13 September, Figeac – Cajarc 30 km

Hoe raar kan het lopen; het ontbijt is een lopend buffet en het beste tot nu toe! Er zijn zelfs een paar Marokkanen aanwezig. Waarschijnlijk is het een soort contractpension. Al met het donker op pad omdat eerst naar de brug gelopen moet worden.


Figeac ’s ochtends vroeg

Figeac ’s ochtends vroeg


De rood/witte streepjes worden gevolgd. Het routeboekje is helaas niet al te best bekeken omdat het leesbrilletje in tweeën ligt. De brug over gaat het langs de Célé, waarna de route de rand van de stad ingaat en daarna richting het buitengebied.


     

Figeac – Cajarc 30 km


De verharde weg loopt in een mooi groen dal langzaam wat op. Heerlijk rustig niemand te zien.


Heerlijk rustig

Heerlijk rustig


Ik heb het idee dat de anderen later gestart zijn en een stuk vooruit loop. De merktekens staan redelijk aangegeven zodat het wel goed moet zijn. Op de weg alleen slakken waaronder grootte eetbare wijngaardslakken waar de Fransen zo gek op zijn (Pas hiermee op; Soms worden stukjes koeienlongen in een soort marinade gelegd en daarna in een slakkenhuisje gestopt. Dichtgesmeerd met kruidenboter en de toeristen hebben heerlijke slakken gegeten!).


Wijngaardslak


Na enkele kilometers is het eind van het dal in zicht maar zijn ook geen merktekens meer te zien.


Einde van het dal

Einde van het dal


Zo zachtjes aan wordt ik toch behoorlijk argwanend; zit ik wel goed? Een vrachtautootje staat in een weide, maar eens vragen. Richting Cajarc? Helemaal verkeerd, er rest maar een ding; terug naar Figeac!


     

Hypochaeris Radicata of Gewoon Biggenkruid

Plant uit de composietenfamilie (asteracae), algemeen ook in Nederland en rijk bloeiend in de zomer van juni tot september. De bloemen staan op stengels die uit een rozet komen en melksap bevatten (als bij paardenbloemen). Ze heten in het Engels dan ook “False Dandelion”. De blaadjes zijn eetbaar (met olijfolie en knoflook) en goed voor de lever.


Op de route terug komt Julie, de Française, mij tegemoet en vraag waarheen het gaat? Gisteren hebben we nog samen gegeten en vertelde ze de alternatieve route over Rocamadour te nemen, zodat wel duidelijk is verkeerd te zitten. Ga mee, dit is een prachtige route, maar Rocamadour heb ik enige jaren geleden al gezien op de fietsreis naar Santiago en loop terug.


Het is dik over tienen als Figeac binnengestapt wordt. Een taxi staat bij een schooltje waar geïnformeerd wordt of het mogelijk is mij een eind op de goede route te zetten? Nee natuurlijk, want het is niet afgesproken, maar even verderop is het Office de Tourisme.


Er blijkt zelfs een bus te lopen naar Cajarc die om 13:00 uur vertrekt. De paar uur die over zijn worden besteed om een nieuw leesbrilletje te kopen, zodat het routeboekje tenminste goed gevolgd kan worden en aan het zitten op een terrasje.


Hôtel Le Champollion

Hôtel Le Champollion


Dit terrasje is op het gelijknamige pleintje voor het geboortehuis van Champollion. Gelukkig schijnt de zon waardoor de matige temperatuur van de laatste dagen behoorlijk aantrekt. Figeac is geen gelukkige plaats. Gisteren eindeloos zoeken naar de rare Gîte, nu tijd doorbrengen op een niet erg aansprekend terrasje. Nee, Champollion Bonaparte mag mij gestolen worden.


Om 13:00 uur vertrekt de bus waar een Zwitser vertelt in de plaatselijke kaasfabriek gewerkt te hebben en de kaas voor “La Vache qui rit” de slechtste was uit het assortiment!



Cajarc is minder dan een uurtje rijden en kost maar 6 Euro. Het blijkt een aardig plaatsje te zijn. Een rondweg loopt over de oude gedempte gracht van vestingwerken. Een eeuw lang was het Protestants totdat Richelieu hier korte metten mee maakte.


Kerk Cajarc

Kerk Cajarc


De vesting was ooit zodanig sterk dat de Engelsen met de 100jarige oorlog er nooit baas geweest zijn.


Georges Pompidou heeft hier een tijdje gewoond zodat een Restaurant nog steeds “Le Président” heet en een dependance museum van het Centre Pompidou uit Parijs aanwezig is met regelmatig tentoonstellingen.


Spaarzaam overblijfsel na de opruiming der Protestanten door Richelieu in 1623

Spaarzaam overblijfsel na de opruiming der Protestanten door Richelieu in 1623

Maison de l’Hebradie”


Jammer zo de overgang naar het kalkplateau gemist te hebben. Maar de 30 km die de route sowieso al was vandaag zou teveel geworden zijn na het zeker 12 km mislopen. En uiteindelijk heb ik niets te bewijzen. De bus kwam dus goed uit.


Cajarc


De Gîte Communal blijkt pas om 16:00 uur open te gaan zodat na inspectie van het stadje een tukje in het parkje gedaan wordt. Met Mario, één van de grappige Québécois en later Jean-Pierre met vrouw Lynn, wordt een terrasje verderop onveilig gemaakt. Raad eens wat ze tapten: Grolsch! Ze stonden wel vreemd te kijken dat ik er al was. Waar ik geen enkele gêne over heb. Een pragmatische oplossing hoort er bij.


De Hospitalero komt langs het terras rijden, wil zijn 10 Euro voor de overnachting en nodigt ons naar de Gîte voor de formaliteiten. Ingericht waren we al aan de hand van de namen op het bord.


Gîte Communal

Gîte Communal


Martin arriveert eind van de middag ook. Hij staat op de plaatselijke camping iets verderop. Gisteren heeft hij wat buitenaf in Figeac op de camping gestaan. Uiteindelijk wordt ’s avonds besloten met de gehele groep Pelgrims te gaan eten in, volgens Bernard, een goed tentje nabij de kerk; “Le Cajarc Gourmand” (Gourmand=smulpaap). Inderdaad lekker, waarbij de wijn zorgt dat 20 Euro p.p. afgerekend moet worden.


Brug over de Lot in Cajarc

Brug over de Lot in Cajarc

Aan het pleintje zitten nog winkeltjes waar meteen maar wat spulletjes voor onderweg worden ingeslagen. Na 30 merendeels virtuele kilometers verder is de stand nu 284,3 km!

 

tab