8 September

Cea – Castro Dozón, 22 km, 700 m hoog


Het is zaterdag en ik besluit me aan het wat rustiger tempo van het Duitse trio aan te passen. ’s Ochtens maakt Hetty eerst koffie en daarna het nog uitgestorven dorp door naar de route.
Eerst willen we naar het klooster van Oseira, wat een 5,5 km extra is maar zeer aan te bevelen.

Het gaat voor een groot gedeelte over de oeroude bepleisterde weg.
In de stenen zijn de sporen van de wielen uitgesleten.
Het kostte toch heel wat moeite toen om producten te vervoeren.
We komen door drassige stukken die ’s winters onder water staan.

 

Oeroude wegen met drassige stukken.

Oeroude wegen met drassige stukken.

 

R vertelde wiskundige te zijn en later nog eens Duitse literatuur daarbij gedaan te hebben toen hem een professoraat was onthouden.
Wat een vreemde combinatie Bèta en Alfa door elkaar, dan moet je wel speciaal en een beetje verknipt zijn!
Ja, dat hadden ze wel eens vaker tegen hem gezegd. Als compensatie begeleidde hij gratis talenstudenten. Na 10 km zagen we het klooster voor ons liggen.

Met Rudolf en Hetty
Met Rudolf en Hetty

 

Het is een Cisterciënzer klooster uit de 12e eeuw en nog steeds in gebruik.
Bij de ingang is een aardige bar “Escudo” waar we onze rugzakken mogen laten staan.
We zijn hier lang niet de enige want het klooster is een erkend doel van busreizen.
Als specialiteit hebben ze een boerenbrood en we nemen er een met kaas. En inderdaad is er voor het eerst in Spanje een echt lekker broodje!

klooster

Klooster van Oseira

 

We krijgen het advies naar de ingang te gaan want elk heel uur is een rondleiding en het is 11:00 uur.
Gelukkig zijn de bussen even weg en krijgen we voor 2 Euro p.p. een uur lang een prachtige rondleiding in het Spaans, gemelleerd met Frans.
Het klooster is na de Franse bezetting in begin 1800 zwaar beschadigd en eigenlijk door Franco als een soort monument voor Galicië weer gerestaureerd.
Grote schade was toegebracht door een minister die “Masón” was geweest ergens in 1840 en die nu wel in de hel moest branden.
Bij masson denk je aan het Franse woord metselaar; dus vrijmetselaar.

 

binnenplein
Op het binnenplein

Het geheel is verweerd, kolossaal, indrukwekkend met mooie claustro’s en binnenpleintjes en historisch zeer interessant.
Toch zijn er mooiere kloosters maar op deze route moet je hem beslist zien.
Je mag helaas in het interieur geen foto’s maken. Die moet je kopen in het winkeltje aan de voorzijde. Alleen Santiago heb ik bij uitzondering mogen vastleggen.
Jammer want vooral de detailopnamen van de pilaren waren indrukwekkend.

ingang

De ingang

 

Santiago

Santiago

 

Bij het naar buiten gaan kwamen we Wilco en Carlijn tegen, een Nederlands stelletje, dat in het klooster geslapen had. Over het overnachten gaan wisselende geluiden want volgens zeggen kan dit niet.
Het ging dus wel, alleen onder barre omstandigheden, zonder douche en niet schoon.
Er kan wel een gastenkamer worden gehuurd maar dan ben je meer kwijt.

Terug naar de bar voor nog een voortreffelijke Café con Leche en verder.
Onmiddellijk het dal uit met een felle klim naar boven en vandaar een mooie uitkijk op het klooster.
Vandaag maken we een kleinere etappe naar Castro Dozón waar net een refugio geopend is.

klooster aan de andere zijde

Het klooster aan de andere zijde

Door bergachtig terrein met felle klimmetjes en langs bloeiende heidevelden gaat door beken de route naar Goaxa, een klein dorpje waar we stoppen.
In de bar zitten ook Wilco en Carlijn.
Aan de bar staat een dorpeling die ons wel interessant vindt en vertelt mee te doen met de burgemeesters verkiezing.

Bloeiend heideveld

Bloeiend heideveld

            

Hij wijst op allerlei dingen die hij heeft gedaan en in het dorp beter zou gaan doen. Hij heeft  behoorlijke littekens op zijn benen van het houtzagen met een kettingzaag!    Nu heeft hij op deze zaterdagmiddag behoorlijk
 getetterd en hij staat onvast op zijn benen.
We houden hem een beetje in de gaten, je weet maar nooit. Naar buiten doe ik mijn gele hoofddoek op en hij begint te lachen en poew poew gebaren te maken. Als hij me zo in het veld zou tegenkomen dan zou deze patrijs meteen geschoten worden! We lachen maar en taaien gauw af.

Het is nu nog een 5 kilometer naar Castro Dozón en om een uur of vier lopen we langs de Carretera het laatste stuk het dorp binnen.
Bij een bar worden we begeleid naar de nieuwe refugio die 2 km verderop aan de rand van het dorp ligt. Het blijken 3 containers te zijn als noodopvang. Twee voor slapen en een voor douchen. De keuken container moet nog komen, nu ja.
Een jonge knaap met vriendin wijst ons trots de weg en we installeren ons. Helaas mankeert er wel wat want de douche geeft geen water. Later wordt dit verholpen en we gaan eerst maar eens met de hospitalero bij de buurvrouw op bezoek, die Hostal Ruta Jacobea beheerd. Een veelbelovende naam, hier kunnen we eten en een pilsje drinken denken we. Maar helaas de señora is buitengewoon gestresst, heeft hoofdpijn en maakt zeker geen eten. Dan maar niets en weg zijn we, maar we zijn nog niet van haar af!

W+C zijn ook in de refugio aangekomen zodat we nu drie om drie Hollanders en Duitsers zijn, hetgeen prima gaat.

Op naar het dorp om te kijken of daar gegeten kan worden.
Nou nee, in het andere café ook niet. Er is een winkel onder nog een café aan de overkant en daar moeten we het mee doen. Omdat er geen keuken is maar een reuzenzak chips met brood, kaas en yoghurtjes gehaald met twee pakken wijn, want je moet wat. Zo werd het toch nog gezellig aan de gezamenlijke tafel, alleen waren we nog niet van de buurvrouw af!

De hospitalero kwam vertellen dat de was weg moest bij de containers en 200 m verderop beneden opgehangen moest worden. Ik had eerst nog gedaan of mijn neus bloede, want de anderen waren het dorp in en de was van hen nietwaar.
De buurvrouw zat beneden voor de deur en had last van dit onesthetische uitzicht, dus de hospitalero dook weer op en de rest van de was moest weg. De jongen was van goeden wille maar kon ook niet anders. Ik geloof zelfs dat zijn meisje een dochter van haar was; met zo’n schoonmoeder is hij arm af!
We hebben bij het gezamenlijke glaasje wijn er nog maar eens goed over gelachen en zijn de container in gedoken.
We komen nu toch wel dichtbij Santiago en R+H willen niet eerder dan woensdag aankomen i.v.m. hun vliegtuig, afijn ik zie wel. Hij heeft het over een goede Hostal in Santiago bij Doña Josefina van café La Campana meteen naast de Kathedraal en waar ze hem kennen als “el Barba Alemán”.
Met Loes, zoals elke dag, contact dat het opschiet en eind van de week thuis hoop te zijn.
Na 960 km nog zo’n 70 km!

 

p