29 Mei, Reims – Cumières 30 (+4) km

Drukke boel bij het ontbijt. De jeugdherberg blijkt een complete school onder te brengen uit Antwerpen. Naar de brug, waar met een lift afgedaald wordt en de rechteroever van het kanaal genomen wordt.


Reims – Cumières 30 km


Op het jaagpad begint de route. Deze loopt kilometers door waarbij 5 bruggen gepasseerd worden. Jammer genoeg is dit onduidelijk aangegeven zodat minstens 2 km in de regen te ver gelopen wordt voordat maar weer teruggegaan wordt.


Canal de l’Aisne à la Marne


Afslag onduidelijk


De volgende dorpen zijn Trois Puits en Montbré waar de eerste wijnvelden te vinden zijn. Nu wordt de Champagne ingelopen waar de “echte” vandaan komt. Het loopt steeds op met glooiende hellingen langs de hoge snelheidslijn, waarop de treinen met een bloedgang langs zoeven.


Langs de Hoge Snelheidslijn


In de verte Rilly-la-Montagne met de Grande Montagne de Reims er achter. Het hoogste punt is 288 m en bestaat uit een 200 m dikke kalklaag. De hellingen zijn begroeid met druiven van de Premiers en Grant Cru soort. In Rilly met zijn 1000 inwoners is zelfs een aardige koffietent te vinden, waar ook C+Y aan komen. Bij dit soort gelegenheden moet je bij zijn want ze blijven zelden in Frankrijk. Bovendien speelt het Indische eten op van gisteravond. Buiten dat het een gepeperde rekening was zorgt het voor een hoop gerommel en gepeperde afgang.


Het idee was een rustdag in Reims te nemen, maar een halve dag rondneuzen was wel voldoende. Doordat alles in de 1e wereldoorlog in puin lag is alles nieuw opgebouwd en vakbouw werd verboden. Het resultaat is een vrij smakeloos geheel.


Rilly-la-Montagne met de Grande Montagne de Reims


Steil omhoog een soort plateau op kronkelend door de loofbomen. Daarna lange paden door een prachtig voorjaarsbos. Unieke bloemetjes die specifiek op de kalkgrond bloeien en later veel werk geven om het te determineren. Niet iedereen vindt dit mooi natuurlijk, maar het is cursief en over te slaan. Een rapunzel is toch wel mooi en nooit eerder gezien.



Ondersoort nigrum Ondersoort spicatum

Zwartblauwe rapunzel of Phyteuma spicatum

Meerjarige plant met vlezige wortels uit de klokjesfamilie Campanulaceae. Staat op voedsel- en kalkrijke grond bij randen in loofbossen. Hoogte 20 – 80 cm. Bloeit mei – juni. Bloemen eironde aar die uitgroeit, paarse of blauwe bloemen. Ondersoort is de witte rapunzel. In Nederland zwaar op de rode lijst.


Het grote bos is Forêt Domaniale du Chêne à la Vierge, een natuurpark van duizenden hectare, waar de natuur zorgvuldig de kans krijgt. De naam is afkomstig van een Mariabeeldje dat in een boom vergroeid is. De vogels fluiten of het een wedstrijd is; prachtige route.


Natuurpark Forêt domaniale du Chêne à la Vierge


Het doorkruisen van dit bos neemt 2,5 uur met een stopje in Germaine aan de kant van de weg. Daarna het 2e gedeelte door het bos waarbij C+Y weer eens tegengekomen wordt.


C+Y in het bos Germaine alles gesloten


In het volgende bos is de wegaanduiding niet altijd duidelijk. Een klein paadje rechts in en goed de routekaart in de gaten houden. In de verte kijken C+Y of de goede weg genomen wordt. Dit gedeelte is nog vochtiger met grote vijvers waar amfibieën alle ruimte krijgen.


Hauwklaver of Gele Lotus of Tetragonolobus maritimus

Behoort tot de vlinderbloemen familie Fabaceae. Vaste plant, 10 – 40 cm hoog, bloeit mei – augustus met citroengele alleen staande bloemen 2,5 tot 3 cm lang. Drietallige bladeren. Zaden uit lange peulen. Groeit tussen gras op vochtige kalkrijke grond. In Nederland zeer zeldzaam


Oude Romeinse weg Étangs de Neuville


Het plateau met bos stopt vrij abrupt bij Beauvoir en Bellevue, daarna over het parkeerterrein van een groot Hotel. Vanaf hier een wijds uitzicht over het dal van de Marne met wijnvelden op de hellingen en Épernay in de verte.


Dal van de Marne


Na al het bos heerlijk van je afkijken naar de keurig onderhouden velden en rondgestrooide schilderachtige dorpjes. De Champagne levert veel geld op wat wel te zien is aan de streek, die welvarend uitziet.


Goed onderhouden uitlopende druivenstokken


De weg naar Hautvillers is zoeken door een stukje bos naar beneden, maar kan niet anders dan goed uitkomen. Mooi dorp en toeristisch met terrasjes dat goed uitkomt.



Dom Pérignon (1639 – 1715) en de Champagne

De Abdij van Hautevillers is in 662 gesticht. Door de eeuwen heen produceerde men wijnen in deze streken gebruik makend van de kelders in de kalkgrond. Het grote probleem was om nagisten op de fles te voorkomen. Door de noordelijke ligging kon de fermentatie stoppen bij koude inval. Bij afvullen op de fles ging dit proces verder waardoor flessen explodeerden en ongelukken veroorzaakte (druk ca. 4 of 5 atmosfeer).

Van 1668 – 1715 was de Benedictijner monnik Dom Pérignon keldermeester van het klooster. Hij stamde uit een oud geslacht van magistraten en bleek een geboren ondernemer. De opbouw van het klooster werd voortvarend aangepakt, waarbij hij zich ontwikkelde tot een vooraanstaande oenoloog (wijn proceskenner). Nieuwe ontwikkelingen met een speciale wijnkurk de Muselet en dikkere flessen werden door hem uitgeprobeerd. De Muselet is de speciale kurk die met ijzerdraadjes (vroeger touwtjes) de fles stevig afsluiten.



Boeren in de omgeving leverde zgn. tienden aan het klooster, d.w.z. 10 % van de druivenoogst. Deze werden door DP samengesteld tot een wijn van een hogere kwaliteit. Bovendien kwam hij met voorschriften hoe de stokken te verbouwen, mesten en plukken.



Door dit alles slaagde hij erin van de niet bijzondere Champagne wijnen iets exclusiefs te maken. De belletjeswijn werd via de geestelijkheid en vorstenhuizen weldra bekend.

Uiteindelijk slaagde hij erin de Champagne wijnen voor het 4-voudige te verkopen, waardoor hij het Klooster grote voorspoed bracht. DP was door zijn juridische kennis in staat de vele voorschriften, gecompliceerde wetgeving en rechtszaken te managen en de methode Champenoise (dégorgement= verwijderen droesem) te perfectioneren (Aan de nagistende wijn werd wat likeur toegevoegd voor extra koolzuur). Na zijn dood werd dit voortgezet tot de Franse revolutie het klooster nationaliseerde en de monniken weggestuurd werden. Jean-Remy Moët nam het over welk huis (Moët & Chandon) tot op heden de beste Champagne produceren onder de naam Dom Pérignon. Hij is bijgezet in de plaatselijke kerk. De naam Champagne en Methode Champenoise is strikt beschermd.


Naar beneden langs de kerk waar Dom Pérignon begraven ligt naar Cumières dat tegen de Marne aanligt. Het uitzicht is weer adembenemend en het is 16:30 uur. Bij de inloop van het plaatsje ligt een B&B, Le Chêne plat, van de familie Paté, waar gereserveerd is. Goed maar nogal prijzig. Op de opmerking dat tussen 1 en 2 personen toch wel erg weinig verschil zit (55 – 60 Euro) geeft het aardige meisje 10 Euro korting. C+Y zitten er enigszins ongemakkelijk bij, maar handelen zit een beetje in het bloed en betaalt zich uit (ha, C+Y vroegen later of ik soms krap bij kas zat!).


Cumières aan de Marne


Oma woont er nog weer een huis naast. Drogen van het wasje is moeilijk en ze biedt aan het even in de wasdroger te doen. Klaar bij terugkomst!


Cumières

820 inwoners

70 m hoogte


Naderhand eten in het enige Restaurant dat het dorp rijk is “Le Caveau”. In een dorp is de verwachting niet zo groot, zodat bij de supermarkt aan de madame die de eigenaresse is alvast gezegd wordt geen rood vlees te eten. Bij binnenkomst een aangename verrassing. Gangen door naar een kelder, onder de wijnbergen, met een Restaurant op niveau.


C+Y zijn er ook en gezamenlijk eten we heerlijk en niet eens echt duur. Alleen van het gewenste glaasje Champagne zie ik af; 9 Euro per glas is echt te gek. Gelukkig hebben ze witte huiswijn tegen een normale prijs. De bediening en ambiance is perfect en zeker een aanrader om te doen. Voldaan het bed in na 348 (130) km!


tab