18 September, Lauzerte – Moissac 26 km

Het ontbijt aan lange tafels is on-Frans goed zodat flink wordt toegetast. Het wasje moet nog vochtig in de rugzak gepropt worden. De dag begint nogal heftig omdat meteen eerst naar boven gezwoegd moet worden om via het centrum van Lauzerte verder te gaan.


s Ochtends uitgestorven


Het weer is bedompt en vochtig maar niet koud, eigenlijk wel goed om te lopen. De straten zijn echt uitgestorven. Fransen zijn net als Spanjaarden niet zo van dat vroege.

Vandaag het laatste stuk van de Quercy Blanc dat al zo anders was als het gebied voor Cajarc. Onderstaand kaartje geeft een aardig zicht op deze streek.


Quercy Blanc

De middeleeuwse straatjes volgen de bergrug en gaan naar de zuidelijke kant waarbij het ene huis nog mooier is dan de andere.


Middeleeuwse straatjes


Aan het eind een doorbraak naar beneden met uitzicht op de route tot de volgende berghelling.


Naar beneden in Lauzerte


Een bord geeft aan dat dit de goede route moet zijn: Passage du Pèlerin.


Goede weg


Beneden loopt een asfaltweg compleet om de berg heen die overgestoken wordt. Martin die op een camping verderop staat vertelt later er compleet omheen gelopen te zijn.


    

Lauzerte – Moissac 26 km


Door het dal naar de volgende helling met een mooie laatste terugblik op Lauzerte.


Lauzerte voor de laatste maal


Meteen hierna klimmen langs een met vruchtbomen vol gezette helling tot de bossen beginnen. Het pad wordt een uitgesleten afwateringsgoot naar boven toe.


Uitgesleten afwateringsgoot

Bij de boerderij van le Chartron staat op het eerste gezicht een mooie duiventil. Bij nadere inspectie is het een graanopslagschuurtje op poten. Het is de Franse pendant van de Gallicische Hórreo in Spanje zo vaak beschreven. Deze heet hier “Grenier à grains sur pilotis” met als doel knaagdieren bij de voorraad weg te houden. Misschien heeft het bovenste gedeelte dienst gedaan als duiventil.


Grenier à grains sur pilotis

Even verderop het kapelletje van Saint-Sernin-du-Bosc. Dit is één van de vele kapelletjes die gebouwd werden door de Abdij van Moissac in de 11e eeuw.


Chapelle Saint-Sernin-du-Bosc


Mooie hellinkjes met paden door de bossen terwijl beneden zelfs een meertje met een zeldzaam bootje te zien is.


Meertje met bootje


De weersomstandigheden blijven donker met wat meer wandelaars op pad.


Blijft somber weer



   

Leverkruid of Koninginnekruid, Eupatorium cannabinum

Lid uit de Asteraceae (Composietenfamilie). Is een exoot uit Noord Amerika. Wordt 30 tot 170 cm hoog op vochtige kalkrijke plaatsen. Bloeit met roze tot purperen bloemhoofdjes als een soort pluim van juni tot september. In Frankrijk langs de route algemeen. Thee is te gebruiken tegen verkoudheid en koorts. Verder als laxeermiddel maar kan in hoeveelheden ook schadelijk zijn.

De paden komen uit op de doorgaande grote asfaltweg die een paar kilometer gevolgd moet worden. Op enkele wandelaars na is het rustig. Net als gisteren valt een afwijkend gewas op de velden op. Eens nader bekijken; lijkt op een soort bonen, maar toch anders. Een paar Franse vrouwen gevraagd, die niet verder komen dan aardappels, nu dat had ik niet hoeven vragen. Later blijken het Sojabonen te zijn. De velden staan vol met verrassingen en nieuwe ontwikkelingen.


  

Sojabonen of Glycine max

Peulvrucht dat stikstof grotendeels zelf via het wortelstelsel aanmaakt. Is belangrijkste bron van plantaardig eiwit voor veevoeders. De Europeanen willen minder afhankelijk zijn van import uit Zuid Amerika en proberen de teelt zelf op te pakken (ook in Nederland). Uit Brazilië komt de meeste import van niet transgene bonen (genetisch gemodificeerd), maar ten koste van de Amazone. Uit Argentinië de transgene, meestal via zaad van Monsanto.Voor menselijke consumptie mogen in Europa geen transgene bonen gebruikt worden, waardoor er een grote vraag naar dit eigen type is. In Frankrijk worden nu jaarlijks zo’n 30000 hectaren ingezaaid, vooral in het Zuid/Westen, wat nog maar 3% van de import oplevert. Het zaaien begint in april/mei terwijl het oogsten in september/oktober plaatsvindt. Soja heeft 180 dagen van boven 20 C nodig om te rijpen. Men zoekt naar vroegrijpe rassen die dit in 150 dagen kunnen. Het zijn fijn behaarde planten die lijken op gewone bonen en ongeveer 3000 kg per hectare opleveren.

Na de asfaltweg gaat het links de golvende velden in richting L’Auberge de L’Aube Nouvelle. De beide vrouwen zijn zo vriendelijk een foto te maken van de wandelaar in het veld.


Wandelaar in het veld


De hellingen zijn behoorlijk heftig en uitgestorven. Wat sporadisch rondrijden, zijn de gele autootjes van de Franse post die elke morgen de heuvels op en af klimmen.


Aardige hellingen


L’Auberge de L’Aube Nouvelle heeft een veelbelovende naam maar blijkt helemaal niets. Alleen een bakkerswinkeltje is open voor een broodje. Mogelijk is een halve baguette te bestellen zodat deze steeds vers en knapperig gegeten kan worden. Het Café blijkt al enige jaren geleden gesloten, waardoor niets anders opzit maar door te lopen tot bij een vijver uit de wind gezeten kan worden.


Bij de vijver uit de wind (Foto Lynn)


Door het dal


Dit gebied staat vol met fruitbomen, waarbij de route regelmatig midden door de vruchtdragende boomgaarden voert. Ze hangen vol met blauwe en gele pruimen waar voorzichtig van geproefd wordt gezien de protesten die ze uitlokken. Verderop staan druiven die er prachtig uitzien, maar duidelijk voor de directe consumptie bedoeld zijn.

De boomgaarden zijn afgeschermd met plasticfolie tegen de verwoestende hagelbuien.


Fruitkwekerijen


Na het dorpje Durfort-Lacapelette komt het pad uit op de D16 asfaltweg. De nieuwe route loopt met een grote boog over Saint-Martin. Een behoorlijk stuk wordt afgesneden door de asfaltweg naar beneden te volgen; een mooie weinig bereden route.



Mooie afkorting langs de D16


Beneden sluiten bij de beek Laujol de beide routes weer op elkaar aan en wordt het sompige beekdal gevolgd die parallel aan de D16 loopt. De Québécois lopen achterop en zijn verbaasd want dat hebben ze al eerder gedaan. Het laatste stuk is nog behoorlijk door een bos klimmen tot de lange afdaling naar Moissac begint. Nergens kan koffie verkregen worden, totdat bij een boerderij in de tuin bij het zwembad wordt gezeten om even bij te komen. In de verte is de vlakte van de Tarn en Garonne al te zien.


Vlakte van Tarn en Garonne


Op de helling een druivenaanplant van de bekende Chasselas de Moissac witte druiven, die als tafeldruif worden gegeten, maar ook voor een heerlijk frisse droge fruitige wijn zorgen.


   

Kleine bergsteentijm of Calamintha nepeta

Vaste plant, hoogte ca. 40 cm die op kalkbodems langs de route veel voorkomt. Het is een kruid dat tussen tijm en munt inzit en sterk naar pepermunt ruikt. Bloeit onooglijk uitbundig in zacht blauw van juni tot oktober, waarbij de bloemetjes graag bezocht worden door vele insecten. Het wordt gebruikt als keukenkruid voor vlees- en visgerechten, marinades en salades. Geneeskrachtig bij spierpijn en zweetdrijvend, tegen maagpijnen, depressies, slapeloosheid en menstruatiepijnen (Niet voor zwangere vrouwen; werkt afdrijvend!). Deze muntsoorten hebben vele natuurlijke hybriden zodat sommigen er ook de Calamintha sylvestris in kunnen zien.


Het weer is de laatste kilometers aardig opgeknapt. Ineens begint het bij de aanloop naar Moissac steeds donkerder te worden. De weg langs de spoorbaan en onder langs een helling is schier eindeloos. De stad in blijkt de Gîte nog een behoorlijk eind verder te liggen. Een paar honderd meter voor de afslag begint het te donderen en stortregenen. Onder de platanen blijft het een tijdje droog tot het door begint te lekken. Parka aan is het enige wat rest. Even verderop ligt naast het cultureel centrum een oude kerk met expositie die ingevlucht wordt. De vriendelijke mevrouw vindt het geen probleem zodat wel een kwartier gewacht wordt tot het iets mindert.

Met recht een schuilkerk


Als de regen iets lijkt te minderen de laatste meters zo gauw mogelijk zien te overwinnen. Vooral het laatste stuk naar de Gîte Centre d’accueil Ancient Carmel loopt via de Sentier du Calvaire bloedsteil omhoog. Voetje voor voetje naar de ingang terwijl de regen weer hard valt, genoeg om echt nat te worden.


Sentier du Calvaire


De Gîte is een echte Refugio in het oude klooster van de Carmelieten. Ontvangst door vrijwillige Hospitaleros met koud citroenwater, echt warm. Het is ook een opmerkelijk gebouw met een mooie binnenplaats, waar meer dan 70 Pelgrims welkom zijn. Eindelijk weer het echte Pelgrimsgevoel dat eerlijk gezegd minder aanwezig is dan op de routes in Spanje.


De Refugio in het oude Carmelietenklooster


Een piepklein kamertje wordt gedeeld met Gilles de Gendarme. Eerst wordt de nog vochtige was van gisteren met het wasje van vandaag in het kozijn opgehangen. Vanaf het klooster is een mooi uitzicht op de Abdij van Saint Pierre, maar volgens de Hospitalero is het mooiste zicht een paar honderd meter omhoog richting Calvaire. Dit kost de nodige inspanning en blijkt de moeite zeker waard. Onderstaand het panorama met links de Abdij.



Panorama van Moissac


Tijd om Moissac nader te verkennen. Het is een oude stad ontstaan bij het klooster van Saint-Pierre belangrijk door zijn strategische ligging aan de uitmonding van de Tarn in de bevaarbare Garonne. Daardoor de belangrijkste stad in de Quercy waarbij schepen wijn en meel naar Bordeaux vervoerden.


Moissac (Occitaans kruis en de meer Noordelijke Lelie)


Het belangrijkste monument is de Abdij van Saint-Pierre met zijn Claustro en prachtig Romaans beeldhouwwerk op het Timpaan. Het gebouw zelfs is overigens niet buitengewoon opvallend, zelfs een beetje rommelig. Dit klooster is gesticht in 506 door Koning Clovis en stond bekend als de Abdij van 1000 monniken, die leefden volgens de Benedictijnse regels.


Abdij Saint-Pierre


Het indrukwekkendst is de zuidelijke ingang met zijn beroemde Timpaan en vroeg Romaans beeldhouwwerk uit begin 1100.


    

Zuidzijde van de Abdij


Dit Romaanse beeldhouwwerk boven het Timpaan stelt de Apocalyps (laatste oordeel) voor en is in heel Frankrijk bekend als de meest oorspronkelijke en mooi bewaard.


Zuidelijke ingang met Timpaan


Het interieur van de kerk valt eerlijk gezegd nogal tegen met zijn behangachtige motieven, die van veel latere datum zijn.


Interieur


Timpaan van Moissac

Gesticht in 506 was de Abdij in 1042 een bouwval tot het met Cluny verbonden werd. Deze aarzelden niet en in 1063 was de nieuwe Abdij klaar. In begin 1100 werd het timpaan en de andere beeldhouwwerken vervaardigd en gelden nu als één van de belangrijkste Romaanse monumenten van beeldhouwkunst.


Apocalyps


Op het timpaan Christus omringd door de 4 evangelisten en serafijnen (hogere engelen) tijdens het laatste oordeel. De evangelisten worden uitgebeeld door de volgende symbolen: Matheus door een engel, Marcus door een leeuw, Johannes door een adelaar en Lucas door een stier. Eronder en naast in rijen de 24 oudsten met kelken en muziekinstrumenten die hem prijzen.


Op de middensteunpilaar onder het timpaan de afbeeldingen van Sint Paulus en Jeremiah, wiens gezicht door de eeuwen wonderwel gaaf is gebleven. Naast de linkerdeur Petrus en de rechterdeur Isaiah.


Steunpilaar De profeet Jeremiah Petrus Isaiah


Extra choquerend zijn de afbeeldingen aan de linkerzijde van het portaal die met recht afschuwwekkend zijn; De straf die wacht voor de aardse zonden:


Averitia en Luxuria


Averitia Luxuria


Averitia, die staat voor hebzucht, op het sterfbed door duivels geplaagd waarbij de grote geldbuidel niet meer helpt.


Nog plastischer Luxuria, die staat voor wellust. Slangen zuigen aan haar borsten, terwijl een pad haar genitaliën indringt. De duivel met dikke buik en mes staat naast haar!


De vroede middeleeuwers wisten de goedgelovigen wel angst aan te jagen!


* De zeven hoofdzonden zijn:


Op het terrasje net voor de Timpaan is het goed zitten met een pilsje (pression) en gesprekken met de Québécois, Mario Vigne en Jean-Pierre met zijn vrouw Lynn. Vooral veel grappen en ook serieuzere gesprekken. We vinden elkaar steeds vaker op de route waardoor een echte pelgrimsband wordt gesmeed.

Mario is begin vijftig en werkt op de één of andere manier niet meer. Hij is elk jaar op de Camino te vinden. Enige jaren geleden blijkt hij al in de herberg in Roncesvalles geslapen te hebben toen Loes en ik er Hospitalero waren en Loes hem advies gaf. In Condom werkt een bekende Hospitalero die hij gaat helpen. We blijven daar in ieder geval slapen, zodat hij de reservering regelt. Ook in Lectourne regelt hij een overnachting, prima kerel!


Mario, Jean-Pierre en Lynn

Terug naar de Gîte door de stromende regen aan tafel voor het gezamenlijke menu. Voor mij wordt een stukje kabeljauw gemaakt. Alles toebereid door vrijwilligers smaakt het best. Later hoor ik van de anderen dat het nogal tegenviel. De ene dag is nu eenmaal beter dan de andere, waarbij de ijzeren wet van toepassing is; na een goede dag volgt altijd een mindere! De totale overnachting met diner en ontbijt kost 30 Euro, wat beneden het gemiddelde is.

Er zijn nogal wat nieuwe Pelgrims want Moissac is een erkend startpunt, waar sommige (Franse) routeboekjes beginnen voor het traject naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Aan tafel een Nederlands echtpaar uit Veghel; Wil en Gerrie, waarmee eindelijk weer eens in eigen taal gesproken kan worden.


Het bed in op de kamer met Gilles, die een prima maat is en bijna niet snurkt (ronfler), na 415,6 km!



tab