings zitten en Meyronne een mooi plaatsje is. Een stukje gaat het een rustig groen dal door totdat rechtsaf geslagen moet worden naar Mayrinhac. Dat zal me nog lang heugen! Bloedsteil gaat het kilometers achter elkaar door omhoog. Een enkele keer sta ik even stil om bij te komen, waarna het volgende stukje wordt genomen. Alvast een voorproefje wat later nog staat te komen!

.

Mayrinhac-le-Francal

Mayrinhac is uitgestorven met een mooi middeleeuws torentje. Aan niets is te merken dat de toeristenkermis van Rocamadour zo dichtbij is. Totdat we in l’Hospitalet bij de slenk komen waar de plaats aan ligt. Hier staan vele hotels met de bijbehorende drukte, hoewel nu nog redelijk te overzien. Hoe moet het hier zomers wel niet zijn! Rocamadour ligt prachtig gebouwd tegen een rots wand boven de slenk in de verte.

.

Rocamadour vanaf l’Hospitalet

 

.

Door de oude stadspoort

 

Naar beneden over een smalle weggetje het dorpje in. Een fiets is dan toch een groot voordeel want zo kun je ongestoord in het centrum komen dwars door de vele lopende toeristen. Twee stadspoorten uit de 13e eeuw worden gepasseerd. Het is een doorlopend straatje met veel toeristische winkeltjes en cafeetjes. Maar aan de rechterzijde is een Syndicat d’Initiative. Toch maar eens vragen waar het best overnacht kan worden. Er blijkt een echte refugio te zijn, waarbij het vriendelijke meisje belt om te kijken of er plaats is. Ze geeft meteen een stempel in het Credential.

Heraldique Blason ville fr Rocamadour (Lot).svg

Wapen van Rocamadour

 

.

13e eeuwse stadspoorten

 

.

Kapel van de Zwarte Madonna met burcht

 

92323DE7.jpg

Stempel van Rocamadour in Credential

Om bij de refugio te komen moet beneden door het dal buiten langs het plaatsje gereden worden, waarna een beroerd steile helling omhoog gaat naar het middelste niveau. Hier rest maar een ding: lopen en duwen!  Door weer een oude stadspoort gaat het naar binnen waar direct aan de rechterzijde de refugio ligt.

.

Stadspoort middelste niveau 

 

.

Voor de refugio

Dit is een groot woonhuis die op de rand van de Gorge ligt. Na het bellen wordt opengedaan door een vriendelijke oudere dame, die weer een stempel geeft en een kamertje boven wijst. Kleine kamertjes zijn afgetimmerd met 4 bedden per kamer en een gezamenlijke douche met wc. Verderop onder de kap is een keuken en eetruimte. Perfect in orde en alles donativo. De dames blijken een soort kloosterlingen te zijn en teruggetrokken vriendelijk. De fiets wordt in het schuurtje in de tuin gezet een paar trappen af. Vanuit de tuin heb je een prachtig uitzicht over de Gorge van la Vallée de l’Alzou. Het voorjaar is opeens veel verder wat behalve aan de aangename temperatuur te zien is aan de bloeiende seringen.

.

La Vallée de l’Alzou beneden

 

De Alzou is het beekje dat beneden door het dal loopt. Het gebied is onderdeel van de Causse du Gramat, een leisteenplateau. De omstandigheden zijn hier zo gunstig dat het al bewoond is vanaf verre prehistorische tijden, getuige de rotsschilderingen in grotten, de vele Dolmen, Menhirs en Tumulus. In de tuin droogt het wasje aangenaam snel.

De refugio ligt vlak bij de kerk van de Zwarte Madonna (Chapelle Notre Dame “Vierge Noire”). Met erbij de kerk van St. Amadour, de heilige die in de 11e eeuw herontdekt is. Van het stadje loopt hier de beruchte Grand Escalier (grote trap) naar boven met 216 stenen treden. De vele veroordeelde boetelingen, vooral uit de Nederlanden, moesten op de knieën in een harig kleed, met kettingen om hals en benen, de trap op naar de schandpaal en boete doen. Als dit als voldoende beoordeeld werd kregen ze een “Spatelle” of “Senhals”, de meestal loden penning, zodat bij thuiskomst aangetoond kon worden dat de boetedoening volbracht was. 

Photographie d'une sportelle

Spatelle

Rocamadour is nu nog de 2e bedevaartsplaats van Frankrijk en voor Santiagogangers een belangrijke halteplaats.

.

Middelste niveau met Chapelle

 

De trappen aflopen is nu veel gemakkelijker, waarna in het hoofdstraatje een terrasje gevonden wordt met wat eetbaars. Het gedoe van de toeristen vormt een prettige afwisseling na een dag van hard fietsen. Supermarktjes zijn praktisch niet te vinden, maar in een van de vele kaaswinkeltjes is een meisje bereid haar yoghurtje te verkopen zodat ik morgenvroeg voorzien ben. Terug in de refugio zijn nog enkele Franse looppelgrims gearriveerd. Zij eten boven en gezamenlijk praten we wat over Pelgrimszaken en wat te verwachten is.

Buiten is het heerlijk zacht met uitzicht op de weg aan de overzijde die de volgende morgen meteen genomen moet worden. Dat wordt meteen buffelen!

.

De route voor de volgende dag aan de overzijde!

 

Vandaag maar 71 km afgelegd maar behoorlijk pittig. De eerste helft naar Santiago zit erop na 1352 km!

 


tab