2 September

Requejo – Lubián, 20 km, hoogte 1024 m


Vandaag een korte etappe maar wel zwaar omdat de Pardornelo Pas genomen moet worden. We komen in de Cordellera Cantábrica (Cantrabisch gebergte), dat hier eindigt met de Sierra Cabreza en snijdt Galicië van de Meseta in Centraal Spanje af.

Het is zondagmorgen en Requejo is nog in diepe ruste. Nu zijn Spanjaarden sowieso geen vroege opstaanders.
In de bar is men wel op en er wordt vriendelijk gezwaaid.
De weg is eerst nog een gedeelte vlak maar dat zal snel veranderen.

Requejo ’s morgens vroeg

Requejo ’s morgens vroeg

Langs een typische Spaanse villa in het buitengebied word ik begroet door 3 grote en flink tekeergaande honden.
Op de foto zie je er een duidelijk staan en een stok tegen 3 van deze lummels zal niet veel helpen !
Gelukkig zitten ze achter een behoorlijke muur en held als ik ben durf ik gauw deze foto te maken.

Waakhonden!

Waakhonden!

 

Het wordt nu echt bergachtig en de grote klim wordt ingezet.
Het landschap met vergezichten is meer dan prachtig en als gebruikelijk is het schitterend weer.
De weg wordt goed aangegeven en volgt de oude route die de beiden gemeenten hier in ere hersteld hebben.

De Ruta wordt keurig aangegeven

  De Ruta wordt keurig aangegeven

 

Na 5,5 km stug klimmen moet rechtsaf worden geslagen. Ik besluit linksaf te gaan over een overwoekerd pad langs de boerenruïne een 100 m verderop, waar de spoorbaan van boven gezien een tunnel in gaat. Een prachtige plek voor een noodzakelijke sanitaire stop en meteen even rusten. Volkomen uitgestorven is het en ik bijt in een bocadillo met kaas. Ineens hoor ik een diep gegrom en komt er een massief wild zwijn aan !

 

ontmoeting met zwijn

Hier de ontmoeting met een zwijn

Ik schrik me rot en pak instinctief de stok. Het zwijn is nog meer geschrokken en maakt luid knorrend dat hij wegkomt, ik kan hem nog lang horen.Tenminste ik ga er vanuit dat het een hij is. Stel je voor dat het een zeug met jongen was geweest, dan was ze frontaal in de aanval gegaan !   De lol van het rusten is er af en ik breek nogal vlug op.

De weg rechts opgepakt en omhoog gaat het tot een steengroeve en de oude restanten van de route nationaal worden gevolgd. Michael vertelde later hier geweldige problemen te hebben gehad met de ronde stenen die overal lagen, maar ja hij had dan ook behoorlijke pijn aan zijn voeten.

De oude Ruta National

De oude Ruta National

 

Onder de autovia door

Onder de autovia door

Nu wordt een slinger gemaakt onder de betonnen bruggen van de autosnelweg door.
Het is mogelijk door de tunnels langs deze weg te gaan, maar ik wil de echte pas lopen, wat een kilometer lengte en 100 m hoogteverschil om is. Zo ongeveer onder de brug staan prachtige en volle dikke bramen en ik kan het niet laten hier handenvol van te eten.
Dat geeft maar twee problemen; paarse vingers en pitjes tussen de tanden.
Steil omhoog gaat het en het duurt niet lang of je kijkt ineens op de autosnelweg beneden je. Een paar serpentines worden afgestoken via kleine paadjes en voor je het weet ben je boven op de Pas, 1360 m hoog.

Van hier kijk ik nog een keer terug in het dal van de Sanabria  bijna tot Puebla de Sanabria.
De pas zelf is weinig spectaculair en er staat eigenlijk voornamelijk een gebouwtje met een straaltoren.
De hoogspanningskabels en ook de spoorrails volgen trouw deze route en zijn duidelijke oriënteringspunten.

Terugblik op Sanabria

Terugblik op Sanabria

 

De andere zijde kijk je uit op het tussenliggende dal naar de volgende pas A Canda die de grens met Galicië vormt. In dit dal ligt ook Lubián, het doel van vandaag.
De bergtoppen staan vol met reusachtige batterijen van windmolens, die al de tijd door gebrek aan wind praktisch stil staan!

Vooruitblik op A Canda

Vooruitblik op A Canda

 

  Windmolens
Zet windsnelheid om in elektrische energie. Ze werken tussen windkracht 4 en 8, waardoor een groot aantal dagen per jaar geen stroom wordt opgewekt, en ze slechts 20 % van hun capaciteit leveren. Let op; want er wordt in de pers altijd met de maximale capaciteit geschermd. Er is weer een 1,5 Megawatt molen geïnstalleerd, die in werkelijkheid slechts 0,3 Megawatt oplevert. Een grote molen in vol bedrijf levert dan ook niet meer energie dan een middenklasse auto!
Dit is weinig en rechtvaardigt niet de installatie - en onderhoudskosten.
Het brengt niets op, behalve subsidies en het gevoel van groen zijn.

 

Groene stroom hierop gebaseerd is daarom niet effectief en andere bronnen zoals Kernfusie zullen noodzakelijk zijn.
Indien de propaganda voor deze “groene“ stroom het achterliggende doel heeft om zuinig en bewust met eindige fossiele brandstoffen om te springen, dan is het, behalve voor de windlobby, toch nog ergens goed voor.
Tijdens de gehele route door Spanje stonden de molens meestal stil!


Het gaat een stukje steil naar beneden tot het dorp Padornelo wordt bereikt.
Aan de N–525 is de plaatselijke bar en na al het geklim is een Café con Leche welkom.
Als ik zoals gebruikelijk mijn schoenen uitschop voor het noodzakelijke luchten, reageert de Señora niet al te vriendelijk; buiten zetten!
Wel begrijpelijk want naast bar was de handel in gedroogde worsten, hammen en matige kazen belangrijker. Deze kazen hebben een vorm
 van een vrouwenborst en heten op zijn Spaans dan ook “tit”.

Bij Padornelo

Bij Padornelo

In de bar werd ik aangesproken in het Duits, want zoals gewoonlijk werd ik hier voor gehouden. Het was een wat oudere Spanjaard die 30 jaar schilder in Gelsenkirchen was geweest en nu hier een eigen bedrijf was begonnen. Zo te zien boerde hij niet slecht.
Ik vertelde hem van de ontmoeting met het wilde zwijn. Dat is een “jabalí” en die komen hier veel voor!

Na een stukje over de Carretera gaat het linksaf de oude Mozarabische weg op. Dit gedeelte lijkt zo hier en daar wel op een droge bedding van een beek maar is werkelijk prachtig.
In het voorjaar zal het hier moeilijker doorkomen zijn.

 

De oude Mozarabische weg na Padornelo

De oude Mozarabische weg na Padornelo

 

In het dorpje Aciberos bij een kerkje genoten van de stilte en de ongerepte schoonheid
Dit dorpje is al echt Galicisch en dit oude gebouwtje is een watermolen met een vervallen stalen horizontaal rad erin.

 

  

 

Kerkje in Aciberos 

Kerkje in Aciberos

 

Watermolen met rad

Watermolen met rad

Ik kom de schilder die eerder in de bar zat ook tegen en hij woonde in een mooi huis. Wat een verschil met Gelsenkirchen!

Vanaf hier is het nog maar 4 km naar Lubián en het wonderschone weggetje slingert onder de autosnelweg door tot aan de rand hiervan. De refugio staat direct aan de dorpsrand maar de sleutel moet verderop gehaald worden bij “Mariza”, die na 3 Euro ook zorgt voor de stempel.
In de refugio ben ik de eerste. Het ziet er netjes uit met bedden boven en een keukentje beneden.
Na het douchen en wassen eerst het dorp in en de bar opgezocht. Op deze zondag zat de gehele gemeenschap hier te kaarten. Het tappilsje was zowaar een “Weizenbier”, lekker maar met een on Spaanse prijs.

Stokoude kastanjebomen in Lubián

Stokoude kastanjebomen in Lubián

 

Op het terras sprak ik met een heer die het betreurde dat alles zo veranderde. De jongelui trokken naar de stad en de boeren hadden geen koeien meer. Hij redde zich wel met zijn transportbedrijf. Eigenlijk het probleem van het gehele landelijke gebied van Spanje.
In de bar werd me wel fijntjes verteld dat er geen menu was. Casa de Irene, het Hostal naast de refugio, was ook buitengewoon stil, zodat ik genoodzaakt was wat anders te bedenken.
In de tienda 4 eieren, een ui, tomaat, paprika, aardappel en een fles wijn op de kop getikt, naast de normale zaken en eens kijken hoe het keukentje werkt.
Nu dat viel niet mee, maar een pit werkte op halve kracht. Bij de buren “leende” ik wat koolbladeren en een lekker “schurfje” kon gemaakt worden met brood.

Gelukkig stond er nog een restje olijfolie in een potje en zout en peper was er ook. Heerlijk!
Net toen het bijna klaar was zie ik buiten Michael, Eva en een Spanjaard langs komen.
Ze gauw gewaarschuwd waarna ze hier ook intrek namen.
Ze waren ineens van Puebla de Sanabria naar hier gelopen en kompleet af.
Ook zij moesten zelf wat klaar te zien maken, maar verder dan brood kwamen ze niet. Michael had nog wel een opmerking; Du bist ein harter.

De refugio in Lubián 

De refugio in Lubián


Hier heb ik de volgende dag nog over na moeten denken, wat hij nu bedoelde?
Buiten lekker in het zonnetje van een glaasje wijn genoten en pruimen geplukt die volop naast de refugio stonden en waar ook de dorpelingen van plukten.
Met de kippen op stok om 22:00 uur. Zo naar het noorden wordt het ook al eerder donker en ben ik 799 km gevorderd tot bijna bij de grens van Galicië.

 

 

p