Wetenswaardigheden

☼ Pelgrimsroutes
☼ Roncesvalles op de Camino Francès
☼ Credential del Peregrino
☼ Verkrijgbaarheid water en voedsel
☼ Menu del dia
☼ Aankomst refugio
☼ Las Flechas Amarillos, de gele pijlen
☼ Pata Negra
☼ Extremadura
☼ Marranen (Sefardische Joden)
☼ Verwoestijning – Klimaatverandering
☼ Rood vlees
☼ Calzada Romana
☼ Auto-da-fe (daad van geloof)
☼ Miliarios
☼ Kurkeiken
☼ Castilië en León en de Reconquista
☼ Rio Duero
☼ 23-F; de putsch van Kolonel Tejero
☼ Big Ben Local
☼ Windmolens
☼ Kool
☼ Moestuin
☼ Esperanto
☼ Hostal los Reyes Católicos

 

Santiago Major
Reisgids
Geschiedenis
Handy
Ontbijt
Wasjes en verder
 Stierenvechten
 Route indeling
Informatie verstrekking
Olijven
De Tempeliers
  Carlos
Orde van Santiago
  Cañadas Reales
  Lindamar
  Las Chinches
Salamanca
Castrotorafe
  Yoghurtjes
  Guardia Civiel en Policia
Galicië
Donativo
  Hórreos
Fietsers versus lopers
☼ Paklijst

 

Pelgrimeren is van alle culturen.
Altijd zijn mensen naar bijzondere plaatsen getrokken om kracht op te doen, naar zingeving in het leven te zoeken en opgedane ervaringen te verwerken.
Voor velen is het een invulling van hun religieuze regels en voorschriften.
Voor anderen het (proberen) één te worden met de natuur en de grootsheid hiervan te bevatten. We zijn maar zo kort op deze aarde en toch een onbegrijpend maar voelend onderdeel van de cosmos.
Pelgrimeren helpt ontegenzeggelijk om zo nu en dan iets van deze grootsheid te voelen en dit in je verdere leven te gebruiken.
In ons avondland zijn dit vooral de heilige plaatsen zoals beschreven. Bedenk dat veel van deze plaatsen al van voor Christelijke tijd stammen, zoals Santiago de Compostela.
Of de motieven om te gaan nu vooral religieus zijn of niet, een ieder ervaart een zekere mate van spiritualiteit tijdens het lange gaan, met de bijbehorende ontberingen en eenzaamheid.
Gedurende deze tocht kom je los van de waan van de dag, het huidige snelle leven en de hedonistische oppervlakkigheden van nooit genoeg hebben.
Ik hoop dat degenen die dit verhaal lezen, inspiratie op doen om in de een of andere vorm te gaan pelgrimeren en de heilzame werking welke ervan uitgaat ondervinden!
                                                                                                                                                                                                               
Pelgrimsroutes
De 1e route is natuurlijk de weg naar Jeruzalem. Het heilige land met alle bijbelse plaatsen.
De 2e route was de weg naar Rome, hét machtscentrum van de Rooms Katholieke kerk.
En nu komt het; de 3e route was de weg naar Santiago de Compostela in Galicië in Noord Spanje, waar de gebeenten van Jacobus Majeur zouden liggen.

Vanuit heel Europa lopen routes naar Spanje welke vooral aansluiten op de bekende “Camino Francès”.
De route naar Finisterra was in de oudheid al een magische route naar het toenmalige eind van de wereld. De Kelten trokken hierlangs, de sterren van de melkweg volgend.
Toen Santiago de beschermheilige was geworden van de strijd tegen de Moren had dit een geweldige aantrekkingskracht in de middeleeuwse wereld.

Het werd een doel om Santiago te bezoeken en bij zijn graf boete te doen.
Veroordeelde misdadigers werden hiernaartoe gezonden. Dit had het voordeel dat men ze een tijdje of altijd kwijt was (het was een riskante onderneming, zie de vele hospitaals en ossuaria) en als ze terugkwamen waren ze gelouterd.
Bij opgravingen komt men nog steeds penningen en afbeeldingen tegen en vele steden hadden een Jacobsgenootschap.
Na de reformatie is de klad er ingekomen en liep het pelgrimeren terug tot bijna niets. Vanaf de jaren zestig is er een revival van Santiago ontstaan waarbij, door beeldende verhalen, vele mensen geïnspireerd worden deze tocht te maken. Nu vooral om tot zichzelf te komen in de huidige hectische consumptie maatschappij.

Een maatschappij dat van nihilisme en hedonisme aan elkaar hangt. Vanuit een soort oergevoel is hiertegen verzet, zoekt men harmonie met de natuur en wil men weg uit de stresserige dagelijkse ratrace.
En een ding is zeker; je komt jezelf onherroepelijk tegen tijdens deze lange tocht onder vaak barre omstandigheden, maar je vind ook een soort innerlijke rust en inzicht.
Het lopen is hiervoor de meest aangewezen manier van pelgrimeren. Je moet het gewicht van de rugzak en de pijn in je voeten voelen, honger en dorst lijden!

In Roncesvalles wil het klooster via een enquêteformulier weten wat de motivatie is om deze tocht te maken. Men geeft aan; Religieus, Spiritueel, Sportief, Historie of anders.
Zeker is dat men in Spanje dit pelgrimeren toch als iets speciaals opvat en men pelgrims goed moet behandelen. De Spaanse koning heeft dit zelfs gestimuleerd. En dieven die pelgrims pakken worden dan ook extra zwaar bestraft. Nu nog word je vaak gratis medisch behandeld als dit nodig is.
Voor de gelovigen: De “Compostela” geeft recht op een volledige aflaat!

                routes                          santiago

Santiago Major
Was de 3e apostel van Christus, Jacobus major (de meerdere). Er is nog een andere apostel, Jacobus minor (de mindere), deze niet te verwarren.
De gebeenten van hem waren in begin 800 ontdekt waar nu Compostela ligt (heeft te maken met grafveld, composteren enz.) Jacobus zou onthoofd zijn in Jeruzalem en met een schip zijn aangespoeld bij Finisterre. Eerder had hij het geloof gebracht in Spanje. Dit verhaal kwam de kerk buitengewoon goed uit bij de Reconquista van Spanje. Men had een beschermheilige nodig om de Moren te verslaan.
De Moren veroverden in de naam van Mohammed, de Christenen sloegen terug in de naam van Santiago. Nog altijd wordt Santiago afgebeeld als “Matamorro” ofwel morendoder.
In de kathedraal van Santiago is een zijkapel waar dit plastisch wordt uitgebeeld; Santiagio te paard met zwaard houwend en hieronder afgehakte morenkoppen met kromzwaarden.

In de Kathedraal heeft men nu diskreet bloemen gezet voor de morenkoppen. Een vorm van politieke correctheid?

 

Roncesvalles op de Camino Francès
Roncesvalles is een zeer oud klooster en de eerste halteplaats in Spanje op de bekende Camino Francès naar Santiago de Compostela. De refugio hier is met zijn 800 jaar meteen de oudste langs de gehele camino en ziet eruit als een soort simpele kathedraal. Vroeger was het ook een hospitaal voor zieke pelgrims. Deze haalden het niet allemaal en in het ossuarium (knekelhuis) tegenover is dan ook een ongelooflijke hoeveelheid stapel botten en schedels te zien (meer dan 12 meter hoog).
De werkzaamheden hier betekende vanaf ’s morgens 6:00 tot 22:00 uur ’s avonds in touw, met ’s nachts de speciale gebeurtenissen als je slaapt met meer dan 100 mensen (er zijn 120 bedden) boven je. De hele wereld ontmoet je en het is dankbaar werk. Voorwaarde is wel dat je van mensen houdt en enigszins flexibel bent.

 

Reisgids
Als reisgids had ik een Duitstalig boekje van Outdoor, band 116; “Der weg ist das Ziel” Spanien: Jakobsweg – Via de la Plata, Mozarabischer Jakobsweg.
Dit boekje had ik aangeschaft bij de wandelboekhandel van Pied á Terre te Amsterdam en was de gecorrigeerde versie van 2006. Inmiddels bleken er al weer nieuwe exemplaren te zijn.
Dit boekje was bijna volledig en belangrijk; paste moeiteloos in de broekzak.

 

Credential del Peregrino
Het Credential is een belangrijk document. Het is hét bewijs dat je een pelgrim bent en aan de stempels van de overnachtingsplaatsen kan men zien hoe de tocht verloopt.
Met het Credential word je over het algemeen geholpen in refugio’s / albuerges, kerken, kloosters, raadhuizen en politiebureaus.
Als je minimaal 100 km gelopen hebt krijg je in Santiago in het Officina del Peregrino de oorkonde “Compostela” op naam en in het Latijn overhandigd.
Voor de liefhebber; het geeft recht op een volledige aflaat. Dat was vooral van belang voor de tot deze tocht veroordeelde misdadigers in de middeleeuwen (en natuurlijk de ware gelovige).
Stempels wil men je overal wel geven, zoals in cafés en zelfs stalletjes onderweg.
Ik heb dit beperkt tot de overnachtingsplaatsen en alleen het klooster van Oseira toegevoegd.
Zorg bij overnachten zonder stempelmogelijkheid wel voor een stempel van die dag en dat mag ook van een bar zijn. Men moet je tocht kunnen controleren!
Draag het Credential in een plastik hoesje met een touwtje om je nek anders is het papier, door de hoge temperaturen berg op en af, met de kortste keren doorgezweet.
En verlies hem vooral niet!

 


p

Voorzijde

 


p

Achterzijde

 

Geschiedenis
Sevilla was al in de Romeinse tijd een belangrijke hoofdstad (Hispalis). En de dichtbij gelegen ruïnes van de stad “Italica” zijn zeer de moeite waard. Deze Romeinse tijd duurde tot ca. 500. In deze tijd is ook de Via de la Plata aangelegd. De Romeinen maakten een echt ontworpen weg met onder - en tussenlagen versterkt met steenslag en afgedekt met speciale dekstenen.
Langs deze weg werden goud en zilver (Plata) vanaf het noordelijk gelegen Astorga (de Bierzo) naar het zuiden vervoerd. Na de Romeinse tijd werd Spanje door de Westgoten (een Germaanse stam) overheerst. Waarna in 711 de Moren via Gibraltar Spanje veroverden.
We zitten hier in “Al Andalus”, welke dus vanaf ca. 700 Moors was.
De wetenschap ontwikkelde zich door de samenwerking tussen Moren en Christenen tot grote hoogten. En vele geschriften uit de oudheid (Grieks, Romeins, Arabisch) zijn hierdoor voor de mensheid bewaard gebleven. De Spaanse taal bevat meer dan 2000 woorden van Arabische oorsprong.(abuela = oma, alfombra = mat, almohada = kussen, Algebra, Alchemie enz.)

Sevilla is pas in 1248 heroverd en christelijk geworden. Het laatste Muzelman bolwerk was het oostelijk gelegen Granada en werd door “Los Reyes Católicos” in 1492 heroverd, waarmee de Reconquista van Spanje voltooid was. De resterende Muzelmannen en trouwens ook Joden moesten hierna katholiek worden of Spanje verlaten.
Dit laatste hebben ze met duizenden gedaan, hetgeen tot 1600 doorging. In Marokko zijn nog hele gemeenschappen welke hier vanaf stammen en tot voor kort eigendomsrechten claimden.
Vele naar Amsterdam vertrokken Sefardische Joden hebben Holland mee groot gemaakt in de gouden eeuw. Zij wisten hoe de wereld in elkaar zat.

De Inquisitie controleerde of de bekeerden niet stiekem Muzelmannen of Joods waren gebleven waarna de brandstapel volgde. De Islam wil Spanje nog altijd heroveren.
Overigens in 1492 werd ook Amerika door Columbus ontdekt, waarmee het wereldrijk Spanje begon. Sevilla was hierbij de uitvalshaven waarvandaan alles werd aangestuurd.
Vele bekende conquistadores waren afkomstig uit Andalusië en vooral Extremadura.
Denk hierbij aan Cortez, Hernandez en Pizarro.

Extremadura was eeuwen lang de armste provincie van Spanje.
De  2e , 3e en meerdere zonen van de adel moesten in Amerika een nieuw rijk voor de koning (en voor zichzelf) stichten en dat hebben ze, geholpen door de kinderziekten die ze meebrachten, ook gedaan. De indianen stierven als ratten door mazelen, waterpokken en griep…
Overigens brachten ze ook een onbekende ziekte mee naar Europa. Deze werd bekend als “Venusziekte” en werd een plaag (syfilis). De Spanjaarden zouden deze ziekte opgelopen hebben door te paren met een Lama volgens zeggen.

De Moorse tijd is van groot belang geweest voor Spanje. De Moren hebben Spanje veroverd tot in het Noorden onder León, met Galicië en Asturië en tegen Navarra met het Baskenland. Het Noorden vonden ze het al snel te koud en nat worden en ze hebben niet echt moeite gedaan om hier verder te komen.
De Noordelijke volken waren in staat gebleken, onder het koninkrijk León (de legendarische “el Cid”) en Navarra, de Moren te weerstaan. Als Patroon voor deze weerstand en latere herverovering werd Santiago gekozen. Zodat tot vandaag Santiago de beschermheilige is van Spanje. Vanuit het noorden is men stukje voor stukje in geslaagd de Moren te verdrijven. De bekende kruisridderorde van “de Tempeliers” waren hierbij geduchte vechtjassen en nog altijd zijn burchten in geheel Spanje zoals in Ponferrada te bezichtigen.

 

Verkrijgbaarheid water en voedsel
Houd er rekening mee steeds minstens 2 liter water mee te nemen. Vooral na 14:30 uur zijn bars, restaurants, winkels en alles gesloten.(cerrado, enigszins slissend uit te spreken)
Heel Andalusië en ook Extremadura zijn dan in “siesta”, hetgeen kan duren tot wel 19:00 uur of zelfs later. Aan water of voedsel is bijna niet te komen. Daarbij zijn de huizen zeer goed afgesloten en zeker in het buitengebied niet benaderbaar.
Grote hekken met meestal 3 honden met blinkende tanden en nergens een bel of iets dergelijks. Als al contact met de bewoners wordt gekregen is men meestal wel bereid water te geven, maar ga hier niet van uit. Bovendien is het geen uitzondering dat je 20 á 25 km door volstrekt verlaten bossen en landerijen moet trekken.
Een gunstige uitzondering zijn de tankstations in de buurt van de Carretera (snelweg) en dorpen, hier is meestal wat te krijgen als men er al een tegenkomt.

 

Handy
Met de “handy” of mobieltje werd telefonisch contact met het thuisfront gehouden, zodat ze hier ook op de hoogte waren.
Omdat ik alleen liep was dit contact stimulerend en onderweg was het mobieltje vaak noodzakelijk om een hospitalero te bellen bij een refugio.
Bovendien heb je als je alleen loopt een alarm mogelijkheid bij je, stel je voor dat je in de bush een been breekt!
Nadeel was wel de gepeperde rekening achteraf. Gelukkig heeft de EU ervoor gezorgd dat de schandelijke dubbeltarieven afgeschaft zijn.
Zorg wel dat je een oplaad adapter meeneemt, stroom is in de refugio’s geen probleem.

 

Menu del Dia
In de meeste bars of een restaurant kan een dagmenu worden verkregen. Dit kan
’s middags zo tot ca. 14:30 uur en ’s avonds vanaf 21:00 uur en soms nog later.
Dit zijn eenvoudige 3 gangenmenu’s. Een voorgerecht naar keuze. Meestal Ensalada mixta (gemengde salade met tomaten, olijven en tonijn), Lentegas (linzensoep), Andere soepen, worst en ham plankjes, soms koude soep, of macaroni.
Hierna het hoofdgerecht vaak keuze uit verschillende vleesgerechten, vis of kip met wat patat en soms pasta.
De “postre” is simpel; een bekertje yoghurt, een ijsje, flan of fruit.
Bij dit alles wordt altijd brood geserveerd en de wijn hoort bij het menu.
De kosten voor dit alles liggen tussen de 7 en 10 Euro per menu. Hier geldt; in het binnenland goedkoop en vaak goed. In de steden zoals Ourense, aanmerkelijk duurder.
De keuze kan soms beperkt zijn. Toch kan ik zeggen altijd smakelijk gegeten te hebben zonder spijsverteringsproblemen.
Op de route heeft men soms een “Menu Peregrino”. Dit menu bevat extra calorieën zoals een Pelgrim na een dag sjouwen met rugzak nodig heeft. Op de Camino Francès overal te krijgen, op de Via de la Plata zelden. De prijs is hetzelfde als een dagmenu.

 

Ontbijt
Het ontbijt in Spanje stelt eigenlijk niet zoveel voor. Meestal een croissantje met Café con Leche, dit is een grote kop koffie verkeerd. Het Spaanse brood is hard, meestal niet vers en niet het lekkerste. Op de vroege morgen zijn de bars bovendien vaak gesloten, zodat je beter zelf kunt zorgen voor iets te eten. Ik zorgde ervoor een bekertje vruchtenyoghurt of puddinkje paraat te hebben. Ondanks de hitte in de rugzak ging dit altijd goed. Ook smeerde ik een soort baguette met kaas, als noodrantsoen goed te gebruiken. Kaas was wel eens moeilijk omdat men alleen geiten - en schapenkaas had. (geen vaca = koe) Soms verkocht men plakjes kaas in plastic folie. In de hitte werd dit een soort smurrie en niet te gebruiken. Smeerkaas in puntjes werkte wel weer goed.
Natuurlijk kan ook ham of choriso (droge pittige worst) verkregen worden, maar omdat ik geen zoogdierenvlees eet deed ik dit nooit.

 

Aankomst refugio
Bij de aankomst in de Refugio of Albuerge zijn er altijd zo ongeveer dezelfde procedures / gewoontes. Eerst een bed zien te krijgen. (het kan ook vol zijn!)
Hierna een stempel in je Credential met je bijdrage voor de overnachting. Dit is zeer verschillend en kan van kosteloos tot donativo naar een vastgestelde bijdrage gaan.
(meestal 4 à 5 Euro, maximaal 15 Euro meegemaakt) De Ruta de la Plata was hierbij wat duurder dan de Camino Francès. Dit komt waarschijnlijk ook omdat deze route minder druk is en men de infrastructuur toch moet bijhouden.
Na het uitzoeken van je bed douchen en wasje doen.

In een refugio mag je een nacht blijven. Alleen als er een medische reden is mag je een of meerdere dagen in de ziekenboeg blijven.
’s Morgens om 8:00 uur wordt je geacht vertrokken te zijn.
Sommige refugio’s gaan pas na 16:00 uur open.

 

☼ Wasjes en verder
Je ondergoed, t - shirt, sokken en handdoek meteen in, het liefst, een warm sopje laten trekken en na goed knijpen, uitspoelen, uitwringen en in de zon ophangen. Makkelijk is om enkele wasknijpers bij je te hebben. Zo nu en dan ook je wandelbroek en vrije tijdgoed wassen.
De zelfde avond was de was weer prima droog door de hitte en kan hetzelfde spul de volgende morgen weer aan.
Voor de was had ik een (klein) plastik zakje met wat waspoeder bij me. Dit spaarzaam te gebruiken. Een enkele keer kon ik deze aanvullen of gebruik maken van afwasmiddel in de refugio. (een pelgrim kan alles gebruiken)
Na het douchen trok ik een dun sportbroekje met T – shirt aan en sportsokken.
Eventueel een warme fleece trui, met makkelijke zakken, voor de avond. Maar dit heb ik maar een enkele keer meegemaakt.

Na deze verplichte corvee is het tijd voor een middagtukje. Dat lukt prima na een vermoeiende tocht en valt samen met het heetst van de dag en de siëstatijd van de Spanjaarden.

In de refugio is hierna nog tijd om in het pelgrimsboek ervaringen, tips en bevindingen op te schrijven. In dit boek staan vele nuttige en interessante stukken in alle talen van de wereld.
Het leukste is om de medepelgrims te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.
Vaak wordt er ook gezamenlijk gegeten. Ieder betaalt natuurlijk wel voor zichzelf.

Om 22:00 of 22:30 uur is het deur dicht en licht uit. Een pelgrim gaat op tijd slapen om de volgende ochtend weer vroeg uitgerust op pad te kunnen.
Vergeet niet om een reserve rolletje toiletpapier mee te nemen. Dit komt altijd van pas. Bovendien zijn er refugio’s zonder papier.

 

Las Flechas Amarillos, de gele pijlen

De gele pijlen zijn de algemene richtingaanwijzer voor de Caminos naar Santiago.
Welke route ook, overal zie je dezelfde gele pijlen. Ik heb deze zomer wel eens gedacht dat deze pijl afkomstig is van de “gele pijl”, een plant welke in toortsvorm uitbundig bloeiend langs de Camino Francès staat.

p

De gele toorts bij Castrojeriz op de Camino Francès

De pijlen worden aangebracht met een lik gele verf op een boom, steen, straatrand of muurtje. Helaas is niet altijd even duidelijk welke richting men nu opmoet.
Vaak heeft men bij een tweesprong de pijl vergeten. Enig logisch nadenken is noodzakelijk. Deze route loopt tot de afslag naar Sanabria naar het noorden en vaak parallel aan de Autobaan of de Carretera. Een kompas kan hier behulpzaam zijn. Ik lette meer op de stand van de zon wat goed werkte.
Pas dus op als de richting plotseling verandert. Ook zijn plaatselijke pijlen soms verwarrend, zoals in Ourense waar een bekenroute ook geel was aan gegeven, en ik me dus prompt verliep.
Soms zijn pijlen overwoekerd of verwijderd en het is welhaast onvermijdbaar dat de verkeerde weg wordt ingeslagen. Dit gebeurde bijna elke dag wel eens. Je loopt hierdoor nogal een paar kilometer extra.
Vooral in de steden is de bepijling vaak slecht of afwezig.
Hier moet je zorgen de goede uitvalsweg te vinden. Let goed op de routeomschrijving.
De Spaanse “Amigos de Santiago” verzorgen deze pijlen, waarbij elke afdeling een traject doet. Hierdoor zijn sommige stukken zeer duidelijk aangegeven, terwijl op het volgende traject de pijlen verbleekt zijn en niet te vinden.
Pelgrims zorgen bij moeilijke stukken nog wel eens voor een “Steinmänchen” of een pijl van stenen.

De verschillende provincies hebben op regelmatige afstanden stenen zuilen staan. In Andalusië zijn dit basalten zuilen met pijl, in Extremadura lage stenen vierkanten, met een markering van groene en gele tegels of men op de historische Via de la Plata loopt of niet.
In Castilië en León zijn ook weer stenen zuilen aanwezig met soms varianten bedacht door dorpen onderweg.
Galicië heeft de mooiste stenen met een symbool van de Jacobsstaf met kalebas erin gebeiteld. Hier overheen heeft men toch nog vaak de gele pijl aangebracht. Ook zijn stenen afstandspaaltjes geplaatst, met een koperen plaatje, waarop de nog te lopen afstand tot Santiago is aangegeven.

Buiten het feit dat deze afstand niet altijd klopt, (ondanks het aangeven tot in tienden achter de komma!) zijn de meeste koperen plaatjes verwijderd. Een collectors item?
De ervaring leerde dat het best de duidelijke gele pijlen kunnen worden gevolgd.
Vooral in Extremadura lopen de vierkanten nogal eens anders en kom je voor vervelende verrassingen te staan, als je nog 8 km van je overnachtingstadje blijkt te zijn, terwijl je al 40 km gelopen hebt en keikapot bent!

 

Stierenvechten
Dit volksvermaak gaat terug op oeroude gewoonten ver in de Keltische tijd. Op de brug bij Salamanca staat een granieten Taurusbeeld uit die tijd, waarin de samengebalde kracht wordt uitgebeeld. ( > dan 2500 jaar geleden)
De jonge mannen moesten hun omgeving verdedigen en moed was een eerste vereiste.
Dit konden ze bewijzen door de stier te weerstaan en te doden en zo hun machismo te tonen.
Dit werkte bovendien als een Afrodisiacum op de vrouwen.
Daardoor waren ze nog beter in staat de bloedige veldslagen te leveren die noodzakelijk waren, zoals bij de Reconquista.
Een slachtveld was een ware horror van man tegen man gevecht, met afgehakte ledematen, krijsende en stervende mensen en dieren.

In de Arabische tijd heeft men aan het stierenvechten ook het spel met het paard toegevoegd. Sommige paarden vinden dit zichtbaar spannend en dansen als het ware om de stier, op tijd de horens ontwijkend.
Een goed presterende stier wordt niet altijd gedood! Torero’s worden wel regelmatig op de horens genomen en lopen zware verwondingen of erger op.
Wij hebben nogal eens de neiging deze sport als barbaars af te schilderen. Bedenk wel dat dit een onderdeel van de oercultuur van het Iberische schiereiland is en tot kunstvorm verheven.
De stieren worden 3 à 5 jaar gefokt op de hoogvlakten en hebben een vrij en onbezorgd leven.
Is dit niet geheel anders dan de stierkalfjes welke in Nederland als “kistkalfje” een dieronwaardig leven lijden en na barre transporten op een verschrikkelijke manier geslacht worden?

 

p

Zwarte varkentjes

  Pata Negra
De zwarte zwijntjes zijn directe afstammelingen van het oorspronkelijke Mediterrane wilde zwijn. Pata Negra duidt op de zwarte hoefjes aan de poten.
Deze speciale zwijntjes scharrelen vrij op de Finca’s onder de kurk- en steeneiken en eten vooral de eikels. Het vlees krijgt hierdoor een zeer speciale smaak en men maakt de wereldberoemde “Jamon Iberico” van de poten.
De beste is de Jamon Iberico de Bellota van de achterpoot. Maar de Paleta Iberica de Bellota van de voorpoot is net zo bijzonder.
De varkens zijn minstens 12 maanden tot 3 jaar oud en wegen maximaal 180 kg.
Het hele proces van ham maken is gecompliceerd en duurt +/- 24 maanden.
Deze ham wordt vooral gebruikt in de Tapas en vele delicatessen.
Het heeft een exquise smaak met een hoge concentratie aan goede vetzuren vergelijkbaar met olijfolie en is laag calorisch.

Monesterio is een bekend centrum van deze ham.

 

Route indeling
De route indeling is afhankelijk van wat je zelf aankunt en op de “via” vooral ook waar de refugio’s gelegen zijn.
Je moet hiertussen kiezen en plannen. Een dagafstand van 25 à 30 km is voor mij redelijk ideaal, maar is ook afhankelijk van de zwaarte van de etappe zoals; bergen, terrein – en weersomstandigheden. Ik probeerde voor 12:00 uur de eerste 20 km afgelegd te hebben, dan koffie drinken en het volgende traject. Voor 13:00 uur gaat het nog met de hitte, hierna slaat deze onherroepelijk toe en wordt het onevenredig zwaarder. De refugio’s kunnen behoorlijk ver uit elkaar liggen en zijn veel minder talrijk dan op de Camino Francès, waar tegenwoordig in elk dorp er wel een is.
Hierdoor krijg je verschillen in dagtrajecten van 17 km hier tot meer dan 40 km verderop.
Het is soms mogelijk onderweg te stoppen in een hostal of hotelletje.
Maar er zijn ook afstanden van 25 km zonder wat dan ook tegen te komen. Zorg daarom elke avond het routeboek te bestuderen en het volgende dagtraject goed te plannen.

Neem de waarschuwingen in het boek ernstig en zorg voor voldoende water en eten.
Luister goed naar je lichaam, afzien is logisch en noodzakelijk onder deze omstandigheden, maar bij werkelijke gebreken moet je stoppen en rusten om geen blijvende schade te krijgen.

p

Steeneiken met poel

 

Extremadura
Is de armste provincie van Spanje en grenst tot halverwege aan Portugal.
Het klimaat is net als Andalusië droog en warm in de zomer, maar koud met vorst en sneeuw in de winter.
De natuur in de zomer is zuidelijk (Andalusië en Extremadura) zeer hard, dor, droog en weinig toeschietelijk. Zelfs het gras of wat er op lijkt mag deze naam niet hebben. De verdorde planten zijn stekelig zodat je wel laat om er in te gaan liggen. Gelukkig zijn er stenen voldoende om op te zitten. Ook de mensen zijn gereserveerder en zeker niet zo aardig als in het Noorden. De naam duro = hard zit niet voor niets in Extremadura.
Volgens de verslagen uit de boeken in de refugio’s langs de route, kan het ’s winters ook nog bar koud zijn met sneeuw en vorst. Waarbij de uitgedroogde beddingen snelstromende rivieren zijn geworden, waar je niet zomaar droog doorkomt.
Het landschap is een golvende hoogvlakte met spaarzame bomen en cultuurgebieden met graan - en wijnbouw.
Toch is het niet eentonig met natuurparken, stuwmeren van Alcantara en mooie steden zoals Zafra, Mérida en Cáceres. Deze steden hebben prachtig behouden ruïnes en gedeeltelijk loop je op de oorspronkelijke Calzada Romana van de Via de la Plata.
De eerste 300 km tot Cáceres kunnen eenzaam zijn. Enkele fietsers (Spanjaarden), lopers zelden. Dat houdt in dat je soms urenlang niemand ziet. Hier moet je wel tegen kunnen.
Pas na Salamanca kom je zo nu en dan een medepelgrim tegen in de Albuerges.
Eigenlijk duurt het zware traject 450 km totdat je bij de pas, “Puerto de Béjar”, Castilië en Léon inloopt. Vanaf hier is het nog 80 km naar Salamanca. De mensen zijn ineens vriendelijker en de Albuerges talrijker.

 

  Informatie verstrekking
Spanjaarden willen je over het algemeen graag verder helpen, alleen; het zijn net Chinezen, ze kunnen geen nee zeggen! Op de vraag of de herberg open is in het volgende stadje zegt men bij voorkeur “si si”, terwijl hij dicht blijkt te zijn.
Routes worden fout aangegeven omdat men het eigenlijk niet weet.
Winkels (Tiendas) blijken gesloten, ondanks verwijzing.
Afstanden moet men helemaal niet vragen want een Spaanse kilometer is dan voor een loper wel erg ver. Ook richtingaanwijzers van restaurants en herbergen met een aanduiding van bijvoorbeeld 3 km moeten zeer argwanend bekeken worden, dit blijkt meestal het dubbele te zijn, en heen en terug het twee dubbele.
Check daarom altijd een antwoord dat voorkomt een hoop frustratie.
Aan de andere kant zijn er ook steeds meestal ouderen, die je wijzen waarlangs de route loopt en luidkeels protesteren als je anders gaat. “Por aqui”, ofwel hierlangs!

 

  Marranen (Sefardische Joden)
In het Hebreeuws heet Iberië; “Sefarad”.
Er wonen hier sinds mensenheugenis Joden en al in de voor Moorse tijd werden ze onderdrukt, want Spanje moest katholiek zijn.
De Joden halen de Moren in 711 dan ook als bevrijders binnen en inderdaad breekt voor hen een gouden tijd aan met een Joods Moorse cultuur, met als toppunt de tijd tussen 1100 – 1300. Door de grote bezittingen die ze hadden en als beheerders en bankiers gaf deze rijkdom aanleiding tot grote jaloezie.
De katholieke kerk deed hier een schepje bovenop met het vierde Lateraans Concilie in 1215 en verplichtte de Joden herkenbaar te zijn, door het dragen van een gele lap of punthoed en het verbod op openbare ambten.
Al in 1391 culmineert dit in het rampjaar, want de Joodse gemeenten worden verwoest in Sevilla, Castilië, Catalonië en Aragon.
Om aan de vervolgingen te ontsnappen lieten vele Joden (meer dan 200.000) zich dopen en werden “conversos” of “Cristianos Nuevos”.
Later werden ze “Marranen” genoemd, afgeleid van het Moorse woord “Makram” wat verboden zaak betekent. Maar ook van het oud Spaanse woord voor varken. Joden mogen immers geen varkensvlees eten.

De Marranen werden gewantrouwd door de Christenen, want velen waren stiekem toch Joods gebleven, maar ook door de echte Joden.
De overheid had de “Limpieza de Sangre” (zuiverheid van het bloed) ingesteld, dat wil zeggen dat Joden en de afstammelingen uitgesloten werden van openbare functies.
In 1492 na de val van het laatste Moorse bolwerk moeten de Joden binnen 3 maanden het land verlaten, met achterlating van alle bezittingen; of zich bekeren!
Zo zijn 200.000 Joden bekeerd, maar een groot aantal werd later toch gedwongen te vertrekken en werd net als de eerder vertrokkenen, als Sefardische Joden verspreid door de Middellandse zee regio, de Lage Landen en later veel in de Nieuwe Wereld.
De intelligentsia werd hiermee het land uitgedreven ten koste van het wereldrijk Spanje.
Men zegt wel dat Columbus (ook een Jood?) daarom op pad is gestuurd.
Men noemt deze Joden Sefardiem. Vanuit Portugal kwamen velen naar Nederland waar ze bijdroegen aan onze Gouden Eeuw, door hun uitstekende kennis en internationale contacten.

Een belangrijk voorbeeld hiervan is de wijsgeer Baruch de Spinoza. (ook wel Benedictus de Spinoza genoemd) 1632 - 1677, waarschijnlijk de grondlegger van de “Verlichting”, d.w.z. het loskoppelen van Kerk en Staat. Zijn Tractatus Theologico-Politicus is het oudst bekende pleidooi voor vrijheid van spreken.
Honderd jaar later werd dit door de Franse revolutie tot uitdrukking gebracht.
Conclusie; de “Verlichting” werd in Nederland geboren.

 

  Olijven
Het is een wonder der natuur dat onder de meest barre omstandigheden deze nuttige boom groeien kan. Bloedheet en droog ’s zomers, nat ’s winters.
Hij wortelt diep en kan meer dan 1500 jaar oud worden. Het is dan ook een van de oudste gecultiveerde bomen aan de Middellandse zee maar kan slecht tegen vorst.
De vruchten zetten steeds op nieuwe takken waardoor snoei noodzakelijk is.
De oogst is in herfst en winter, waarbij de vruchten van groen (onrijp) tot donkerpaars en zwart (rijp) zijn. Ze bevatten veel olie, 5 kg olijven geeft 1 liter olie.
De vruchten zijn vers bitter en dit wordt er uitgeloogd in een aantal enkele maanden durend proces in zoutbaden.
De eetbare vruchten worden met en zonder pit gebruikt, gemarineerd, ingelegd met ansjovis en verwerkt tot tapenades.
Voor olie worden ze geperst. De eerste koude persing geeft de beste kwaliteit
“extra vierge”, de zuurgraad is dan minder dan 1%.
Ook de restolie wordt eruit geperst maar is van mindere kwaliteit.
Olijfolie is 1,5 jaar te bewaren en kan hierna ranzig worden.
Door de onverzadigde vetzuren is olijfolie gezond.

p

Honderden jaren oude olijven

 

   Verwoestijning – Klimaatverandering
Beide verschijnselen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden en Zuid Spanje is hier extra gevoelig voor. Het weinige regenwater valt in heftige regenbuien, de grond kan dit moeilijk verwerken en erodeert. De begroeiing is matig en herbebossing verloopt moeizaam. Bovendien wordt het beschikbare water gebruikt voor irrigatie, maar ook voor “zinlozere” toepassingen zoals; golfterreinen, zwembaden en parken.
Indien de gemiddelde temperatuur verder stijgt, verwacht men het oprukken van de woestijn naar het noorden en dus naar Spanje.
Klimaatveranderingen zijn er altijd geweest en zijn een natuurlijk verschijnsel.
Men stelt dat het broeikaseffect veroorzaakt door de uitstoot van gassen als, Kooldioxide, Methaan en Waterdamp, klimaatveranderingen versterken.
Zoals bekend worden deze gassen door de moderne geïndustrialiseerde mens volop geproduceerd. Toch kun je je afvragen of de mens in staat is dit soort klimaatveranderingen als natuurverschijnsel te stoppen. Het waterpeil van de zeeën heeft altijd sterk gewisseld en zo’n 5000 jaar geleden kon je nog naar Engeland lopen.
Denkt de mens alles maakbaar te hebben? Dit zal niet lukken zoals de drift der aardschollen, vulkaanuitbarstingen en aardbevingen ook niet zijn te stoppen.
Waarschijnlijk zal de Calvinistische gedachte dat de mensheid zelf verantwoordelijk is voor deze veranderingen wel winnen, zoals vroeger door de puriteinen gereageerd werd op ziekten en plagen als een straf van God.
Dit gaat inhouden dat draconische maatregelen worden afgekondigd die uiteindelijk zinloos zijn. De gesubsidieerde wetenschap zal dankbaar potjes geld verwerven, want hoe meer kommer en kwel zij voorspellen, des te meer geld en invloed.
Het is te hopen dat een gedeelte van de echte wetenschap dit tij weet te keren !

 

 

De eenzaamheid van de Tierra de Barros

 

De Tempeliers
De Orde van de Tempeliers was begin 1100 opgericht om pelgrims en het Heilige land te beschermen. Het waren edellieden / ridders / monniken die in een strikte hiërarchie leefden.
De Grootmeester was de hoogste in rang met de Senechal (algemeen) en Marechal (legerleider) als tweede mannen. Zij waren alleen verantwoording verplicht aan de Paus. (In deze tijd waren er soms wel drie Pausen; Rome, Avignon en Perpignan!)
De orde was al gauw rijk en fungeerde als bank voor vele koninkrijken. De plaatselijke bisschoppen hadden niets over hun te vertellen. Ze werden arrogant gevonden en hadden vele vijanden, wat hun later fataal zou worden.

De route naar Santiago was de 3e belangrijke pelgrimsroute.
De Tempeliers hadden ook in Spanje overal burchten, kerken en versterkingen opgericht.
Ze zorgden ervoor dat het banditisme op de route naar Santiago uitgebannen werd en waren dé vechtjassen in de reconquista van Spanje op de Moren. Deze Orde had een geweldige aantrekkingskracht op de edellieden en was zeer succesvol. Hun macht groeide en hun bezittingen waren immens.
Hier moest wel een reactie op komen. Dit gebeurde in 1307 waarbij in een ongelooflijke actie in één klap de Tempeliers overal werden opgepakt en veroordeeld voor corruptie, sodomie en ketterij. Er achter zat vooral de Franse koning Philips de Schone, die zwaar in de schulden zat bij de Tempeliers en Paus Clemens kon manipuleren. Deze zat in Avignon en was afhankelijk van de goedgunst van de koning. De bezittingen van de Tempeliers werden dan ook genaast door Philips die meteen uit de schulden was.
Trek dit door naar de hedendaagse machtspelletjes en je ziet; de geschiedenis herhaalt zich.
Als je langs de verschillende Camino’s loopt zijn overal nog restanten van de Tempeliers te zien en hun vlag wappert boven verschillende refugio’s, welke zich hiermee identificeren.

Onlangs heeft men een document aangetroffen waarin Paus Clemens beweert de Tempeliers niet opgeheven te hebben. Er zijn dan ook weer hedendaagse Tempeliers die de traditie doorzetten. Tempelier wordt men alleen op uitnodiging en heeft een elitair karakter.

 

  Rood vlees
Sinds 6 jaar eet ik geen rood vlees meer. Ik duid dit aan met zoogdierenvlees.
Nadat een gierende voedselvergiftiging was overwonnen, veroorzaakt door bedorven satés, was dit de druppel die de emmer deed overlopen.
BSE koeien, varkenspest, mond en klauwzeer en alle andere ellende die over het klootjesvolk wordt uitgestrooid, met als argument dat alles onder controle is.
Stapels dode koeien in Engeland, varkens in de kraan in Nederland, daar draait je maag toch van om.
Ik moet bekennen dat het eten van een zoogdier me een halve kannibaal zou laten voelen, dus niet doen. Bovendien; de mensen gaan zo lijken op het vlees dat ze eten!

Natuurlijk is ook pluimvee niet 100%, noch zeevarkens zoals zalm, maar het idee is dat hier meer keuze te maken is.
Op de camino’s in Spanje was dit bijna nooit een probleem en altijd was gevogelte, vis of smakelijk vegetarisch te krijgen zoals bonen - of linzensoep.

 

  Carlos
De eerste mede voetpelgrim op deze route!
Hij maakte gebruik van de extra vrije dagen en wilde even los zijn van zijn gezin.
Carlos was tegen de veertig en begon eind jaren tachtig met zijn maatschappelijke carrière. In deze periode was Spanje net goed en wel bij de EU gekomen en de economie moest aangepast worden aan de Europese standaard. Dit betekende dat veel bedrijven het loodje legden en er grote werkloosheid heerste. De EU heeft massaal geld in Spanje gepompt, waarmee de autosnelwegen in een ongelooflijk tempo uit de grond zijn gestampt, en deze bouwdrift houdt tot de dag van vandaag aan.
Carlos zat niet bij de pakken neer en ging naar China, waar hij via Hong Kong op de juiste tijd arriveerde.
Inmiddels heeft hij een in – en export bedrijf in zijn woonplaats Madrid en is zeker
4 x per jaar in China te vinden, waar hij nog enige medewerkers heeft.
Hij was getrouwd met een Chinese en had twee kinderen.
Kon zo zachtjes aan aardig Chinees maar liet zich bij contracten bijstaan door een tolk.
Het was een slimme jongen die ook met Engels en Duits uit de voeten kon.

 

  Calzada Romana
De Romeinen hadden een wereldrijk en een goede wegen infrastructuur was wezenlijk voor militaire - en handelsdoeleinden. Ze hadden dan ook uitstekende ingenieurs en opleidingen voor het aanleggen van wegen, bruggen, viaducten, dijken en waterlopen.

Hoe was de opbouw van zo ’n weg?

  1. De te volgen route wordt ontworpen en in kaart gebracht met maximale steilte, hoogteverschillen, waterdoorvoeren en andere omstandigheden
  2. De aan te leggen weg wordt aan weerskant begrensd door een afvoergoot
  3. De tussenliggende weg wordt uitgegraven tot 1,5 m diep
  4. Op de bodem van de ontstane goot worden grove stenen gelegd als fundering en voor drainage
  5. Hierop wordt een laag zand en kiezel aangebracht
  6. Uiteindelijk wordt het oppervlak bedekt met fijngestampte stenen en afgedekt met plavuizen in de gewenste vorm
  7. De weg loopt iets rond afwaterend naar de zijkanten

De wegbreedte wisselt tussen de 1,5 en 8 m
De Via de la Plata is 5 à 6 m breed

 

  Orde van Santiago
Deze werd in 1170 gesticht in Cáceres onder Ferdinand 2e  van León. Dit was een religieuze vechtorde om de reconquista te ondersteunen. De Ridders van St Jacob zorgden voor het verdrijven van de Moren en de herbevolking (repoblación) van de heroverde streken. Deze steden kregen aparte privileges en waren minder afhankelijk van de adel. De vele steden met de naam “Villa Franca” herinneren hieraan.
De orde zorgde ook voor de veiligheid van Pelgrims, zoals het beheren van Hospitaals  (San Marcos te León).

 

  Auto-da-fe (daad van geloof)
Feest ter veroordeling en reiniging van slachtoffers van de Inquisitie.
Hierbij werden na de Reconquista vanaf 1480 de Joden, Moriscos en ketters veroordeeld door de Inquisitie en overgedragen aan het wereldlijke gezag.
Deze voerden de vonnissen uit zoals; door de brandstapel (de kerk hield niet van bloedbaden), verwurging (alleen voor de deemoedige) of onvergeeflijke kerkerstraf
(berouwvolle ketter). Zo zijn onder de Groot Inquisiteur Tomòs Torquemada
(1420 – 1490) meer dan 10.000 Joden verbrand.
De veroordeelden liepen in processies met brandende kaars, gekleed in het “Kleed der Schande”, het gewijde boetekleed (Sanbenitos), en mijters (Corozas), omringd door de Inquisiteurs naar de rechtplaats (kathedraal) en werden met veel ceremonie veroordeeld. Hun bezittingen vervielen aan de kerk en beroep was niet mogelijk.
De Dominicanen (Honden Gods) en later de Franciscanen waren de uitvoerende Inquisiteurs.
Hierbij werden psychologische trucs en martelingen toegepast, daarnaast anonieme beschuldigingen en werden getuigen gebruikt.
Men denkt dat deze aanpak vooral een reactie van de katholieke wereld is geweest op de verovering van Constantinopel door de Turken in 1453 en als zodanig heeft het zeker bijgedragen aan het stoppen van de Islam in Europa.
Deze wijze van veroordelen is pas in 1834 in Spanje afgeschaft.

 

  Cañadas Reales
Zijn de oude veetrekwegen waarlangs de kuddes in de Transhumanz 2 x per jaar van de winterweiden en zomerweiden wisselden.
Deze wegen werden koninklijk beschermd (real) en waren vrij toegankelijk met voldoende drinkplaatsen. De Cañadas waren 75 m breed en zijn meestal omzoomd door muurtjes.
In eind 1800 werden zo, 2x per jaar, 4 miljoen dieren verplaatst tijdens deze drift; schapen, geiten en koeien. Als de warmte en droogte toesloeg gingen de kudden honderden km verderop naar de vochtiger omgevingen in de bergen, waardoor het droge landschap in de zomer ook werd ontzien.
In de 20e eeuw is deze Transhumanz steeds meer in ongebruik geraakt vooral omdat men niet langer kon concurreren.
De Cañadas werden hierna langzamerhand ingepikt door de Finca’s.
Men is nu bezig de oude cultuurhistorische wegen weer in ere te herstellen.
De Ruta de la Plata volgt een groot gedeelte een van de grotere Cañadas door Spanje.

p

 

  Miliarios
De Romeinen zetten op elke mijl een Miliario of mijlpaal.
Een Romeinse mijl was 1450 m en de afstand gerekend vanaf Mérida werd op de Miliarios aangegeven. Evenals de keizer die dit gedeelte weg had aangelegd.
De granieten palen waren 2 tot 4 m hoog en hadden een diameter van 50 tot 80 cm.
Vele zijn behouden, maar meer zijn zoekgeraakt en gebruikt als bouwmateriaal.

Miliarios    milario     

Miliarios

  Lindamar
Tot mijn stomme verbazing heeft dezelfde “Maarten” nu, in november 2007, een verzoek bij het “Genootschap” neergelegd, om haspitaleros te leveren voor een aantal tenten, die hij gaat opzetten bij zijn hostal.
Dezelfde “Maarten” die vertelde niet afhankelijk te zijn van pelgrims. De nood moet bij hem wel hoog zijn voor een dergelijke koerswijziging !

 

  Kurkeiken
Worden ongeveer 250 jaar oud en levert de zo gewaardeerde kurk. Na 30 jaar worden ze voor de eerste keer geschild en in zijn gehele leven 12 tot 17 keer geoogst.
De bomen vatten niet snel vlam en voorkomen bosbranden. In Portugal hebben ze de grote bosbranden overleefd, terwijl de naald - en Eucalyptus bomen als fakkels branden.
Ze groeien in zanderige bodems en zijn belangrijk in de strijd tegen de verwoestijning.
Ze kunnen niet tegen vorst en groeien daardoor in zuidelijke streken.
Het product is natuurlijk, houdt veel mensen aan het werk en zorgt voor een mooie natuur. De producten worden breed ingezet als isolatie materiaal, vloeren, schoenen, reddingsboeien en vooral kurken voor flessen en het is recyclebaar.
Kurk is nagenoeg ondoorlaatbaar, elastisch en duurzaam en daardoor als flesafsluiter voor goede wijnen ongeëvenaard.
Een nadeel is dat soms “kurk” optreedt, een muffige, schimmelige smaak. De kurk is dan aangetast of heeft een verbinding met chloor gemaakt, vormt TCA (Tri-Chloro-Anisol) waardoor deze smaak ontstaat.
Tegenwoordig weet men dit verschijnsel, door stomen, tot minder dan 1% van de flessen, terug te brengen.

 

po

Kurkeiken

 

  Las Chinches
In de refugio’s kunnen soms vervelende beestjes ’s nachts een bezoek brengen. Dit zijn las Chinches of bloedluizen en pelgrims zijn voor hen een heerlijk hapje!
Ook zijn las Pulgas gewone luizen mogelijk. Deze beestjes zitten overdag verstopt in spleten en kieren en komen ’s nachts te voorschijn om te eten.
In de verschillende refugio’s is deze plaag de afgelopen tijd veel en succesvol bestreden. Toch heb ik in Burgos op de Camino Francès deze zomer een Zwitserse medepelgrim vol bultjes gezien, die na enige dagen wegtrokken.
Waarschijnlijk had hij zoet bloed en we stelden hem voor bij ons in de buurt te komen slapen! Zelfs met een eigen slaapzak en goede hygiëne is dit niet altijd te voorkomen.
Maar niet overdrijven want ik heb er nooit last van gehad!

 

  Castilië en León en de Reconquista
Is de grootste provincie van Spanje en op basis van de geschiedenis de belangrijkste en meest bepalende. In 711 waren de Moren doorgedrongen tot het noordelijke bergland.
In 722 lukte het Pelayo in Cavadongo de Moren te weerstaan, stichtte het Koninkrijk Asturië en begon hiermee de Reconquista, de herverovering van Spanje op de Moren.
In begin 800 werd het graf van St. Jacob ontdekt in Compostela en Santiago werd schutspatroon voor deze Reconquista.
In 900 werd León de hoofdstad en in 1100 was het de sterkste en leidende macht onder de Christelijke staten in het noorden.
In 1230 verenigden Castilië en León zich en waren sturend in de Reconquista.

Vooral  Ferdinand 2e zorgde toen voor geweldige veroveringen, hij versloeg de dynastie der Almohaden en veroverde Córdoba, Murcia, Mula, Lorca, Cartagena, Xerex, Càdiz en Sevilla in 1248.
Zijn zoon Alfonso el Sabio, of Alfons de Wijze, was belangrijk doordat deze in 1260 Latijns, als taal voor officiële stukken, verving door Castiliaans.
Bovendien kreeg de wetenschap een geweldige stimulans onder zijn bewind en dankt de westerse wereld hieraan de bewaarde kennis uit de oudheid.
De Reconquista werd afgesloten onder “los Reyes Católicos”, Isabella 1e van Castilië en Ferdinand van Aragon, met de verovering van het laatste Kalifaat Granada in 1492.

Het typische landschap in het binnenland is de Meseta (tafelvlakte) tussen de 600 en 900 m hoog. Daarom is het koeler in de zomer, maar ook onvoorspelbaar guurder in de winter met vorst, grote temperatuursverschillen en harde wind.
De provincie wordt aan alle kanten ingesloten door de belendende provincies, Portugal en in het noorden door het Cantabrisch gebergte.
Het Castiliaans of Español is de officiële Spaanse taal. Hiernaast worden in de regio’s Catalaans, Baskisch en Galicisch toegestaan.
Er zijn nog enkele kleine minderheden met een speciale taal en grote gebieden zoals Andalusië, met moeilijk verstaanbare dialecten.
Madrid ligt als autonoom gebied tussen Castilië y León en Castilië la Mancha in deze invloedssfeer en is duidelijk Castiliaans.

 

  Salamanca
Een oude stad die altijd een belangrijke rol gespeeld heeft aan de Ruta de la Plata.
In 1085 is de stad terugveroverd op de Moren en de wereldberoemde universiteit werd in 1218 opgericht door Alfondso de 9e van León.
Het groeide uit tot hét kenniscentrum van de wereld en in de 16e eeuw waren er
70 leerstoelen en 12.000 studenten, waaronder Miguel de Cervantes de schrijver van “Don Quichot”.
De katholieke koningen Ferdinand en Isabella verbleven hier dan ook geregeld. Zie het wapenschild bij de entree van de universiteit.
De stad staat vol indrukwekkende monumentale gebouwen en is zonder meer een van de mooiste van Spanje.
Vooral bezienswaardig zijn de Catedral Vieja (oude kathedraal) uit 1152 en de nieuwe Platereske Catedral Nueva uit 1513.
De Plaza Mayor uit 1750 is het mooiste en gezelligste barokke plein uit Spanje.
Wellington versloeg hier Napoleons leger in 1811, wat het begin van het verlies van de Fransen was, met verwoesting van unieke historische gebouwen.

Voor de Nederlanders; Salamanca is ook de plaats waar de beruchte Marqués Hertog van Alva (Fernando Álvarez de Toledo) is bijgezet (oprichting van de bloedraad in de Nederlanden) en zijn graf is te bezoeken. Hoe kwam een Marqués (Markies) aan zijn titel? Tijdens de Reconquista waren dit de legeraanvoerders, die na verovering van een stuk land deze markeerden en onder de koning als leenheer de macht uit oefenden.

Tegenwoordig gaan nog vele buitenlanders naar Salamanca om Spaans te leren.
Het is een stad van 180.000 inwoners.

 

  Rio Duero
De Duero is met ca. 900 km een van de grote rivieren in Spanje. Ze ontspringt in het noordelijke Cantabrisch gebergte en wordt gevoed door de regen van de Atlantische Oceaan en de smeltende sneeuw in het voorjaar. Dit betekent ’s winters veel water met woeste stromen en zomers een kalm kabbelende rivier in een lage bedding.
In de rivier zijn veel stuwmeren aangelegd, vooral in Portugal. De rivier vormt 112 km de grens en loopt verder 200 km door Portugal, voordat ze bij Porto in de Oceaan uitmondt. Aan de oevers groeien hier de portdruiven, welke als wijn versterkt met Aguadente (soort brandy van druiven) de bekende Portwijn vormen.

 

  Castrotorafe
Is in de 12e eeuw gesticht als vesting op de grens van de invloedssfeer van Kastilië en Galicië. Aan de Ruta de la Plata gelegen bij de brug over de rivier de Esla was het een belangrijk centrum waar de Orde van Santiago resideerde. Van hieruit bestreden de Ridders van St. Jacob de Moren en bewaakten hun belangen.

 

p 

De burgruïne van Castrotorafe

 

   23-F; de putsch van Kolonel Tejero
23 februari 1981 is in Spanje bekend als 23-F. Dit is de datum dat Luitenant Kolonel Antonio Tejero de Spaanse Cortes met 350 parlementariërs gijzelde.
Wie kent niet de televisie beelden van de schietende Kolonel voor het Parlement met een enkele dappere parlementariër die bleef zitten! (3 van de 350, o.a. Adolfo Suárez de ex premier en de communist Santiago Carillo, die rustig een sigaretje opstak!)
Tejero was met 200 Guardia Civiel officieren het parlement binnen gevallen en wilde de de oude Franco waarden herstellen. Hij had hiervoor steun van enkele invloedrijke Generaals zoals; Armada, Millans del Bosch en Torres Rojas.
De koning had de steun van een Parachutisten Regiment in Madrid en sprak dezelfde nacht nog op de televisie tot het volk.
De volgende ochtend om 10 uur was de coupe over en Tejero werd veroordeeld tot 40 jaar gevangenisstraf, waarvan hij een gedeelte heeft uitgezeten tot 1996.
Dit was voor Tejero niet de eerste keer want in 1978 was hij al mild veroordeeld voor de Operatie Galaxia in Baskenland.
Na deze coupe is grote schoonmaak gehouden in het Spaanse leger en werden alle oude Franco Generaals met pensioen gestuurd, waarna Spanje in de vaart der volkeren mee kon doen en toetrad tot de EEG.
Er is een theorie dat deze coupe opgezet is door de geheime dienst met medeweten van de koning, zodat andere beraamde coups voorkomen werden. Hoe dan ook; de koning is er als grote overwinnaar uitgekomen.
Van de coupe is weinig tot niets terug te vinden omdat alle documenten door de betrokkenen tijdig vernietigd zijn.

 

   Yoghurtjes
Deze steeds per 4 stuks gekocht als noodrantsoen, ontbijt en hapje onderweg. Ondanks de hitte bleven ze in de rugzak steeds goed. Wel elke dag vernieuwen natuurlijk.
Ze zijn in ieder geval meestal te krijgen wat niet voor kaas geldt.
De vreemde gewoonte heeft men om over het algemeen “desnatada” ofwel ontvet te verkopen, en anders is dan niet te krijgen, hoewel je dat toch echt niet nodig hebt.
De Iberiërs consumeren van oudsher weinig melkproducten en de toetjes zijn dan ook meestal van Danone. In combinatie met olijfolie, wijn en vis is dit erg gezond, want men heeft minder hart - en vaatproblemen dan in Nederland . Bij ons werd de schoolmelk door de boerenlobby door de strot geperst. Dit heeft geresulteerd in steeds langere mensen, maar met meer hart - en andere problemen. Al die dierlijke vetten zijn niet noodzakelijk, kijk maar naar de Japanners die vooral ook vis eten. Overigens aftreksels van Japanse poep (Yakult) verkopen ze hier niet. Ook niet nodig?

 

    Big Ben
Het is niet te geloven maar in bijna elk dorp heeft men op het gemeentehuis, en soms zelfs de kerk, een soort elektronische Big Ben. Elk kwartier klinkt trouw het bekende deuntje van de acht slagen. Het is zo wezensvreemd hier en gaat naderhand ook in Galicië door. Het is te hopen dat de Spanjaarden nog eens tot inkeer komen en er een bijpassende riedel op laten afspelen.

 

  Guardia Civiel en Policía Local
Met beide organisaties goede ervaringen opgedaan. Ze zijn behulpzaam en geven probleemloos een stempel in je Credential. Als er geen overnachtingsplek te vinden is zullen zij je helpen.
Wat een verschil met Nederland, waar de politie helaas verworden is tot een soort extra belastinginner, door eerbare burgers voor futiliteiten te verbaliseren.
Men verkoopt dit met drogredenen als Veiligheid en Milieu, hetgeen via de wet Mulder wel erg makkelijk is en zelfs als extra inkomstenpost op de begroting is meegenomen als “doelstelling”. Een voorbeeld van doorschieten, zeer tot frustratie van de brave dienders zelf!
Hierdoor mag je wel zeggen dat de ergste “moffen” in Nederland wonen en het leefklimaat er niet beter door wordt.
Nederland zit zo verschrikkelijk vol intolerante regeltjes, dat het verworden is tot een land van azijnpissers en betweters met een hoge mate van bedilzucht.
De hoofdzaken die er echt toe doen mogen niet benoemd worden en als het zo uitkomt wordt “gedoogd”. Dit is echt onvertaalbaar in het buitenland.
In het verkeer wil men met elk regeltje het aantal doden terug brengen, maar inmiddels is het aantal zelfdodingen 2x zo hoog en kan mede hierdoor veroorzaakt worden; mensen die de strakke regeltjes niet meer aan kunnen.
Is dit de reden van ongecontroleerde uitbarstingen tijdens de jaarwisseling met het zich keren tegen alles wat overheid is?
In Spanje lijkt dit allemaal wat losser en toleranter toe te gaan.

 

  Windmolens
Zet windsnelheid om in elektrische energie. Ze werken tussen windkracht 4 en 8, waardoor een groot aantal dagen per jaar geen stroom wordt opgewekt, en ze slechts 20 % van hun capaciteit leveren. Let op; want er wordt in de pers altijd met de maximale capaciteit geschermd. Er is weer een 1,5 Megawatt molen geïnstalleerd, die in werkelijkheid slechts 0,3 Megawatt oplevert. Een grote molen in vol bedrijf levert dan ook niet meer energie dan een middenklasse auto!
Dit is weinig en rechtvaardigt niet de installatie - en onderhoudskosten.
Het brengt niets op, behalve subsidies en het gevoel van groen zijn.

 

Groene stroom hierop gebaseerd is daarom niet effectief en andere bronnen zoals Kernfusie zullen noodzakelijk zijn.
Indien de propaganda voor deze “groene“ stroom het achterliggende doel heeft om zuinig en bewust met eindige fossiele brandstoffen om te springen, dan is het, behalve voor de windlobby, toch nog ergens goed voor.
Tijdens de gehele route door Spanje stonden de molens meestal stil!

  Galicië
Ligt in het noord westen van Spanje in het verlengde stuk boven Portugal.
Het is een bergachtig gebied tot boven de 2000 m. Door de vele regens is het overvloedig en rijk begroeid. Het landschap is oorspronkelijk, grillig en van een grote schoonheid. De mensen wonen op het land versnipperd vooral als keuterboeren.
Boeren en vissen waren tot voor kort de hoofdactiviteiten en de Keltische invloeden zijn overal aanwezig. Dit uit zich in de symbolieken bij religieuze afbeeldingen op kruizen en
kerken en de Gaita (doedelzak) wordt nog volop gebruikt.

Oude heksen sages en natuurkrachten spelen nog altijd een grote rol in dit geheimzinnige land. De melkweg wees de weg naar het einde van de wereld; Finis Terrae nu Fisterra. De zon ging hier onder en op de stranden van de platte aarde hield men ceremoniën. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat in deze traditie Santiago, de tegenwoordige hoofdstad, is ontstaan. In onze tijd trekken de 2,7 miljoen Galiciërs naar de steden en dit zorgt voor verlaten dorpen. De taal lijkt veel op Portugees en heeft een eigen status.
Galicië is altijd onderdeel geweest van het koninkrijk Castilië en León.
Het eten is rijk en afwisselend met veel vis, vlees, groenten en wijn.
De onvoorbereide buitenlander, met het Spanje van de Costa’s voor ogen, vraagt zich af waar hij zit en waant zich ergens anders!

 

   Kool 
Overal in Galicië en ook in Portugal zie je de groene kool welke in lange stronken recht omhoog groeit. Ze staan seizoenen en kunnen meters lang worden. De bladeren worden van onderen afgeplukt en verwerkt in soep (Caldo Verde) en stoofschotels. Ook worden ze als voer voor de dieren geoogst. Ze zijn bestand tegen het rauwe en zo nu en dan droge klimaat en worden overal op terreintjes gezaaid.
Deze opvallende kool is typisch voor deze streek en zie je in elk dorp.

 

   Donativo
Verschillende refugio’s vragen tegenwoordig een (gering) bedrag bij inschrijven voor het dekken van de vaste kosten. Eigenlijk is dit tegen de pelgrimscode, want dan moet dit voor niets zijn. Het aantal pelgrims is echter dermate gestegen dat dit onmogelijk geworden is, want wie betaalt de kosten? In Roncesvalles waren begin ’80 ongeveer 100 pelgrims nu inmiddels meer dan 50.000 per jaar! De donativo pot wordt nog wel gehanteerd in Galicië, omdat de Junta deze subsidieert. Het is logisch dat voor een overnachting met gebruik van keuken navenant aan deze pot wordt bijgedragen. Normaal toch wel 5 à 8 Euro per persoon minimaal.
In Salamanca gaat het verhaal dat de pot slechts gemiddeld 1 Euro per persoon opbracht, zodat men wel een vast bedrag moet vragen!

 

   Moestuin
Thuis heb ik het voorrecht een moestuin te hebben. Hier worden groenten en fruit geteeld zoveel mogelijk uit jaarlijks verzamelde eigen zaden. Het is veel maar dankbaar werk. De opbrengsten zijn onbespoten en de grond krijgt alleen organische (koeien)mest en compost uit eigen tuin.
Het voordeel is dat er altijd vers groen voorhanden is, wat vooral in de “wok” heerlijk kan worden klaargemaakt. Bovendien zijn fijne groenten zoals snijbiet, herfstlof, pronkbonen, pastinaak, kievitsbonen en vele andere varianten onbeperkt beschikbaar. De eigen voorraad “parel” aardappels (eigen poters) en uien zijn genoeg voor het gehele jaar. Ook de asperges zijn in het voorjaar, als er nog niets te oogsten valt met de eerste bieslook, als primeur heerlijk. Broccoli kan na het snijden van de eerste krop, aan de zijloten het hele jaar geoogst worden.
Het fruit begint met aardbeien (start Rumtopf!), rode, witte en zwarte bessen, frambozen in rood en geel, bosbessen, Chinese wijn bessen, bramen en druiven. Verder vele soorten pruimen, appels en peren en perziken. De speciale pruimensoort “kwetsen” zijn internationaal bekend als gebruikspruim en heerlijk voor jam, moes, en op pannenkoek en taart. De appels zoals de goudrenet “rode van Boskoop” gaan de zolder op als bewaarappel, worden schrompelig, heerlijk zoet en zijn tot april te gebruiken.
Het teveel aan tuinopbrengst gaat de diepvries in of wordt weggegeven. Het fruit wordt als sap, moes of hele vruchten in glazen potten opgeslagen. Altijd fruit na bij het toetje!
Het voordeel is dat je weet wat je eet en bovendien is het smakelijker.
Al de chemische toeslagstoffen in de uit de winkel verkrijgbare eetwaren moeten met de grootste argwaan worden bekeken. Hoe kan het dat sausjes in flesjes bijna onbeperkt houdbaar zijn door de conserveermiddelen, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen, kleurstoffen, anti oxidanten? Terwijl een eigen gemaakt sausje met 5 dagen gaat schimmelen! Natuurlijk liggen de waardes binnen de normen en zijn niet ongezond; zegt men! Tegenwoordig zijn de kinderen bijna allemaal allergisch (hoe was dit vroeger?) en komen vreselijke ziekten steeds vaker voor.
Natuurlijk kunnen we er niet omheen en zijn we verplicht veel van deze producten uit de moderne voedingsindustrie toch te gebruiken. Maar zet bij alle beweringen gezonde vraagtekens!

 

p

   Hórreos
Dit zijn granieten langgerekte speciale bouwsels op poten. De boeren bewaarden hierin hun voorraden maïs, koren, uien en groente,
Het voordeel was dat deze producten goed drogen konden, want de wind had vrij spel, terwijl het ongedierte en vooral muizen er niet bij konden komen.
Het onderstel is van graniet en de wanden zijn van graniet of hout met spleten voor de ventilatie.
Het dak is van planken, leisteen of zelfs stro. De vormgeving van deze pittoreske gebouwtjes is typisch voor Galicië en veel van deze Hórreos zijn als monument bestempeld.
De Galiciër vindt dit wel mooi, want zelfs bij nieuwe woningen wordt vaak een oude Hórreo, alleen voor de sier, opgericht.

 

  Esperanto
Is een internationale kunsttaal ontworpen door Lezjer Zamenhof in 1887.
De taal is ontworpen om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren. Het behoort nergens toe en bevoordeelt niemand.
Het is een volwaardige taal waarin alle nuances van het menselijke denken kunnen worden uitgedrukt. Het heeft een eenvoudige grammatica met een grote regelmaat, maar grotendeels afgeleid van Romaanse en Germaanse talen.
De taal is volgens Rudolf zo goed ontworpen dat er bijna niets aan toegevoegd hoefde te worden. Hij zelf en zijn gezinsleden spreken het vloeiend en hij is voorzitter van de Duitse Esperanto vereniging. Hij heeft contacten over de hele wereld ook met Oost Aziatische landen zoals China en Japan.

 

  Fietsers versus lopers
Bij de grotere en drukkere refugio’s gaan deze beiden niet goed samen. Lopers hebben alleen met hun rugzak te doen terwijl fietsers altijd met hun fiets in de weer zijn en de lopers daarmee in de weg zitten. Fietsers hebben ook een ander ritme; meestal later.
Daarom worden door veel refugio’s, vooral aan de Camino Francès, fietsers doorverwezen naar campings of hostals, of worden pas geaccepteerd na 20:00 uur als de lopers binnen zijn. 5 Km verder fietsen is meestal geen probleem, dit lopen, ’s avonds laat en uitgeput, is wat anders. Aan de “Via de la Plata” waren zo weinig pelgrims dat er ruimte genoeg was en het goed samen ging.

 

  Hostal los Reyes Católicos
Deze meest luxueuze Parador van Galicië, waar de Spaanse koninklijke familie overnacht als ze hier op bezoek zijn, is van oorsprong een pelgrimshospitaal.
Dit houdt men in ere door per dag 10 à 15 pelgrims gratis te eten te geven.
Hiertoe moet je zorgen voor een kopie van je Credential en op tijd ’s avonds
ca. 19:30 uur, “a Bajo”, d.w.z. beneden (links van het gebouw) te zijn. Hier is de personeelsingang en word je wel of niet geaccepteerd. Aan de stempelkaarten zie je dat er maar liefs 200 personeelsleden in deze Parador werken!
In de keuken krijg je een dienblad en wordt een simpel maar gratis 3 gangen menu met een blokpakje wijn geserveerd. Natuurlijk word je weggehouden van de “Gasten”.
Dit alles kan geconsumeerd worden in een speciale “Comedor Peregrino”, ofwel pelgrimseetkamer.
Maximaal kan men hier 3x voor in aanmerking komen.
Het was voor mij een aardige ervaring van 9 jaar geleden waarbij met allerlei nationaliteiten bij elkaar gezeten werd. Zo ook een Schot en Poolse meisjes die niets anders dan hun eigen taal spraken, maar zonder problemen in Santiago waren gekomen.
Één ervaring is overigens wel genoeg, omdat de restaurants in Santiago gezellig en goedkoop zijn.

 

☼  Paklijst, met handige tips zie knop Paklijst