9 Augustus

Almadén de la Plata – El Real de la Jara, 16,5 km, hoogte 461 m.


Welgemoed op weg! Het was vroeg en het dorp na de eerste feestdag nog in diepe rust. De weg uit het dorp was niet echt duidelijk bepijld, maar omdat langs de stierenvechters arena gelopen moest worden kon dit eigenlijk niet missen.

Stierenvechten
Dit volksvermaak gaat terug op oeroude gewoonten ver in de Keltische tijd. Op de brug bij Salamanca staat een granieten Taurusbeeld uit die tijd, waarin de samengebalde kracht wordt uitgebeeld. ( > dan 2500 jaar geleden)
De jonge mannen moesten hun omgeving verdedigen en moed was een eerste vereiste.
Dit konden ze bewijzen door de stier te weerstaan en te doden en zo hun machismo te tonen.
Dit werkte bovendien als een Afrodisiacum op de vrouwen.
Daardoor waren ze nog beter in staat de bloedige veldslagen te leveren die noodzakelijk waren, zoals bij de Reconquista.
Een slachtveld was een ware horror van man tegen man gevecht, met afgehakte ledematen, krijsende en stervende mensen en dieren.

In de Arabische tijd heeft men aan het stierenvechten ook het spel met het paard toegevoegd. Sommige paarden vinden dit zichtbaar spannend en dansen als het ware om de stier, op tijd de horens ontwijkend.
Een goed presterende stier wordt niet altijd gedood! Torero’s worden wel regelmatig op de horens genomen en lopen zware verwondingen of erger op.
Wij hebben nogal eens de neiging deze sport als barbaars af te schilderen. Bedenk wel dat dit een onderdeel van de oercultuur van het Iberische schiereiland is en tot kunstvorm verheven.
De stieren worden 3 à 5 jaar gefokt op de hoogvlakten en hebben een vrij en onbezorgd leven.
Is dit niet geheel anders dan de stierkalfjes welke in Nederland als “kistkalfje” een dieronwaardig leven lijden en na barre transporten op een verschrikkelijke manier geslacht worden?

Meteen loop ik de natuur in zo typisch voor Andalusië en ook voor een groot gedeelte van Extremadura.

p

Bloeiende agave ‘s ochtends

Smalle wegen bedekt met grit en soms voor de voeten pijnlijke grote keien, slingeren berg op berg af door velden met steen - en kurkeiken. De wegen zijn meestal omzoomd door eeuwenoude stenen muurtjes en lopen door Finca’s (landgoederen), waarbij roosters en poorten moeten worden overgestoken.
Op de landgoederen loop je door kudden koeien, soms met vervaarlijk grote horens en ook zie je vanaf hier de bekende zwarte zwijntjes rondscharrelen. Ondanks de grote droogte hebben de Finca’s overal waterpoelen.

 

p

Zwarte varkentjes

  Pata Negra
De zwarte zwijntjes zijn directe afstammelingen van het oorspronkelijke Mediterrane wilde zwijn. Pata Negra duidt op de zwarte hoefjes aan de poten.
Deze speciale zwijntjes scharrelen vrij op de Finca’s onder de kurk- en steeneiken en eten vooral de eikels. Het vlees krijgt hierdoor een zeer speciale smaak en men maakt de wereldberoemde “Jamon Iberico” van de poten.
De beste is de Jamon Iberico de Bellota van de achterpoot. Maar de Paleta Iberica de Bellota van de voorpoot is net zo bijzonder.
De varkens zijn minstens 12 maanden tot 3 jaar oud en wegen maximaal 180 kg.
Het hele proces van ham maken is gecompliceerd en duurt +/- 24 maanden.
Deze ham wordt vooral gebruikt in de Tapas en vele delicatessen.
Het heeft een exquise smaak met een hoge concentratie aan goede vetzuren vergelijkbaar met olijfolie en is laag calorisch.
Monesterio is een bekend centrum van deze ham.

De Finca blijkt een prachtig landhuis te zijn, aangelegd als een oase, compleet groen met palmen, bougainvilles en tuinen. Helaas stond er ook een vervaarlijk grote hond met blinkende tanden te springen, grommend en wel. Gelukkig nu aan de lijn en net passeerbaar zonder schade. Dit geeft toch een onbestendig gevoel. Mensen zie je niet. Doordat men de Spaanse wetgeving heeft veranderd zijn de eigenaren nu aansprakelijk voor de schade door zo’n hond veroorzaakt, hetgeen wel helpt. De Europese Gemeenschap heeft zo toch zijn voordelen.

Al voor 12:00 uur loop ik El Real de la Jara binnen, koffie in het levendige café en verder naar Monesterio (20 km) was het plan. Boven het dorp torent een mooie burcht we zijn op de grens met Extremadura.

 

p

El Real de la Jara op de grens van Andalusië

 

Bij de toerist informatie word ik door een vlot babbelende vrouw naar binnen geroepen. Het onderkomen in Monesterio is gesloten en het is beter in de mooie albuerge hier te blijven. Ik laat me ompraten en moet terug lopen naar het begin van het dorp.

De refugio is een huis met goede voorzieningen en prachtige bedden met kleurrijke spreien en kussenslopen en dat voor 8 Euro!
Zo vroeg was ik er de eerste, maar al gauw kwamen twee Spaanse fietspelgrima’s en later nog 2 fietsers.
De pelgrima’s hadden panne met een fiets. Je ziet dan meteen de rolverdeling, waarbij er één de tech – en pineut is, met bijbehorende zwarte klauwen.
Ik was het huisdagboek aan het lezen en daar zie je tot jaren geleden leuke verhalen van zelfs bekende medepelgrims. Toch baalde ik wel zo vroeg al gestopt te zijn, naderhand blijkt de gesloten refugio in Monesterio exemplarisch te zijn voor Extremadura.

In de woning bleken ook twee mannen ondergebracht die in de tinmijn verderop werkten waar we geen last van hadden.
‘s Avonds gezellige gesprekken met de medepelgrims. Het heeft zo zijn voordelen wat korter uitgevallen te zijn. Het huis was oud en gebouwd op de kleinere lengtes van eeuwen geleden en om en in de kamers te komen moest men gebukt onder gemetselde gewelven doorlopen. Een van de fietsers had dan ook een flinke bult op zijn hoofd. Hij was daar niet de enige mee gezien de waarschuwingen in het dagboek!
In het dorp was een restaurant aan het kerkplein met een goed menu en ik popelde om de volgende dag verder te kunnen en de te korte afstand van vandaag te compenseren, nu dat zou nog gaan lukken!
Ik was nu 87 km op weg!

 

Route indeling
De route indeling is afhankelijk van wat je zelf aankunt en op de “via” vooral ook waar de refugio’s gelegen zijn.
Je moet hiertussen kiezen en plannen. Een dagafstand van 25 à 30 km is voor mij redelijk ideaal, maar is ook afhankelijk van de zwaarte van de etappe zoals; bergen, terrein – en weersomstandigheden. Ik probeerde voor 12:00 uur de eerste 20 km afgelegd te hebben, dan koffie drinken en het volgende traject. Voor 13:00 uur gaat het nog met de hitte, hierna slaat deze onherroepelijk toe en wordt het onevenredig zwaarder. De refugio’s kunnen behoorlijk ver uit elkaar liggen en zijn veel minder talrijk dan op de Camino Francès, waar tegenwoordig in elk dorp er wel een is.
Hierdoor krijg je verschillen in dagtrajecten van 17 km hier tot meer dan 40 km verderop.
Het is soms mogelijk onderweg te stoppen in een hostal of hotelletje.
Maar er zijn ook afstanden van 25 km zonder wat dan ook tegen te komen. Zorg daarom elke avond het routeboek te bestuderen en het volgende dagtraject goed te plannen.

Neem de waarschuwingen in het boek ernstig en zorg voor voldoende water en eten.
Luister goed naar je lichaam, afzien is logisch en noodzakelijk onder deze omstandigheden, maar bij werkelijke gebreken moet je stoppen en rusten om geen blijvende schade te krijgen.

p

Steeneiken met poel

 

p