22 Augustus

Calzada de Béjar – Fuenterroble de Salvatierra, 21 km, hoogte 950 m


Vandaag maar een klein traject, dat is na de afgelopen zware dagen ook wel eens lekker en ik doe het kalm aan.
De omgeving is uitermate rustig en ik kom dan ook praktisch niemand tegen.
Het landschap is typisch voor dit gedeelte van Castilië een hoogvlakte met uitzicht op de bergen.

 

mijlsteen
Uitgestorven wegen met mijlsteen 

 

meseta

Op de Meseta 800 m hoog

 

Vandaag zelfs een dunne trui aan moeten trekken, welke tot 11:00 uur noodzakelijk blijft, wat een verschil!
Na 10 km komt het dorpje Valverde de Valdelacasa inzicht.
Tijd voor koffie, maar een bar is nog niet open, dus naar een winkeltje om fris en brood op de kop te tikken. De mensen zijn behulpzaam en snijden keurig kaas in plakken zodat dit op brood gelegd kan worden. Voor de kerk is een mooie zonnige nis waar alles in rust opgegeten wordt.

      noodhutten

Noodhutten voor de pelgrims

 

blusvliegtuig

Blusvliegtuig

 

Fuenterroble de Salvatierra komt eraan dat is te merken aan de noodhut welke opgeworpen is voor gestrande pelgrims. Wat ook opvalt, is dat geregeld blusvliegtuigen met luid geronk overkomen. Verderop brandt wat en daar is men toch zeer snel bij.
Net voor het dorp vind ik hoe uitnodigend de eerste dragende pruimenboom en de blauwe vruchten zijn zoet en fris. Je merkt aan dit soort veranderingen dat je noordelijker komt en het klimaat wat minder extreem.

In dit dorp wordt de refugio bestierd door een gedreven pastoor “Don Blas”.
Deze is zeer begaan met de pelgrims en is een van de drijvende krachten achter de “Via” in Castilië. Helaas was hij niet goed in orde en het is te hopen dat hij zo weer de oude is.

refugio

De refugio in Fuenterroble de Salvatierra

 

maaltijd

Het gezamenlijke avondeten in de refugio

 

In de refugio word ik ontvangen met een biertje door een echte “Duitse” hospitalera, Sabine.
Ze kan goed Spaans en is bezig met een studie waar deze ervaring een onderdeel van uitmaakt. De refugio is groot en ruim met ongeveer 60 bedden en een openbare ruimte, daarnaast een keukentje met eetgelegenheid.
Het is nog tamelijk vroeg en ik word meteen uitgenodigd aan het middagmaal aan te schuiven. Ze had een heerlijke linzensoep en de nodige vleesgerechten die ik heb laten staan.
We waren met een klein gezelschap en ze stelde voor vanavond een gezamenlijk maal te maken. Je kreeg hier echt weer het refugio gevoel.
Ze had contact met de schrijver van het handboek van “Outdoor” Raimund Joos, van wie ze naar de ervaringen moest vragen. Nu, die waren in het grote geheel prima en in dat geval moest ze mij een glas rode wijn schenken.
Na het tukje kwamen toch nog koppels fiets pelgrima’s en pelgrims aan.
En zelfs een Duitser, Günther, die direct naar een kamertje boven vertrok en die we amper weergezien hebben.
Om het gebouw waren allerlei schuren en alles stond vol met oude wagenwielen en boerenkarren. De pastoor verzamelde deze zaken en hield ze in stand.
Na het tukje het dorp in voor boodschappen bij het cafe met een zijwinkeltje.
Sabina was van goeden wille maar had niets teveel in huis. Zodat ik maar gezorgd heb voor 2 pakken wijn en een rek eieren. Hierna gezamenlijk knoeien in de keuken met uien, paprika’s, tomaten, aardappels, macaroni en andere voedzame zaken.
Aan tafel zaten we met 8 personen waaronder een Portugees die hier weer opgeknapt werd, de 3 fietspelgrima’s en Paco een fietspelgrim die mediater was en goed Duits kon.
Opvallend was dat de meeste Pelgrims duidelijk uit de betere lagen van de samenleving komen en gestudeerd zijn, waardoor leuke discussies ontstaan.

Ik kon het niet nalaten aan de vrouwen te vragen, waarom zoveel Spaansen zo mollig en matronig zijn tegenwoordig. Ik had het idee dat 9 jaar geleden de Spaanse vrouwen eleganter, slanker en chiquer waren. Hier kreeg ik zoals verwacht de nodige respons op, zodat een aardige discussie ontstond.
Bij het afwassen kwam “Don Blas” er ook nog bij en het was een gezellige boel met nog langskomende dorpelingen en fietsers.
Lekker slapen want ik ben nu 476 km op weg!

 

p