14 Augustus 

Mérida – Aljucén, 18 km, hoogte 350 m


Op pad en eerst verkeerd gelopen het centrum in. Daarna de goede weg richting het noorden.
Al gauw zijn de indrukwekkende pijlers van de Aquaduct Los Milagros te zien.
Hierlangs werd het drinkwater in het begin van de jaartelling naar de stad geleid vanaf het stuwmeer van Proserpina, toch goed 6 km verderop gelegen.

aqa

Aquaduct Los Milagros 

 

 

loop

Gekanaliseerde loop van de Albarregas          

                              
25 m hoog en 37 stuks van deze pijlers zijn bewaard gebleven. Het overspande 800 m het dal van het riviertje de Albarregas.

Mérida verder uitlopend stuit ik op bouwwerkzaamheden en is de route afgesloten.
Ik laat me hier niet door weerhouden en loop over de bouwput. Dat duurde niet lang, want er kwam een soort uitvoerder aan die me bars de weg versperde en niet te beroerd was dit hardhandig toe te lichten. Dan toch maar terug en via allerlei omwegen, om woonblokken, de goede weg weer zien te vinden.
Uiteindelijk kom ik na 8 km bij het stuwmeer uit. Lekker al dat water in deze hitte!

stuwmeer

Het stuwmeer van Proserpina

Dit meer verzorgde Mérida al in de Romeinse tijd van helder drinkwater. En is het grootste, bekende, door de Romeinen aangelegde stuwmeer. Nu is het een ontspanningsgebied met toeristische voorzieningen, maar op de
maandagochtend nog erg rustig. Ook zie je zeldzame watervogels. Voor de gesloten camping vond ik een perzikenboom met rijpe exemplaren. Ze waren aan de droge kant, maar toch de eerste rijpe te plukken vruchten, naast de druiven dan.

perzik

Door steeneikenbossen met zwerfstenen.

Verderop gaat het de bush in met de bekende steeneikenbossen en grote zwerfrotsen. Door dit mooie landschap gaat het 8 km tot het dorp Carrascalejo. Op een plateau van een picknicktafel is het goed een tukje doen. Net voor het dorp onder de autosnelweg door en over een berghelling Aljucén in.

Voor het dorp hadden de Amigos de Santiogo een Tempelierkruis op een paal gezet.

 

kruis

Tempelierskruis voor Aljucén

Zij zorgden dat hier de pijlen goed zijn aangegeven en zijn medebeheerders van de refugio.
Nog voor 13:30 uur stap ik het kleine dorpje binnen en de refugio “Analena” is gemakkelijk te vinden. Deze wordt beheerd door twee zussen (Ana en Lena) en de sleutel is verderop in de straat af te halen.

 

De Tempeliers
De Orde van de Tempeliers was begin 1100 opgericht om pelgrims en het Heilige land te beschermen. Het waren edellieden / ridders / monniken die in een strikte hiërarchie leefden.
De Grootmeester was de hoogste in rang met de Senechal (algemeen) en Marechal (legerleider) als tweede mannen. Zij waren alleen verantwoording verplicht aan de Paus. (In deze tijd waren er soms wel drie Pausen; Rome, Avignon en Perpignan!)
De orde was al gauw rijk en fungeerde als bank voor vele koninkrijken. De plaatselijke bisschoppen hadden niets over hun te vertellen. Ze werden arrogant gevonden en hadden vele vijanden, wat hun later fataal zou worden.

De route naar Santiago was de 3e belangrijke pelgrimsroute.
De Tempeliers hadden ook in Spanje overal burchten, kerken en versterkingen opgericht.
Ze zorgden ervoor dat het banditisme op de route naar Santiago uitgebannen werd en waren dé vechtjassen in de reconquista van Spanje op de Moren. Deze Orde had een geweldige aantrekkingskracht op de edellieden en was zeer succesvol. Hun macht groeide en hun bezittingen waren immens.
Hier moest wel een reactie op komen. Dit gebeurde in 1307 waarbij in een ongelooflijke actie in één klap de Tempeliers overal werden opgepakt en veroordeeld voor corruptie, sodomie en ketterij. Er achter zat vooral de Franse koning Philips de Schone, die zwaar in de schulden zat bij de Tempeliers en Paus Clemens kon manipuleren. Deze zat in Avignon en was afhankelijk van de goedgunst van de koning. De bezittingen van de Tempeliers werden dan ook genaast door Philips die meteen uit de schulden was.
Trek dit door naar de hedendaagse machtspelletjes en je ziet; de geschiedenis herhaalt zich.
Als je langs de verschillende Camino’s loopt zijn overal nog restanten van de Tempeliers te zien en hun vlag wappert boven verschillende refugio’s, welke zich hiermee identificeren.

Onlangs heeft men een document aangetroffen waarin Paus Clemens beweert de Tempeliers niet opgeheven te hebben. Er zijn dan ook weer hedendaagse Tempeliers die de traditie doorzetten. Tempelier wordt men alleen op uitnodiging en heeft een elitair karakter.

 

 

geel

De refugio te Aljucén

 

interieur

Het interieur met bedden

 

De refugio is simpel maar compleet en ik ben er nog steeds alleen. Men neemt wel
10 Euro voor een overnachting. Overigens hebben de dames ook nog een Hostal in huis, waar de prijzen wat hoger liggen voor de luxere pelgrims.
In het dagboek is te lezen dat in het voorseizoen soms alle 15 bedden bezet zijn.
Op het binnenplaatsje is het lekker in de schaduw zitten.

In dit dorp is een klein winkeltje en voor 14:00 uur moeten de boodschappen worden gedaan, anders is niets meer te krijgen. Dus tijdig worden fris, yoghurts en brood gekocht. Mijn vaste ritueel is nog steeds de frisdrank van een 2 literfles over te gieten in een kleinere en de “nood” flesjes gevuld te houden.

De ene bar in het dorp wordt door moeder en dochter beheerd. Bij deze wordt ook een maal besteld voor ca. 21:00 uur.
Deze maaltijd wordt speciaal voor me klaar gemaakt.
Soep en owéh varkensvlees met aardappels en groente en de postre is een bakje ijs.
Pogingen om voor het vlees wat anders zoals, kip, vis of ei te krijgen lopen op niets uit.
Men heeft dit goede eten en niet lullen maar eten laat moeder duidelijk merken.
Ik rechtvaardig dit voor mezelf met het argument, dat de varkentjes hier zo natuurlijk rondlopen, dat het vlees als kosjer is te genieten!

pata

La Pata Negra

 

Zo natuurlijk lopen de varkentjes overal rond en het vlees en de ham waren inderdaad prima!
Overigens heb ik het hierna weer afgezworen.


  Rood vlees
Sinds 6 jaar eet ik geen rood vlees meer. Ik duid dit aan met zoogdierenvlees.
Nadat een gierende voedselvergiftiging was overwonnen, veroorzaakt door bedorven satés, was dit de druppel die de emmer deed overlopen.
BSE koeien, varkenspest, mond en klauwzeer en alle andere ellende die over het klootjesvolk wordt uitgestrooid, met als argument dat alles onder controle is.
Stapels dode koeien in Engeland, varkens in de kraan in Nederland, daar draait je maag toch van om.
Ik moet bekennen dat het eten van een zoogdier me een halve kannibaal zou laten voelen, dus niet doen. Bovendien; de mensen gaan zo lijken op het vlees dat ze eten!

Natuurlijk is ook pluimvee niet 100%, noch zeevarkens zoals zalm, maar het idee is dat hier meer keuze te maken is.
Op de camino’s in Spanje was dit bijna nooit een probleem en altijd was gevogelte, vis of smakelijk vegetarisch te krijgen zoals bonen - of linzensoep.

Het traject vandaag viel mee. Met alle omwegen en vergissingen heb ik goed 20 km gelopen en een keertje lekker bijkomen is niet verkeerd. De dagroutes vallen gezien de afstanden van de refugio’s nu eenmaal niet altijd even gunstig uit.
Ik ben nu 250 km op pad!

 

p