1 Juni, woensdag Bénévent-l’Abbaye – Les Billanges, 26 km

Het ziet er nog net zo beroerd uit als gisteren. Met de onvermijdelijke parka aan wordt, na wat kleine spullen ingeslagen te hebben, vertrokken. Vandaag 2 mogelijkheden: de historische route die over een berg van 668 m voert en 2 km langer is, of het alternatief over de asfaltweg. Bij slecht weer wordt het eerste afgeraden dus wordt het de laatste.

 

 

  Witte Aronskelk of Zantedeschia aethiopica

Overblijvende plant uit de aronskelkfamilie Araceae. Hoogte tot wel 1,5 m. Afkomstig uit Zuid-Afrika. Polvormend op natte stukken in weiden. Invensief. Hebben tot 60 cm hoge vlezige grondstandige bladeren. Bloeit juni – september. De bloeiwijze bestaat uit een 12 – 26 cm lang wit schutblad, dat trechtervormig in een punt uitlopend is opgerold. De eigenlijke bloemen zitten op de 6 – 8 cm lange bloeikolf en zijn klein. De plant is giftig. Heeft aureool als grafbloem, maar eigenlijk heel mooi.

Het is dezelfde route als de fietsers zodat een gesprek volgt met een Limburger die het slechte weer probeert te trotseren. In Bénévent is nog een Refuge “A dos d’Ânes” waar hij goed overnacht heeft. We lopen en fietsen een tijdje samen op en wisselen ervaringen uit.

 

      

Bénévant uit de heuvels in

 

 

Bénévent-l’Abbaye – Les Billanges, 26 km

(De kaartjes zijn van Fernwege.de)

 

Vandaag de mooiste stukken in de uitlopers van het Centraal Massief. Buitengewoon rustig met verre uitzichten gedempt door de laaghangende nevels.

 

 

 

Marsac

 

Na Marsac begint het betere klimwerk. Langzaam loopt de weg op tot in de heuvels de serpentines komen.

 

      

      

Bosrijke soort Ardennen

 

Lange mooie route waarbij de bossen en bergen sterk aan de Ardennen doen denken.

Louis loopt een stuk terug maar komt niet dichterbij. Geen auto te bekennen. In de verte het jankende geluid van motorzagen in de bossen. Zelfs de koeien staan er wat treurig en nat bij.

 

  

  Gewone berenklauw of Heracleum sphondilium

Behoort tot de schermbloemenfamilie Apiaceae. Vaste plant die natuurlijk in Europa voorkomt in tegenstelling tot de reuzenberenklauw exoot uit Zuid-West Azië die 4 m hoog kan worden. Hoogte 90 – 150 cm, langs wegen. Ruw behaarde plant met 3 – voudige vinspletige bladeren. Kantig gegroefde stengel. Bloeit in juni – oktober met schermen tot 20 cm breed, die uit 12 – 25 stralen bestaan. De bloemetjes zelf zijn wit tot 1 cm.

Kan zelfs gegeten worden en bevat vele helende stoffen wat af te raden is ivm verwisseling met giftige soorten (scheerling). De haartjes op de stengel kunnen bij huidcontact irritaties (verbrandingen) veroorzaken, hoewel minder dan bij de reuzenvariant, die er om berucht is.

 

      

      

Hoogste punt Tournaud

 

De Tournaud is een soort pasje van 520 m hoogte waarna het prettig naar beneden loopt tot in Châtelus-le-Marcheix. De weg eindigt na 16 km bij een zeldzaam cafeetje dat open is. Hier verschillende Pelgrims zoals de jongens uit Cuijk, terwijl Luuk de Vlaming na vele dagen ook weer aanwezig is. Later stapt ook Louis binnen. Lekker bijkomen terwijl de regen wat vermindert.

 

Châtelus-le-Marcheix 

 

Luuk vertelt in een piepklein dorpje bij particulieren geslapen te hebben; een oud kunstenaarsechtpaar die zich over de verdwaalde Pelgrim ontfermd hadden. Een geweldige ervaring. Het meisje achter de Bar is vriendelijk en heeft het met de doorgeregende Pelgrims te doen. Ze komt uit Bordeaux maar heeft hier werk gevonden.

Net op voor de laatste 10 km komt ze achteroprijden en vraagt of een lift gewenst is. Zo’n kans is niet te missen waarna gauw ingestapt wordt. Het stuk gemiste route is prachtig terwijl de regen opgehouden is. Maar er komen nog meer dagen. De anderen willen niet mee en worden gepasseerd. Net voor Les Billanges uitstappen en het volgende cafeetje in. Dit heeft meer van een klein Afrika museum met alle mogelijke prullaria. De vriend van de eigenaresse is een Afrikaan. Ze hebben ook een Refuge maar er is al besproken bij Françoise. De natte schoenen leveren het nodige commentaar op van de aanwezige dorpslieden. De afgelopen dagen zijn verschillende Pelgrims gestopt en via taxi’s afgevoerd, omdat zo niet te lopen is.

 

 

Église de la Nativité-de-Saint-Jean-Baptiste des Billanges

(Geboorte van Johannes de Doper)

 

De laatste meters worden naar het dorp getrokken, waar achter de kerk het grote huis ligt van Françoise. Het dorp is klein met nog maar ongeveer 300 inwoners net als Châtelus, wat een eeuw geleden nog meer dan 1000 waren. De versterkte kerk stamt uit de 12e eeuw en heeft kostbare relieken. We zijn het Département de la Creuse uit en in de Haute-Vienne aangeland.

 

Les Billanges

Inwoners 311

Hoogte 280 – 451 m

 

Bij Françoise reageert niemand op het aanhoudende klingelen van de koebel behalve de buurvrouw, die zegt gewoon naar binnen te gaan.

 

Koebel

 

Het achterhuis is ingericht als Refuge. Ze is een soort kunstenares die van Gaudi houdt. Alles vol met gekleurde tegelscherven waar meer of minder geslaagde werkjes van zijn gemaakt.

 

       

Chez Françoise

 

De slaapruimte is in een zijkamer waar op een laag bed geïnstalleerd wordt. In de open haard gloeien nog een paar minieme vonken. Met veel blazen, droge houtjes, kunst en vliegwerk komt er weer leven in en verspreidt een heerlijke stralingswarmte in de ruimte.

Het meest beroerde van de gehele route volgt hierna. De douche opgezocht die een prima straal warm water geeft. Bij het uitstappen blijkt de vloer spekglad. Ongenadig wordt uitgegleden en vol met de bovenrechterarm/schouder op één van de scherpe punten van het lage tegelmuurtje gevallen. Kreunend wordt de schade opgenomen. Geweldig pijn op een drukpunt van de bovenarm, maar niet gebroken. De hele schouder is bar pijnlijk. Met veel moeite wordt aangekleed. De geschaafde punten op voeten en handen worden later door Françoise verbonden. Naderhand nog eens bekeken. De grote stalen beugel niet vastgepakt omdat deze er onstabiel uitzag. Op de vloer een extra tegeltje bij het uitstappunt tegen uitglijden. Alleen; geen antislip maar een spekgladde geglazuurde tegel.

 

Douche betekent bijna einde route

 

Buiten is het bijna droog geworden. Louis komt binnen en even later twee andere Pelgrims die in Châtelus ook al waren; Leo met zijn Duitse vriend Frans. De laatste hebben de hoge route gelopen, die goed te doen was. Françoise komt binnen en blijkt een aardige warme Française. Ze begint met de wondjes aan handen en voet te verbinden en de douche te inspecteren. Het is nu eenmaal niet anders.

Later maakt ze een vegetarisch maar lekker menu met voldoende rode wijn om met zijn vijven een leuke avond te hebben. Alles zit in de Chambres d’Hôtesprijs van 35 Euro.

 

Vegetarisch en gezellig

 

Het bed in met de nodige moeite. Gelegen kan alleen worden op de rug terwijl het geheel zeer gevoelig is. Tijdens de nacht spookbeelden van gedwongen stoppen met de Camino en afgehaald worden. Blijken moet nog maar of de rugzak zo gedragen kan worden. Met de trein naar huis lukt dan niet. Treinen in en uit, laat staan Metro’s en Parijs. Een Pelgrim kan het moeilijk hebben. Een bar slechte nacht volgt 989 km vanaf Eijsden en 381 km na Vézelay!

 

Pelegrin[1]

tab