25 Augustus

Salamanca – El Cubo de la Tierra del Vino, 36 km, hoogte 839 m

 

Het is vanmorgen wat bewolkt!
Lopend langs de kathedraal gaat het dwars door Salamanca via de Plaza Mayor naar het noorden de stad uit. Een vreemd verschijnsel doet zich voor; de straten zijn nat.
Heeft een sproeiauto dit veroorzaakt? Nee, het moet toch een buitje geweest zijn en dat na 3 weken Spanje voor het eerst!
Het is nog rustig, Spanjaarden zijn duidelijk geen vroege opstaanders.
De stad uit is het een zoeken langs nieuwe snelwegen, onder viaducten door en over rotondes, wat kilometers aanhoudt.
Parallel aan nog steeds dezelfde Carretera, de  N-630, gaat het naar het noorden.
Na het eerste dorp Aldeaseca de Armuña  wordt het moeilijk; men is een nieuwe weg aan het aanleggen en van pijlen is niets meer te zien.
Over losse kleitaluds moet geklommen worden, waarbij mijn rechtervoet nog raar omzwikt.
Aan de andere zijde is de te volgen weg onduidelijk. In de verte zie ik een jager en wijs of ik goed ga, hij wijst rechts, dus dat doe ik maar.
Even later hoor ik knallen. De jacht is hier kennelijk vrij en men schiet alles wat voor de loop komt. (overal borden Privado de Caza) Het enige klein wild dat hier te zien is, is zo nu en dan een patrijs en die zijn toch wel zielig klein.
Op gevoel gaat het door een voorde met hekken naar rechts, pijlen ontbreken.

Het landschap is van een verbluffende saaiheid, eindeloos rechttoe rechtaan.

Het volgende dorp Castellana de Villiquera past hier precies in en is helemaal niets.
Eindelijk na 16 km kom je aan in Calzada de Valduncel. Tijd voor koffie in een aardig café, met een winkeltje ernaast voor frisdrank en de rest.

 

Meseta na Salamanca
Meseta na Salamanca

In het café zijn jongelui een gokspelletje aan het spelen. Een van de meisjes heeft een aardig koppie. Maar als ze de mond open doet komt er een waar slagveld aan tanden te voorschijn. Blijkbaar is het met de gezondheidszorg in Spanje droevig gesteld. Het dorp uit hebben ze een aantal Miliarios verzameld en in een parkje opgesteld.

schaapherder

Een schaapherder met honden

Het landschap blijft hetzelfde; eindeloos.
Een herder zorgt voor een onderbreking van de eenzaamheid.
De weg buigt hierna links en komt al gauw langs de Carretera te lopen.
Men is vanaf hier bezig een nieuwe snelweg aan te leggen. De Spaanse bouwwoede, overigens met EU geld, is ongekend. Zo vlug mogelijk moet geheel Spanje gerond kunnen worden over autosnelwegen. Wat een verschil met de eind jaren tachtig toen het vol met gevaarlijke driebaanswegen was en je overal verschrikkelijke ongelukken zag.

 

snelweg in wording

20 km snelweg in wording

Het kleitalud mag volgens alle borden niet betreden worden, maar het is zaterdag en ik ken vandaag maar eens geen Spaans.
Het is nog moeilijk lopen want door het buitje is het wisselend nat en de rode klei plakt verschrikkelijk. Dit is altijd nog beter dan de Carretera, waar een druk verkeer is en dus oppassen, vooral na de middagpauze met chauffeurs met wijn achter de kiezen.
Dit talud moet 20 km gevolgd worden tot het volgende dorp en blijft in mijn herinnering gegrift als het ergste stuk van de gehele “Via”. De grens tussen de regio Salamanca en Zamora wordt hier gepasseerd.
Eindelijk, een stukje Carretera en linksaf naar het dorp El Cubo de la Tierra del Vino.
Het is al een eind in de namiddag en de refugio is gauw gevonden in het kerkportaal.
Er blijken al twee pelgrims te zijn en nog Nederlanders ook; Pieter Bas en Ellen de Jong uit Huizen. Ze zijn net gestart, met voor hen het tweede traject naar Santiago en Finisterra, nadat ze vorig jaar het gedeelte vanaf Sevilla naar Salamanca gelopen zijn. Op hun Website bij het Genootschap zijn hun wederwaardigheden na te lezen.
Er zijn maar 5 bedden en later melden zich 3 Spaanse fietspelgrims. Dat zou toch wel erg vol worden en we hopen dat ze verder gaan. Gelukkig gebeurt dit ook.
In het dorp gaan we gezamenlijk eten en het is leuk eindelijk weer eens je ervaringen uit te kunnen wisselen.

Naar huis lopend voel ik een raar stekend pijntje aan mijn rechtervoet net boven de enkel, een gevolg van het omzwikken in het losse talud? Hopelijk valt het mee.
Terug in de refugio gaat de SMS en blijkt mijn zwager Henk van 80 jaar, van de fiets gereden te zijn.
Hij is naar het ziekenhuis vervoerd met gebroken vingers en hoofdwonden. Even later krijg ik Roy mijn schoonzoon aan de telefoon vanuit het ziekenhuis, volgens zeggen is de toestand niet echt bedreigend. Henk gaat de laatste tijd nogal achteruit maar wil vooral alles zelf doen. Vanaf de tijd dat zijn vrouw en mijn zuster, Kina is overleden, eet hij elk weekend bij me, zodat we een nauwe band hebben. Gelukkig krabbelt hij hiervan op, maar enige maanden later blijkt dit toch het begin van het einde te zijn.
Buiten wordt het schemerdonker, het is hard gaan waaien en in de verte komen dreigende zwarte wolkenmassa’s aangedreven. Vlug het wasje, dat al droog is, binnengehaald. Het duurt niet lang of het is weerlichten en bliksemen alom, toch valt er vreemd genoeg niets waar wij zitten.
De refugio is als het ware in de kerk gebouwd, dus we zitten wel veilig en het slapen lukt dan ook goed.
Dit was de moeilijkste dag van de tocht na 562 km!

 

p