30 Augustus

Santa Marta de Tera – Ríonegro del Puente, 27 km, hoogte 800 m

 

Ik doe het kalm aan want vandaag is het rustdag!
Het bed uit om te sassen overvalt me toch een onrust, wat is dat een rustdag?
Michael en Eva zijn laatopstaanders en maken nog geen enkele aanstalten.
Tijdens het lopen blijkt met enige moeite de lastige enkel te functioneren en ik ben niet te houden. Domingo kijkt door het raam en zegt dat de volgende refugio in Ríonegro prima is, dus wegwezen. Het weer is onbewolkt en over de brug gaat het naar Santa Marta de Croya.

 

De brug over de Tera

De brug over de Tera

 

Aan de andere kant gaat het omhoog en aan de achterzijde van het kerkje van Santa Marta, over het kerkhof moet het oudste beeldje van Santiago te vinden zijn.
Dit beeldje stamt uit de 11e eeuw en Santiago wordt als pelgrim afgebeeld.
Er staat een ouder Spaans echtpaar dat in Bremen woont.
Ze zijn treurig omdat ze weer terug naar huis moeten en heimwee hebben naar hun mooie geboortestreek hier.
Waarom ga je niet terug, je bent toch pensionado?
Maar het aloude dilemma van een emigrant speelt hier; de kinderen en kleinkinderen trekken en je bent nergens meer thuis.

het oudst bekende Jacobsbeeld uit de 11e eeuw

het oudst bekende Jacobsbeeld uit de 11e eeuw
                                                                                                                                  

Bij de oever gaat het linksaf door uitgestrekte groene peppelwouden waarbij regelmatig de Tera schilderachtig opduikt. De gele pijlen zijn vaak onduidelijk maar eigenlijk kun je niet mislopen zo tussen de Tera en de Carretera N-631 aan de andere zijde in de verte.
Na 6 km moet een brug worden overgestoken bij een betoncentrale en zandwinning.
De pijl wijst helemaal mis en dit kost weer de nodige kilometers extra, dus over de rivier en meteen rechtsaf langs de oever. Overal heldere snelle stroompjes die gebruikt worden voor de bevloeiing van de velden. Wat is er in een dag tijd veel veranderd en mooi groen geworden. Vanaf nu zal dit ook de verdere reis zo blijven.

Na 11 km komt het volgende dorp Calzadilla de Tera in zicht.
Eerst gaat het langs een waterbron waar men een gebouwtje omheen gezet heeft.
Er staat ”No Tratada” hetgeen zoveel zeggen wil als; “onbehandeld water”.
Langs de gehele weg heb ik dit, zonder ooit problemen te hebben gehad, gedronken!

 

No Tratada

Bron bij Calzadilla de Tera

 

In het dorp de “tienda” opgezocht, waarbij de vriendelijke mensen een paar sneeën brood haalden. Een compleet brood was toch veel te veel voor mij. Met fris en toetje naar het kerkje en in de schaduw alles lekker opgepeuzeld.
De voet houdt zich aardig goed en de weg is gelukkig nogal vlak zo langs de oever van de Tera.

 

   Yoghurtjes
Deze steeds per 4 stuks gekocht als noodrantsoen, ontbijt en hapje onderweg. Ondanks de hitte bleven ze in de rugzak steeds goed. Wel elke dag vernieuwen natuurlijk.
Ze zijn in ieder geval meestal te krijgen wat niet voor kaas geldt.
De vreemde gewoonte heeft men om over het algemeen “desnatada” ofwel ontvet te verkopen, en anders is dan niet te krijgen, hoewel je dat toch echt niet nodig hebt.
De Iberiërs consumeren van oudsher weinig melkproducten en de toetjes zijn dan ook meestal van Danone. In combinatie met olijfolie, wijn en vis is dit erg gezond, want men heeft minder hart - en vaatproblemen dan in Nederland . Bij ons werd de schoolmelk door de boerenlobby door de strot geperst. Dit heeft geresulteerd in steeds langere mensen, maar met meer hart - en andere problemen. Al die dierlijke vetten zijn niet noodzakelijk, kijk maar naar de Japanners die vooral ook vis eten. Overigens aftreksels van Japanse poep (Yakult) verkopen ze hier niet. Ook niet nodig?

 

Verder gaat het weer en het is opvallend hoeveel vriendelijker de mensen hier zijn.

Het dorp uit loopt de route langs een snelstromend bevloeiingskanaal. Wat hebben die Spanjaarden toch veel water beschikbaar en dat in de droge nazomer!
De grote reservoirs die hiervoor noodzakelijk zijn zal ik gauw tegenkomen.

 

bevloeiingskanaal

Bevloeiingskanaal bij Calzadilla de Tera

Na 2 km kom ik in het dorpje Olleros de Tera. Belangrijk omdat er verschillende mogelijkheden zijn om bij het stuwmeer verderop te komen, eigenlijk een hoge en lage route. Omdat het hoogzomer is kies ik voor de lage route.
Buiten het dorp zijn de mensen volop aan het werk in het veld, waar veel wijn – en tuinbouw is. Hard werken, ook door vrouwen, onder een brandende zon.
Langs de wegen staan geregeld appel - en perenbomen en de mooiste exemplaren smaken heerlijk. Voor mij staat de eenzame en opgeknapte bedevaartskerk van Agavanzal.
Hier gaat het tussendoor en verderop wordt het wat onduidelijk omdat de weg compleet omgeploegd is.

 

 Omlaag gaat het door smalle paadjes het dichte bos in. De struiken zijn overgroeid met korstmos, dat betekent dat de lucht buitengewoon zuiver is. Voordat je beneden dicht langs de oever van de Tera loopt staat er een waarschuwingsbord met gevaar erop!
Het waterpeil kan snel wisselen zo dicht bij de stuwdam met krachtcentrale. Het ziet er rustig uit maar ik ga er toch maar zo vlug mogelijk doorheen.
 

korstmos

Korstmos op de struiken

 

Hierna gaat het steil omhoog naar de stuwdam welke het uitgebreide merenstelsel van de Tera afsluit.

De stuwdam wordt via een rustige weg over de dam overgestoken en aan de andere zijde is een geasfalteerd weggetje, welke 3 km langs de oever van het meer loopt.
Wat een natuur! Aan de oever is het heerlijk picknicken en zwemmen in het glasheldere water was goed mogelijk geweest.

stuwmeer

Stuwmeer van de Tera

 

Uiteindelijk buigt de weg naar rechts af om daarna links omhoog te gaan naar het dorpje Villar de Farfón. De pruimenbomen hier worden meteen eer aangedaan.

 

Nu volgt een weg kaarsrecht omhoog over een licht beboste vlakte met geel verdroogd gras en dit gaat 6 km zo door. Onderweg passeren alleen een paar fietspelgrims op mountainbikes, anders zou het ook niet gaan, het zijn meestal Spanjaarden.
De bikers worden wel steeds talrijker.

De hoogvlakte voor Ríonegro del Puente

De hoogvlakte voor Ríonegro del Puente

 

Het is al 16:45 uur als ik het dorp binnenloop. De refugio staat meteen aan het plein en wordt opgezocht. Hij is geopend en enige pelgrims zijn binnen.

Het blijken 2 koppels oudere Fransen te zijn, die de route omgekeerd lopen met een eenwielerig trekkarretje voor de bagage, welke als een kruiwagen achter je aan getrokken wordt. Ze willen naar Gibraltar. De hospitalera woont in het winkeltje naast de refugio en met 4 Euro is het weer een koopje.

De refugio is een mooi gerestaureerd historisch pelgrimshospitaal, onder en boven kamers met stapelbedden. Waarachtig het jonge stel Spaanse pelgrims ligt al te slapen en stappen om 19:00 uur zoals altijd op.
De Fransen zijn echte eigenheimers en spreken vooral alleen onder elkaar.

De refugio in Ríonegro del Puente

De refugio in Ríonegro del Puente

 

Voor Fransen begint Afrika achter de Pyreneeën, dus zijn ze altijd extra argwanend.
De Spanjaarden op hun beurt zijn niet gek op ze en vinden hen maar arrogant.
Bij het gebruik van de wasmachine stelde ik voor mijn wasje erbij te voegen, ze keken me aan of het zo ongeveer een onzedelijk voorstel was!
In Roncesvalles was het gebruikelijk de wasjes te verzamelen tot de machine vol was, vandaar.

 

Gauw in het dorp kijken bij Bar Central waar het goed toeven is. Eusebio, de waard, is lid van het lekebroedersgilde die de herberg beheert.
De bar is erg gezellig en verschillende Spanjaarden sluiten hun vakantie hier af, zo ook een Bask wiens vrouw hier vandaan komt en me steeds maar rondjes bezorgt.
Een specialiteit is Pinchos van een stukje Jamon Iberica gebakken in een soort oliebol. Weer heb ik me er over heen gezet en ze waren heerlijk!
Hier werd ook ’s avonds het Menu del Dia gegeten, waarvoor speciaal gekookt werd en dat weer voor 8 Euro. Ik had de mannen ter compensatie een rondje terug gegeven, naderhand bleken alle drankjes betaald te zijn.
Een stel van de Fransen kwam naast me buiten in de warme schemering zitten en bleken zowaar Engels te spreken. Ik vroeg hen hoe ze de route omgekeerd konden vinden, want de pijlen zijn sowieso vaak onduidelijk, laat staan omgekeerd.
Zij hadden zich onderweg bij het andere stel aangesloten, die al vanaf midden Frankrijk en Lourdes, naar Santiago via de Ruta del Norte gelopen waren. Ze oriënteerden zich met een GPS systeem, dat kennelijk ingeprogrammeerd bestaat!

 

Zowaar, in de refugio waren Michael en Eva aangekomen. Ze waren laat zoals gebruikelijk. Ze vertrokken ’s morgens altijd laat en deze uren haal je nooit meer in. Bovendien hadden ze geslapen langs het bevloeiingskanaal, waarna het laatste gedeelte over de hoogvlakte verschrikkelijk was tegengevallen.

    Big Ben
Het is niet te geloven maar in bijna elk dorp heeft men op het gemeentehuis, en soms zelfs de kerk, een soort elektronische Big Ben. Elk kwartier klinkt trouw het bekende deuntje van de acht slagen. Het is zo wezensvreemd hier en gaat naderhand ook in Galicië door. Het is te hopen dat de Spanjaarden nog eens tot inkeer komen en er een bijpassende riedel op laten afspelen.

Om 22:00 uur; tijd om erin te duiken. Het wordt steeds mooier en leuker.
Mijn voet heeft het redelijk uitgehouden en ondanks alles sta ik nu op 714 km!

 

p