7 Juni, Chablis – Bessy-sur-Cure, 32 km

Sleutel door de bus en vroeg op pad. Een mooie route door de wijnvelden staat op de kaart. De D462 is korter en op de zondagmorgen amper bereden, waardoor de keuze makkelijk is. Verderop komen nog heuvels voldoende en de weg is best aardig. De druivenvelden lopen tot op de route.


Chablis – Bessy-sur-Cure 32 km


Na Chablis


Courgis is een dorpje op een heuvel en wordt snel doorgelopen. Waarna één van de mooiste stukjes van het wijngebied van de Chablis volgt.


Chablis, Chardonnay

Chablis is bekend om zijn droge wijnen gemaakt van de witte Chardonnaydruif (Beaunoir). Door de noordelijke ligging op kalkgronden hebben ze een hoge zuurgraad met minerale tonen. De streek is met 6400 hectare niet groot.



De kwaliteiten zijn volgens Frans model opgedeeld in terroirs; Petit Chablis, Chablis, Grand Premier Cru en Grand Cru. Met onevenredig sterk oplopende prijzen. Deze wijnen worden vanouds gedronken bij schaal – en schelpdieren (oesters). Doordat de wijn niet rijpt op hout ontstaat een strak droge frisse wijn, die liefst jong gedronken moet worden.



Door de makkelijke aanpassing van het druivenras wordt ze geproduceerd door de gehele wereld. Als hoeveelheidswijn vaak vrij smakeloos (huiswijn). Bekend is de kreet; “All but Chardonnay” (alles behalve, ABC). Door het beperkte aanbod van Chablis en de grote vraag is deze wijn te duur en zijn goedkopere en betere varianten te overwegen (Nieuw Zeeland!). Pas op voor “vanilletonen”, dit betekent meestal een overmaat aan eikenhout (bladeren groeien eruit!), maar ook dat is persoonlijk.


Mooiste wijnvelden van de Chablis


Nog klimmen ook omdat een mooie vallei moet worden doorgestoken. Op de achtergrond het kerkje van Préhy dat van verre zichtbaar is.


Chapelle de Notre Dame


Prachtige omgeving, maar weer typisch Frans; weinig uitnodigend. Nergens stalletjes, wijnbarretjes, terrasjes of cafeetjes. Een afspiegeling van de het kille Franse gemoed?

Het trekken is natuurlijk wel heerlijk. Volkomen uitgestorven door de zonnige golvende dreven. De wijnhellingen verdwijnen richting St-Cyr-les-Colons wanneer de route door een bebost dalletje loopt.


Geel of gewoon nagelkruid of Geum Urbanum

Overblijvende plant uit de rozenfamilie Rosaceae. Afmeting 30 – 70 cm, Bloeit mei – september geel 0,8 – 1,5 cm bloem met 5 kelkbladen. Vormen kenmerkende borstelig gehaarde dopvruchtjes met weerhaakjes. Langgesteelde rozetbladeren, behaarde stengels. Groeien op licht beschaduwde plaatsen op kalkrijke grond. Algemeen voorkomend. Nuttig medicinaal kruid. Ontstekingsremmend tegen mond, maag - darmstoringen, diarree en huidproblemen. Bevat kinine en looistoffen wat tegen koorts werkt. Zakje bij je dragen weert boze invloeden af.


Richting St-Cyr


St-Cyr-les-Colons blijkt een mooi bewaard dorpje met stadsmuren, poorten en pleintje waaraan het kerkje staat. Inmiddels is 13 km afgelegd en tijd voor koffie. Alleen een open bakker is niet te vinden. Bij een Hostal naar koffie geïnformeerd, nee dus. Als op het pleintje gepicknickt wordt komen ze toch een bekertje gratis koffie brengen. Toch wel aardig!


St-Cyr-les-Colons


Auxerre is in de buurt. Het is mogelijk varianten hierover te nemen, wat ca. 22 km extra betekent. Deze route is aantrekkelijk genoeg en de omweg niet noodzakelijk. Later blijkt dat vooral Duitsers deze route nemen via hun beschrijvingen.


Het plaatsje uit de volgende mijlpaal; de Autoroute du Soleil onderdoor, die van Parijs naar de Middellandse zee loopt. De voorlopig laatste rechte en vlakke stukken volgen.


Laatste vlakke stukken


Naar Cravant is het 10 km door een afwisselend bosgebied. In de verte zijn de groene bergen van de Morvan te zien. Het uiterste noordwesten wordt doorgestoken.


Morvan


Purperrode klaver of Tripofolium Rubens

Vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie Fabaceae. Hoogte 20 – 60 cm. Bloeit purper met talrijke bloempjes tot 8 cm grote kegels, die behaard zijn in de punt. Bloeit juni – augustus. Lancetvormige bladeren. Houdt van droge kalkrijke bodems in de zon.


Naar Cravant


Cravant lijkt dichtbij als een wat vreemde slinger gemaakt moet worden om in het stadje te komen. Het blijkt een verstild en mooi behouden stadje aan de samenloop van de Curre en Yonne, al met een zuidelijke inslag. Vanaf hier een duidelijk andere omgeving.


Porte d’Arbault, 14e eeuw Cravant


Op een pleintje tijd om bij te komen. Ondanks dat het een behoorlijk stadje is geen cafeetjes. Een jochie stelt honderd vragen; waarom met een rugzak lopen enz.

De straatjes door langs de kerk naar de buitenrand.


Porte d’Orléans Église Saint-Pierre-Saint-Paul


Over de promenade langs de stadsmuur een verrassing; twee Pelgrimas. Het zijn een Vlaamse en Noordfranse op reis naar Vézelay. Even later volgt nog een Duitser die over Auxerre is gelopen. Eindelijk wat te praten. Later lopen we dezelfde route.


Donjon gebouwd in begin 14e eeuw


De route loopt verder langs een opmerkelijk mooi behouden Donjon uit het begin van de 14e eeuw. Gediend als gevangenis voor de bisschop van Auxerre werden Tempeliers er opgesloten. De ingekraste sporen van de Ridders zijn nog te vinden in de muren.


De route gaat de berg omhoog en snijdt zo een bocht van de Cure af. Het landschap is veranderd door het dal met verre uitzichten, heuvels en bossen.


Boven langs de Cure


De beide dames trekken een karretje achter zich aan met de bagage. Ze doen dit

om de beurt, wat niet gemakkelijk lijkt, maar ze redden zich.

Tegen de hellingen wijnvelden, wel Bourgogne geen Chablis meer. Beneden ligt Accolay langs de Cure.


Accolay


Een opvallend monument herinnert eraan dat meer dan 40 jaar een bloeiende pottenbakkersindustrie aanwezig was. Door veranderde smaak en verleggen van autosnelwegen nu verleden tijd.


La Poterie d’Accolay


Naar Bessy-sur-Cure is nog 5,3 km. Eigenlijk is de zin er een beetje vanaf, zodat flink doorgestapt wordt. Langs lange bosrijke paden wordt het plaatsje binnengelopen.


Bospaden langs de Cure


Nog zoeken naar de Gemeenteherberg. Deze ziet er prima uit met mooie bedden en kamers.


Bessy-sur-Cure

Inwoners 180

Hoogte 117 m


De anderen arriveren al gauw. Een probleem; er is niets te krijgen. Gelukkig brengt Coline van de Gemeente wat pasta met blikjes en zelfs een biertje. Zo goed en kwaad als gaat maken we van de weinige dingen een prakje. ’s Avonds op het bankje in de zon gezellig met zijn vieren. Voor het eerst sinds weken aanspraak. Het is een eenzame route. De vrouwen met verhalen. De Vlaamse komt uit Antwerpen maar woont in Lille met haar vriendin uit Reims. Hans (76) die thuis een doodzieke vrouw heeft en met zijn suikerziekte (spuiten) vanaf Trier tot Vézelay loopt. Er werd duidelijk gemaakt dat Reims uitgesproken wordt als Reins, op de speciale manier. Na drie maal oefenen hun gevraagd Guichelheil uit te spreken, ook niet dus. Het bed opgezocht na 584 (366) km!


tab