7 September, Prinsuéjols – Saint-Chély-d’Aubrac 30 km

Het weer is behoorlijk omgeslagen aan de sombere lucht te zien. Eerst moet enkele kilometers terug gelopen worden over Priatviala langs de asfaltweg.


Eindeloze uitzichten


Eindeloze uitzichten

Eindeloze uitzichten


Na al de bossen van gisteren heeft dit eindeloze landschap wel wat speciaals. De weides zijn afgebakend door stenen muurtjes. Om de route te vinden moet eerst 3 km terug gelopen worden tot eindelijk de vertrouwde merktekens weer opduiken.


Voor Finieyrols

Voor Finieyrols


Finieyrols is een nietig doodstil gehuchtje met als meest opvallende een bordje met het verzoek de wandelstokken hoog te houden. Het getik verstoort de rust (Geeft een inkijkje in de Franse mind!).

 


   

Prinsuéjols – Saint-Chely-d’Aubrac 30 km


Het kale landschap is bezaaid door reuzenstenen met vrij uitzicht naar alle zijden. Geen wandelaar is te zien de eerste uren. Het klimt naar een tussentop van 1273 m hoogte “La Colline” (het heuveltje!). Het hoogland vormt meteen een afscheiding tussen de warme Mediterrane en de koele Atlantische stromingen. Dat betekent een constante botsing tussen verschillende weerssystemen met zo nu en dan een collaps, wat resulteert in lang aanhoudende verschrikkelijke hoosbuien en ’s winters tot sneeuwhoogten van wel 2 m. Dat zal nog gauw te merken zijn!


De top “La Colline” op 1273 m hoogte


De top “La Colline” op 1273 m hoogte


De top “La Colline” op 1273 m hoogte

De top “La Colline” op 1273 m hoogte


Het landschap is in de verschillende ijstijden bedekt geweest met gletsjers waar de rond afgesleten stenen nu nog van getuigen. Het is koel vandaag wat het truitje echt nodig maakt.


Dal van de Peyrade

Dal van de Peyrade


Aan de andere zijde van de berg loopt de veeweg met vrij uitzicht in het dal van de beek Peyrade.


           

Klokjesgentiaan, helaas gesloten door het donkere weer, in 2 kleuren

(Ernaast het driekleurig viooltje)

Klokjesgentiaan of Gentiana pneumonanthe

Komt op deze hoogvlakten veel voor in heidevelden. In Nederland zeldzaam. Bloeien van juli tot oktober tot 50 cm hoog. De kleur is helderblauw tot licht paars. Hoe hoger de ligging des te feller de kleuren. De wortels worden gebruikt voor likeur en schnaps in Oostenrijk. Als medicijn gebruikt tegen ziekten en insectenbeten.


Wat lager tussen de koeien

Wat lager tussen de koeien


Het dorpje Rieutort-d’Aubrac ligt iets verderop waar niemand zich laat zien. Het is weliswaar zaterdagochtend, maar volkomen uitgestorven. Met zijn hoogte van 1190 m een echt bergdorp.


Rieutort-d’Aubrac

Rieutort-d’Aubrac


De asfaltweg loopt door het golvende landschap richting het riviertje de Bès, dat zelfs wat stuwt. Een oude stenen brug loopt naar de overzijde. De route buigt dan rechtsaf omhoog de velden in.


Bij het riviertje de Bès


Bij het riviertje de Bès


Bij het riviertje de Bès

Bij het riviertje de Bès


In het dorp Montgros is wat meer leven te bespeuren vooral door wandelgroepen die regionale paden doen.


Nasbinals is met zijn 500 inwoners meteen de hoofdstad van het gelijknamige kanton en heeft enige allure, bovendien winkeltjes en cafés.


Nasbinals

Nasbinals


In het winkeltje is de Madam een aardige Nederlandse, waaruit maar weer eens blijkt dat in de meest achtergebleven hoeken landgenoten te vinden zijn!


Nasbinals met schelpen


De kerk aan het centrale plein is een mooi Romaans bouwwerk uit de 11e eeuw. Bij het Café kan buiten gezeten worden met zicht op de kerk. Het weer is ingrijpend veranderd, koel en onbestendig. Een truitje blijft nodig!


Romaanse kerk Notre-Dame-de-la-Carce uit de 11e eeuw

Romaanse kerk Notre-Dame-de-la-Carce uit de 11e eeuw


Nasbinals uit valt een bron op waar voordat de bergen beginnen nog water getapt kan worden.


Waterbron Nasbinals

Waterbron Nasbinals


Nu volgt het mooiste stuk route door de Aubrac. De wegen zijn al gauw paden die de vroegere “Drailles” volgen. Dit zijn de veetrekwegen, waarlangs tijdens de “Transhumanz” de kudden gedreven worden.


Over de “Drailles”

Over de “Drailles”


In het begin staan er nog beukenbossen die voeger de hele Aubrac bedekten. De hoogte was toen een gevaarlijk gebied. Nu zijn het onafzienbare golvende kale groene weidevlakten met een heel eigen karakter. Het geeft echt een gevoel van lopen in het hooggebergte. De Aubrac koe brengt hier de zomer door. Ze worden vooral gefokt voor het vlees en zijn bestand tegen de harde omstandigheden in het gebergte.


De Aubrac met zijn weidevlakten


De Aubrac met zijn weidevlakten


De Aubrac met zijn weidevlakten

De Aubrac met zijn weidevlakten


Dichtbij liggen skioorden omdat het ’s winters sneeuwzeker is. Met lekker doorstappen zijn 2 uur nodig om door dit gebied te komen, waarbij het behoorlijk klimt. Met het sombere weer is het zelfs een beetje “unheimisch”!


Hoogste punt op 1368 m


Hoogste punt op 1368 m

Hoogste punt op 1368 m

 

Het hoogste punt ligt op 1368 m. Er staat een klein schuilhutje waar een paar Pelgrims picknicken. Toch maar verder lopen, de luchten worden steeds dreigender. In de verte beneden ligt Aubrac met aan de rechterzijde de grote gebouwen van een hotel. De helling wordt zo snel mogelijk naar beneden gelopen vooral omdat het begint te miezeren. Aubrac ligt nog op 1307 m hoogte. Hier ligt de grens tussen de Region Languedoc-Rousillon (Département Lozère) en de Region Midi-Pyrénées (Département Aveyron) zodat echt een ander gebied ingetrokken wordt.


Aubrac

Aubrac


Aubrac in wordt het steeds donkerder. Het heeft uit de vroege middeleeuwen mooi bewaarde kloostergebouwen; de Dômerie. Pelgrims werden opgevangen na de gevaarlijke doorsteek in het gebergte. Waar ze belaagd werden door wolven, beren en struikrovers. Een klok luidde om Pelgrims tijdens de nacht, mist en sneeuwstormen de weg te wijzen.


Zegel Aubrac


Aan de rand boven een diepe slenk staat een Paviljoen met botanische tuin. Prima om na de zware tocht lekker bij te komen. Goed en wel aan de koffie barst een ongelofelijk onweer los. Het bliksemt en dondert angstaanjagend, terwijl een muur van water naar beneden valt voortgedreven door harde windvlagen. Wat een mazzel, net op tijd binnen!



Van Aubrac naar Saint-Chély-d’Aubrac moet in 6 km 500 m hoogteverschil naar beneden overwonnen worden over paden die nu in snelstromende beken zijn veranderd. Met een Duits echtpaar, 3 Vlamingen en enkele Franse vrouwen wordt een creatieve oplossing gezocht en gauw gevonden. Het commerciële vervoer van bagage van Figeac tot Le Puy wordt verzorgd door busjes van Du Levant. Gebeld waarna blijkt dat we voor 6,5 Euro p.p naar beneden gereden worden. De keuze is niet moeilijk; gauw ingestapt en de korte serpetines naar beneden. De chauffeur ondertussen belt gevaarlijk met zijn Handy aan zijn oor, van links naar rechts over de weg zeilend.


In Saint-Chély-d’Aubrac worden we in de steeds maar doorvallende stromende regen afgezet op de verschillende adressen.


Gîte Communal

Gîte Communal


De Gîte Communal wordt bevolkt door alleen maar Fransen. Zelf een bed zoeken en lekker douchen. ’s Avonds komt een Hospitalera om een stempel te zetten en 15 Euro op te halen.


Saint-Chély-d’Aubrac


Naast de Gîte zit een Restaurantje waar later heerlijk gegeten wordt. De dochter des huizes is van het doortastende snelle type en klaart alles perfect. De trap af en de 20 m vanaf de Gîte is nog voldoende om kleddernat te worden.


Saint-Chély-d’Aubrac

Saint-Chély-d’Aubrac


Regelmatig komen doornatte Pelgrims binnen die overal hun plastic jassen uithangen. Het huis is een vochtige mistboel maar niet koud.


Slapen gaat prima na 136,5 km, terwijl het staccato tikken van de regen tot tegen de ochtend doorgaat!

 

tab