4 September

A Gudiña – Laza, 36 km, hoogte 400 m


Veel gerommel met maar 2 toiletten en ik haast me om te vertrekken.
Het begint nu toch duidelijk later licht te worden en voor achten is het nog schemerachtig. In het dorp zoek ik naar de kruising waar de splitsing is naar Verín, waarbij het pad de Carretera N-525 volgt, of de hoge weg naar Laza kan worden genomen. Beiden komen in Ourense uit.
De weg naar Verín is eigenlijk alleen voor fietsers interessant omdat deze langer is en de refugio’s te ver van elkaar zitten.
Maar het belangrijkste is wel dat de weg naar Laza het mooiste traject is van de gehele route.

Het gaat nu 3 km langs een rustige asfaltstraat omhoog naar de Alto do Espiño op 1088 m hoogte.
Terugkijkend in het dal ligt A Gudiña in de opkomende zon. Erachter liggen nog de passen richting Sanabria.

 

A Gudiña in de morgenzon

A Gudiña in de morgenzon

 

vrij zicht

Vrij zicht Portugal in

 

de route volgt het weggetje beneden

De route volgt het weggetje beneden

 

Aan alle kanten op de hoogteweg is vrij uitzicht en dit gaat kilometers door.
In zuidelijke richting kijk je over het spectaculair groene hooggebergte naar Portugal en in de verte loopt in de diepte de autovia die naar Verín afbuigt.
Voor je zie je de bergen langzamerhand wat lager worden.
Al snel kom je in het dorpje Venda do Espiño en na nog 3 km, met indrukwekkende vergezichten, Venda Teresa. In deze dorpjes is niets te krijgen, maar het is nog vroeg en ik heb de dunne overtrui nog nodig.

Aan de noordzijde ligt in de diepte het stuwmeren complex van Rio Camba.
Dit complex is langgerekt en in de lengterichting loop je erlangs.
De weg is uitgestorven, behalve een kudde schapen met hoedster die de bijbehorende honden goed onder controle heeft.
Het landschap is laag begroeid met hei, gaspeldoorn, gras en veel bloemen en onder de wolkenloze hemel is het genieten; wat een pracht!

 

Rio Camba

Het stuwmeren complex van Rio Camba

 

Rio Camba een uur lopen verder

Rio Camba een uur lopen verder

 

Na nog een paar kilometer ga je over een spoorbrug. Deze spoorbaan zie je steeds naast je en in de diepte liggen bij het op - en af klimmen van de hellingen. Alleen gaat de spoorbaan steeds door tunnels, wat een werk moet dit geweest zijn !
Toch heb ik al die tijd geen trein gezien, waarschijnlijk is de spoorbaan met het komen van de autovia minder belangrijk geworden. Het dorp Venda da Capela is daar een voorbeeld van. Aan de linkerkant in de buurt van een stationnetje liggen een hele groep verlaten en gedeeltelijk vervallen huizen. Deze zijn gebruikt in tijden dat de spoorbaan nog volop in aanleg was en veel mensen werk verschafte. Het is 11:00 uur, goed warm en de trui is inmiddels uitgetrokken.

 

Tussen de dorpen

Tussen de dorpen

 

De mensen werken in de tuin tussen de kool

De mensen werken in de tuin tussen de kool

   Kool 
Overal in Galicië en ook in Portugal zie je de groene kool welke in lange stronken recht omhoog groeit. Ze staan seizoenen en kunnen meters lang worden. De bladeren worden van onderen afgeplukt en verwerkt in soep (Caldo Verde) en stoofschotels. Ook worden ze als voer voor de dieren geoogst. Ze zijn bestand tegen het rauwe en zo nu en dan droge klimaat en worden overal op terreintjes gezaaid.
Deze opvallende kool is typisch voor deze streek en zie je in elk dorp.

Het volgende dorpje Bolaño duikt al weer op en de enkele oudere mensen werken in de tuin of om het huis en zijn zeer vriendelijk.
Overal staan zo hoog ook nog blauwe en groene pruimen, lekker voor de dorst!
Het uitzicht blijft onverminderd schitterend en omhoog gaat het nu van de asfaltweg af steil omhoog over een rotspad tot onder in het dal Campobecerros zichtbaar wordt.

Nu moet steil naar beneden een ruw rotspad gevolgd worden door leisteenformaties.
Dat is uitkijken geblazen; gevaarlijk, glad met rolstenen en duurt zeker 1,5 kilometer.
Het dorp is wat groter en hier zijn ook winkels en enige bars.
De eerste op de route past meteen en ze hebben een heerlijke Café con Leche.
Buiten gezeten zie je de overkappingen over de weg en zwaluwen scheren af en aan naar hun kunstig onder de balken geplakte nesten.

Campobecerros

Campobecerros

         

We zijn nu 21 km op pad en voor de andere wandelaars is dit het eindpunt voor deze dag zoals ze me vertelden.
Maar het is 13:00 uur, mij te vroeg en hier is alleen een Hostal.
Hoewel ik later hoorde wel een heel goeie!
Het dorp uit gaat het meteen flink omhoog en voor de afwisseling door naaldbossen met hier en daar wat eiken. Hetgeen al aangeeft dat we toch steeds lager komen.

Na het dorp Portocamba gaat het vandaag voor de laatste maal omhoog, waar een houten kruis staat met het bord Cerdedelo ervoor.
Men heeft dit speciaal opgericht voor gestorven pelgrims, wel indrukwekkend maar voorlopig nog even niet!
Ook liggen er stenen maar dat is toch wat anders dan de stenen bij het Cruz de Hierro na Rabanal del Camino op de Camino Francès, waar elke pelgrim een meegenomen steentje achterlaat met te vervullen wensen en achter te laten zorgen.

Voor de gestorven pelgrims !

Voor de gestorven pelgrims !

                          
Vanaf hier gaat het alleen maar naar beneden, eerst langs kale hellingen geteisterd door bosbranden enige jaren geleden, en later door mooie bossen.
Na 4 km staan we ineens voor het dorpje Eiras waar een perfecte picknickplaats voor pelgrims is gemaakt en die goed van pas komt.
                                                                                    

 

omlaag de hoogvlakte af

Omlaag gaat het de hoogvlakte af

 

Nu de laatste 6 km stug dalen over een asfaltweg waar niemand op rijdt.
En in het dal ligt het plaatsje met de veelbelovende naam; Laza!

Als je het dorp inloopt staat aan de rechterzijde het bureau van de Protección Civil, waar de sleutel van de herberg is te verkrijgen.
De herberg is 600 m verder aan de rand van het plaatsje gelegen.
Alleen de sleutel past niet, gelukkig zijn er al een paar fietspelgrims en kan ik er in.
Ik heb een tweede sleutel gekregen voor een van de slaapvertrekken waar ik alleen lig en daar installeer ik me op de gebruikelijke stapelbedden. Ze zijn hier wel erg argwanend om iedereen een sleutel van de voordeur en nog een andere van de slaapkamer te geven.

Het plaatsje Laza

Het plaatsje Laza

Dit hoort niet bij de verbroederingsgedachte van een pelgrimage ! De fietspelgrims gaan weg en daarom ben ik genoodzaakt terug te gaan, want anders kan ik er naderhand niet meer in.
Zo vermoeid ik ben terug naar de Protección Civil en ik krijg een andere sleutel mee die, wat denk je, ook niet past. Weer terug, nu aardig nijdig, en een Civillist gaat met auto mee om het te proberen. Het blijken nagemaakte sleutels te zijn die verrekte slecht passen.
Maar ik krijg er uiteindelijk een goede. De refugio ziet er prachtig uit is alleen niet erg praktisch. De zitruimte is een broedoven en niet uit te houden. Ramen kunnen amper open. Het ergste komt ’s nachts en ‘s morgens, want dan blijkt het licht in de kamers centraal uitgegaan te zijn (tijdschakelaar?), zodat een zaklampje wel erg van pas komt. De keuken is wel goed met waarachtig een koelkast, wat men in veel refugio’s niet nodig vindt en de douches zijn prima.
Nu ja er dan maar rekening mee houden met het donativo bedrag dat in een bus kan worden gegooid en waaraan men duidelijk appelleert.

   Donativo
Verschillende refugio’s vragen tegenwoordig een (gering) bedrag bij inschrijven voor het dekken van de vaste kosten. Eigenlijk is dit tegen de pelgrimscode, want dan moet dit voor niets zijn. Het aantal pelgrims is echter dermate gestegen dat dit onmogelijk geworden is, want wie betaalt de kosten? In Roncesvalles waren begin ’80 ongeveer 100 pelgrims nu inmiddels meer dan 50.000 per jaar! De donativo pot wordt nog wel gehanteerd in Galicië, omdat de Junta deze subsidieert. Het is logisch dat voor een overnachting met gebruik van keuken navenant aan deze pot wordt bijgedragen. Normaal toch wel 5 à 8 Euro per persoon minimaal.
In Salamanca gaat het verhaal dat de pot slechts gemiddeld 1 Euro per persoon opbracht, zodat men wel een vast bedrag moet vragen!

Nu eens kijken wat Laza voorstelt en ik ga het dorp verkennen. Hoewel een intrigerende naam heeft het geen enkele overeenkomst met Lhasa in Tibet. Er is een mooi café voor een lekker pilsje met pinchos en een paar winkels, maar het restaurant is gesloten.

Dus moet ik weer zelf wat maken. Op naar de winkel en bij een met een klant duidelijk roddelende jongeman weer eieren, aardappels, paprika, groenten en een pak wijn gekocht. De gebruikelijke groene koolbladeren konden weer “geleend” worden uit de tuinen! De pitten in de keuken werkten hier prima en wat restjes in de koelkast waren ook te gebruiken zodat het eindresultaat meer dan goed was.
Een wat late fietspelgrim snoof waarderend. Maar met de fiets ben je mobieler, dus gingen zij enige kilometers verder naar het volgende dorp, waar wel een restaurant open was.
Het was een behoorlijk pittige dag geweest en de voet liet zich nog steeds gelden, dus op tijd in bed na het thuisfront en vooral Loes geïnformeerd te hebben.
Zoals gebruikelijk eerst een klein stukje in het gastenboek geschreven, altijd leuk dit soort internationale verhalen met ervaringen en dus ook in het Nederlands.
Laza ligt op 860 km van Sevilla!

 

 

p