7 Juni, Ambasmestas – Alto de Poio
23,5 km, 1337 m hoogte


Vandaag staat één van de heftigste klimmetjes voor ons. Bij het verlaten van de herberg komen we wat dorpelingen tegen, waarvan het oude baasje zo geïmponeerd is door Loes, dat hij niet van haar af kan blijven. We slagen erin toch goed weg te komen, waarna al gauw Vega de Valcarse zich aankondigt door een grote reclame voor een Braziliaanse refugio.

1

Vega de Valcarse 

 

1

De kunstwerken van de autosnelweg

 

Het woord Vega (Las Vegas) komt nogal eens voor en betekent gewoon een grazige plaats.

1

Vega de Valcarse – Alto de Poio

 

Na het dorp Ruitelán komen we een warme bakker tegen met koffiehoek waar we heerlijk ontbijten zodat we gesterkt aan de klim kunnen beginnen.

Eerst gaat het nog door het dal verder, dat smal maar heel mooi is, met de snel stromende Río Valcarse en leuke dorpjes als Herrerías, waar links op een klein straatje wordt afgebogen. Hierna begint het echte werk en wordt het zwaar klimmen.De weg is nog hele stukken bepleisterd met de middeleeuwse Calzada.

Langzaam dieselen we naar boven. Loes kan goed klimmen, maar wel tergend traag. Waarschijnlijk ook al omdat ze teveel meesleept en dat gaat hier natuurlijk drukken.

1

Calzada Mediaval 

 

1

Uit het bos omhoog

 

We komen de Deense van een dag eerder ook tegen, maar die gaat uiteindelijk verder. We komen uit in La Faba waar we een terras verdiend hebben met een mooi uitzicht. Gelukkig treffen we het met zo’n heldere zonnige dag. We praten wat met Nederlandse oudere dames, die toch de route lopen.

1 

Prachtige holle wegen 

 

1

Cantabrisch gebergte

 

Zelfs hier zijn tegenwoordig refugio’s. We klimmen door verdere holle weggetjes steeds maar verder tot Laguna de Castilla. Vanaf hier hebben we overal vrij uitzicht alle kanten op. De natuur is indrukwekkend en overweldigend. De Pelgrim is dankbaar en blij zover gekomen te zijn en laat dit op zich inwerken.

Bovendien is het buitengewoon stil behalve natuurlijke geluiden, zoals het zingen van de leeuweriken, die hier nog volop aanwezig zijn. Het zijn kleine onopvallende vogeltjes, die al fladderend steeds hoger stijgen en aan een stuk doorzingen. In Nederland komen ze helaas steeds minder voor, waarschijnlijk door de intensieve landbouw, waardoor hun nesten beschadigd worden.

1 

Gele Brem

gaat over in 

1 

Witte Brem

 

Opeens staan we bij een grote grenssteen. Het geeft aan dat hier Galicië begint.
1 

Grenssteen van Galicië 

 

 1

Kilometerpaaltjes

 

Bovendien staan vanaf hier paaltjes die de resterende afstand tot Santiago aangeven. Als tenminste de koperen plaatjes er nog opzitten, want dat zijn kennelijk collectors item, meestal zijn ze verdwenen. Hier staat in stenen letters dat we nog 152,5 km te gaan hebben. De afstanden zijn weliswaar in tienden van kilometers aangegeven maar kloppen niet altijd.

                                                        

  Vlag van Galicië                                                         1                                                       

  Galicië
Ligt in het noord westen van Spanje, in het verlengde stuk boven Portugal. Het is een bergachtig gebied tot boven de 2000 m. Door de vele regen is het overvloedig en rijk begroeid. Het landschap is oorspronkelijk, grillig en van een grote schoonheid. De mensen wonen op het land versnipperd vooral als keuterboeren.

Boeren en vissen waren tot voor kort de hoofdactiviteiten en de Keltische invloeden zijn overal aanwezig. Dit uit zich in de symbolieken bij religieuze afbeeldingen op kruizen en kerken. De Gaita (doedelzak) wordt volop gebruikt.

Oude heksen saga’s en natuurkrachten spelen nog altijd een grote rol in dit geheimzinnige land. De melkweg wees de weg naar het einde van de wereld; Finis Terrae nu Fisterre.

De zon ging hier onder en op de stranden van de platte aarde hield men ceremoniën. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat in deze traditie Santiago, de tegenwoordige hoofdstad, is ontstaan. In onze tijd trekken de 2,7 miljoen Galiciërs naar de steden en dit zorgt voor verlaten dorpen. De taal lijkt veel op Portugees en heeft een eigen status. Galicië is altijd onderdeel geweest van het koninkrijk Castilië en León. Het eten is rijk en afwisselend met veel vis, vlees, groenten en wijn. In het noorden is de Provincie Mariña, waar de zee invloed extra merkbaar is en het heksengeloof zichtbaar aanwezig. Hier komen we in de deelprovincie Lugo.

De onvoorbereide buitenlander, met het Spanje van de Costa’s voor ogen, vraagt zich af waar hij zit en waant zich ergens anders!

1 

Overal bloemetjes

 

1

Bijna zijn we boven

 

Het laatste gedeelte klimt minder steil en al gauw komt O Cebreiro in zicht. We lopen door een haag en staan ineens in de drukte, want het is een erkend doel voor bussen en dagjesmensen.

1 

O Cebreiro

 

1

Pallozas

 

We puffen even uit en lopen wat rond. Het is natuurlijk volkomen op de toeristen en Pelgrims ingesteld maar daardoor ook mooi behouden. Wat opvalt, zijn de Pallozas, de oorspronkelijk Keltische ronde stenen hutten waar men in woonde. De daken werden afgedekt met stro en uit opgravingen blijken deze hutten al duizenden jaren geleden gebruikt te zijn.

1

Iglesia Santa María la Real  

 

1

De Galicische Graal?


Het kerkje is de oudste van de gehele route, Pre Romaans en door Benedictijner monniken in de eerste helft van de 9e eeuw op deze historische grond neergezet. Het heeft bovendien een heilige graal. In 1400 heeft hier een opmerkelijk Eucharistisch wonder plaatsgevonden, waarbij brood en wijn veranderden in lichaam en bloed. Dit wordt via de Remonstrants als Heilige Graal van Galicië in de kerk tentoongesteld.

1

  Pastoor Elías Valiña Sampedro
Pastoor Elías Valiña Sampedro (1929 – 1989), tevens doctor kerkelijk recht in Salamanca en expert over de Camino de Santiago, heeft in de jaren ’70 verschillende studies gepubliceerd over de Camino. In 1984 is hij begonnen de Camino met gele pijlen te markeren, vanaf de Spaanse grens tot in Santiago. Hij is verschillende malen geridderd, maar steeds Pelgrimsvriend en pastoor in O Cebreiro gebleven.
Hij is in de kerk in een tombe bijgezet. Volgens het oude gebruik mag hij wel heilig worden verklaard binnenkort (Santo Domingo, San Juan de Ortega)!

Het is in O Cebreiro wel erg druk. Bovendien heeft Loes het niet helemaal, waarschijnlijk te danken aan het opjutten van mij berg op.
Uiteindelijk lopen we maar verder langs de refugio die stampvol zit.
In Liñares een paar kilometer door de bergen verder nemen we een rustpauze, waarbij de lucht weer opgeklaard is.

1

Dwars door de koeien 

 

1

Alto de San Roque

Op de koeien die naar de stal gedreven worden heeft Loes het niet zo, maar ze zijn echt heel tam en ongevaarlijk.

Al gauw komen we over een nieuwe pas; de Alto de San Roque. Deze is vooral bekend om zijn Pelgrimsbeeld die, tegen de wind inzwoegend, over de bergen uitkijkt. De weg door de velden geeft onvergetelijke vergezichten terwijl kleurrijke bloemen uitbundig bloeien.

Loes is elke keer weer gefascineerd door de grote hagedissen, die soms felgekleurd in het zonnetje liggen op te warmen. Foto’s ervan maken mislukt steeds omdat ze razendsnel wegschieten in spleten tussen de rotsen. Orchissen zijn toch altijd weer speciaal en ook de felblauwe iris is apart. Zelfs zijn er bosbessen, die lekker smaken!

1 

Orchissen 

 

1

Hospital da Condesa

 

Van verre zien we in Hospital da Condesa de Pelgrimsherberg, maar als we dichterbij komen horen we dat alles vol zit. Het is al eind van de middag geworden zodat we het dorp inlopen om een hostal te zoeken. Ook hier alles complet, wat alles te maken heeft met de bussen vol nieuwe Pelgrims die beginnen in O Cebreiro, maar wel alle plaatsen in beslag nemen.

Dit is ook meestal de reden van ongenoegens naar elkaar toe. Loes heeft alle tijd van de wereld onder het motto; het komt altijd goed. Terwijl ik liefst om 16:00 uur verzekerd van een bed binnen ben.
Dat zal nog vaker gebeuren! Eerst gaan we maar eens lekker zitten, maar het wordt ook steeds later en we moeten toch ergens slapen.

1 

Naar Padornelo

 

1

Alto de Poio 1337 m hoog

 

Als het 19:30 uur is komen we op de laatste helling; de Alto de Poio op 1337 m hoogte. We zien een groot hotel en besluiten toch maar eens te gaan vragen. Zowaar hebben ze een kamer voor maar 20 Euro p.p.p.n. met bad! Bovendien is het lekker eten, gezellig en warm. Het wasje slaan we vandaag maar over. De eigenaar is een beetje vreemd maar niet onaardig met een Roemeense barjuffrouw, die hard werken moet om voor haar kinderen in het thuisland te zorgen. Hoera, vandaag geen slaapzak, maar lekkere koele lakens na 651,5 km!

tab