11 September, Conques – Livinhac-le-Haut 24 km

In de drukke Refugio is het na een rustige nacht een drukte van belang. De 99 Pelgrims scharrelen rond in washokken, kamers en alle andere ruimtes. Zaak is vooral niets te vergeten. Dit lukt vooral als alles compact bij elkaar gehouden wordt. In de eetzaal wordt een plaatsje bevochten en van een Spartaans ontbijt met hard brood en koffie genoten.


De eetzaal in Conques

De eetzaal in Conques


Het vreemde is dat de meeste Pelgrims hierna niet weergezien worden. Al gauw blijkt steeds dezelfde groep elkaar te ontmoeten op de route. Waarschijnlijk zijn er veel dagtoeristen bij die het ook eens mee willen maken. Vandaag voorlopig de laatste echte klim van 200 naar 600 m hoogte.


     

11 September, Conques – Livinhac-le-Haut 24 km


Conques is nu nog behoorlijk rustig. Dat wordt snel anders als de bussen met toeristen arriveren. Door de straatjes loopt de route naar beneden. Het ziet er schilderachtig en prachtig gerestaureerd uit. Ik kan het niet helpen maar lijkt sterk op de omgeving van Moezel en Elzas.


Conques uit


Conques uit


Conques uit

Conques uit


Het laagste punt ligt bij de Pont des Roumieux, de brug over de Dourdou uit 1410.


Brug over de Dourdou

Brug over de Dourdou


Meteen buigt een paadje af en moet bloedsteil tegen de wanden van de slenk omhoog geklommen worden.


Paadje tegen de slenk op

Paadje tegen de slenk op


De klim wordt onderbroken door het kapelletje van Sainte-Foy waar mooi even op adem gekomen kan worden met Christian en Albertine, een Française uit het Noorden.


Chapelle Sainte-Foy halverwege

Chapelle Sainte-Foy halverwege


Bijna boven wacht een magnifiek uitzicht over het slenkdal beneden ingepakt in een deken van wolken. De Kathedraal moet er onder liggen maar is vanaf nu niet meer te bespeuren. Heidevelden kleuren de kalere gedeelten van de berghellingen lila en zorgen voor een herfstachtige pittige geur. Dit gedeelte van de Via Podiensis met Conques is werkelijk prachtig en niet te missen!


Slenkdal ingepakt door de wolken


Slenkdal ingepakt door de wolken

Slenkdal ingepakt door de wolken


Eenmaal op hoogte golft de weg langzaam verder met schier eindeloze uitzichten op het bergland rondom. De weg splitst waarbij een route rechts loopt naar Romégoux, terwijl de oude route links aanhoudt. De Franse gidsen wijzen naar rechts zodat het nu ineens lekker rustig wordt.


           

Gewone Agrimonie of Agrimonia eupatoria

Krachtige plant uit de rozenfamilie. Wordt 40 tot 100 cm hoog. Lange slanke aarvormige bloeiwijze. Bloeit van juni tot september, lekker ruikend. De blaadjes zijn gezaagd.

Is een belangrijk geneeskrachtig kruid tegen spijsverteringsinfecties en problemen met urinewegen, darm en lever, zelfs tegen diabetes. Goed tegen keelpijn (zangerskruid). Uitwendig tegen ontstekingen, kloven, eczeem en bloedstelpend. Nuttige plant, in Nederland steeds zeldzamer. Vroeger gebruikt tegen de invloed van kwade geesten.


Laatse blik op de Aubrac in de verte


Laatse blik op de Aubrac in de verte

Laatse blik op de Aubrac in de verte


Het weer wordt steeds beter waardoor de wolken in de dalen langzaam verdwijnen. De aan alle zijden open hoogteroute loopt door tot Noailhac in de verte te zien is.


Oude kerkje in Noailhac


Oude kerkje in Noailhac

Oude kerkje in Noailhac


Eén van de vele aardige dorpjes die gepasseerd worden. Er is zelfs een open terrasje met erachter een bijkeukentje dat als winkeltje dienst doet. Met koffie en een yoghurtje in de zon is het best uit te houden. Dat vinden vele andere wandelaars die aanschuiven. Christian is wat triest, omdat zijn vrouw gisteren met de bagageauto van du Levant in Conques teruggegaan is naar Le Puy (Toch een dikke 200 km!). Vandaar pakt ze de trein terug naar Zwitserland. Hij loopt als een speer ondanks het kleine teentje dat hem het lopen moeilijk maakt.


Kwalijk teentje van Christian

Kwalijk teentje van Christian


Na een uurtje wordt de route weer opgepakt en loopt het een stukje naar boven waar een kruisweg naar het kapelletje van Saint-Roch voert. Deze aanroepheilige gaf tijdens de pestepidemieën na 1350 bijstand aan de getroffenen en steeg snel in aanzien. Zo zelfs dat de merendeels aan St. Jacob gewijde kapelletjes door hem overgenomen werden. Bijna elk dorp hier heeft wel een Rochus kapelletje. Hij wordt ook afgebeeld als een soort moderne Santiago met schelpen en staf, maar altijd met wond boven knie en hondje met een brood in de bek.


Chapelle Saint-Roch

Chapelle Saint-Roch


Saint-Roch of Sint Rochus

Saint- Roch is geboren in 1295 in Montpellier (Frankrijk) en werd Franciscaan. Hij heeft een moedervlek in de vorm van een kruis op zijn borst, waarmee hij pestleiders geneest (vooral in Italië). Hij is te onderscheiden van Santiago omdat meestal een hond met een broodje in zijn bek aan zijn voeten ligt en hij zijn knie (eigenlijk zijn lies) toont waar verwondingen door de pest veroorzaakt zitten. In Nederland noemt men hem Sint Rochus. Hij wordt met Santiago schelpen afgebeeld omdat hij tijdens de reis hiernaartoe in Montpellier gevangengenomen is en gestorven. Hoewel overal vereerd is hij nooit officieel heilig verklaard!


           


Verschillende afbeeldingen San Roque

(*Eerder te vinden in de beschrijving van de Caminho Português)


Uit het kapelletje klinken de diep zingende klanken van een cello, maar eens binnenkijken. De speelster zit voor het altaartje onder het beeld van St. Rochus en zorgt met de mooie akoestiek voor een speciaal moment.


Speciaal moment

Speciaal moment


Het kapelletje ligt op het hoogste punt (595 m) met een geweldige uitzicht op de dalen.


Omringende dalen

Omringende dalen


Het asfalthoogteweggetje is bijna niet bereden en geen straf om overheen te lopen met vrij zicht naar alle kanten. Bovendien wordt het weer steeds beter met een ideale temperatuur om te lopen.


Asfaltweggetje is geen straf

Asfaltweggetje is geen straf


De lange bergkam wordt gevolgd

De lange bergkam wordt gevolgd


Zo nu en dan een bossage als afwisseling en een compleet overwoekerde appelboom met maretakken.


Appelboom ingepakt door de Maretakken

Appelboom ingepakt door de Maretakken


Voor de huizengroep van Fontielles komt de rechtervariant weer op de oorspronkelijke route met meteen meer bekende wandelaars. Terrasjes zijn nergens te ontdekken, wel is gezorgd voor een picknick plaatsje langs de weg.


Picknick plaatsje

Picknick plaatsje


Uitzicht blijft

Uitzicht blijft


De asfaltweg is inmiddels verlaten en het gaat over paden door een golvend terrein. Wandelaars liggen op beschutte plaatsen bij te komen van de inspanningen. Een jonge Duitse pelgrim ligt in de berm een tukje te doen. Later hoor ik dat hij problemen met een been heeft (tendinitus).


Niet alleen asfalt


Niet alleen asfalt

Niet alleen asfalt


De lange afdaling naar Decazeville, dat in een bekken ligt, volgt. Het ziet eruit als een grote stad dat voornamelijk rechts over de kam steeds lager gepasseerd wordt. De plaats heette eigenlijk La Sala, maar is herdoopt in Decazeville naar de gelijknamige hertog uit begin 1800.


Decazeville

Decazeville


Al in de middeleeuwen werd door boeren in de winter kolen gedolven die ook nog naar Bordeaux verkocht werden. Kolen hadden een slechte naam door de gassen bij de verbranding (CO). Na 1820 werden grote voorraden kolen vastgesteld en bovendien ijzererts in de buurt van het plaatselijke kasteel. In 1842 waren ze al de grootste staalproducent van Frankrijk. De stad was in 1834 vernoemd naar de Hertog Decazes. Naderhand werd Lotharingen belangrijker. Oorlogen zorgden voor oplevingen, maar in 1966 was de ondergrondse mijnbouw echt voorbij. De laatste dagbouwmijn “La Découverte” ging in 2001 dicht. Dit is een geweldig gat van 3,7 km lang, 2,5 breed en 250 m diep (Nu een groot meer). In de afgelopen 170 jaar is 20 miljoen ton erts gedolven. Voor te stellen is hoe de omgeving er indertijd uitzag. Wat overgebleven is; een verlaten stadje met weinig activiteit waar jongeren wegtrekken.


De mijnterrassen op de achtergrond

De mijnterrassen op de achtergrond


Eigenlijk wordt alleen de buitenwijk geschampt zodat richting het centrum gelopen moet worden om een terrasje te ontdekken. Dit is welkom na 12 km. Meteen hierna gaat het steil omhoog een gemeen hellinkje met 150 m hoogteverschil op naar weer een Saint Roch. Tegenover het kerkje is de Gîte Sentinelle waar donativo een pilsje gedronken kan worden en medewandelaars zitten. Onweerstaanbaar natuurlijk, vooral ook door de vier Australiërs waar het lachen mee is. Ze hebben nergens gereserveerd en kunnen hier terecht, waarschijnlijk omdat dit adres in geen routeboekje genoemd wordt.


Weer een kerkje Saint-Roch

Weer een kerkje Saint-Roch


Richting Decazeville zijn nog gaten in het landschap te zien van de mijndagbouw.


Gaten van de mijndagbouw in de verte

Gaten van de mijndagbouw in de verte


Over het hoogste punt is aan de andere zijde een heel ander landschap te zien; het dal van de Lot met het doel voor vandaag; Livinhac-le-Haut. Twee dagen is de rivier niet te zien geweest vanaf nu wordt hij gevolgd tot Cahors.


Lotdal met Livinhac-le-Haut

Lotdal met Livinhac-le-Haut


Dezelfde 150 m hoogteverschil gaat het door de bossen naar beneden richting dal. De paden zijn verlaten. Waar de wandelaars allemaal gebleven zijn?


Bergaf

Bergaf


De lot wordt overgestoken tot Livinhac binnengestapt wordt, waar aan de linkerzijde meteen de Gîte La Coquille Bleu ligt.


De Lot

De Lot


Een vlotte Madam vraagt of ik Helmut ben en word met een glaasje kwast vriendelijk ontvangen. Het blijkt een mooie overnachtingplaats met prima lage bedden, waar later de Vlamingen en een Duitser ook arriveren. De drie Vlamingen zijn Opa en Oma met kleinzoon die over een maand een studie in Antwerpen begint. Ze hebben een vakantiehuisje in de buurt en lopen, als zoveel, tot Figeac.


     


Voor het diner moet het plaatsje worden ingelopen en nog behoorlijk omhoog ook. Alles speelt zich af op het pleintje voor kerk en gemeentehuis. De bar “La Mairie” is het centrale punt waar de Pelgrims die uit alle straatjes te voorschijn komen op het terras gaan zitten. Het is voor het eerst dat een echt Pelgrimsgevoel ontstaat te midden van mensen die hetzelfde doel nastreven. Dit komt vooral door de Québécois Mario en Jean-Pierre met vrouw Lynn, de Zwitser Christian en vele Fransen. Zelfs de burgemeester komt kijken naar het gezellige gejoel en doet een duit in het zakje (Pelgrims zorgen voor omzet!). Hier bemerk ik gehandicapt te zijn, doordat het leesbrilletje gebroken is, wat het lezen van het routeboekje een stuk moeilijker maakt.


Terrasje voor Bar La Mairie

Terrasje voor Bar La Mairie


Naderhand met de hele club gegeten aan lange tafels in een buitengewone gezellige ambiance. Christian wordt nog eens geweldig kwaad als hij gewezen wordt op het inhalerige karakter van de Zwitserse banken waar hij ook niets aan kan doen (oud spreekwoord:geen geld geen Zwitsers!). Dit wordt snel gesust zodat de onvermijdelijke eend prima smaakt (borst ditmaal). De Fransen behoren nu tot de echte kennissenkring wat inhoudt ze dagelijks een hand te geven en vragen hoe het gaat.


Bar gezellige tafel met veel Fransen en Canadezen

Bar gezellige tafel met veel Fransen en Canadezen


De weg terug vinden naar de Gîte en in het donker het bed zoeken is geen probleem. Te merken is dat de septembermaand vordert en het al gevoelig eerder donker wordt. Met 230,6 km zijn we echt op weg!

tab