De Spanjaarden zijn weer niet te houden en zijn al om 4:00 uur aan het spoken. Dat is toch wel hinderlijk terwijl normaal gesproken iedereen pas na 6:00 uur vertrekt. In de bar is het koffiedrinken met een half doorgesneden stokbrood met kaas. Dit krijg je als je nietsvermoedend een broodje besteld. De helft kon nog voor later meegenomen worden.
Ik hoor dat gisteravond een wedstrijd van het Nederlandse Elftal gemist is in de Europese kampioenschappen tegen Italië. En de uitslag is ook nog 3-0 voor Nederland geworden! De herhalingen van de wereldgoals worden steeds maar uitgezonden. Ik zeg tegen de Duitsers dat ze zich nu toch maar ernstig zorgen moeten gaan maken voor als ze tegen Nederland moeten spelen.
Wat bewolkt zo vroeg
Stenen muurtjes
Het is nog wat donker buiten maar de vele open plekken duiden aan dat het mooi weer gaat worden. Naar Portomarín gaat het beurtelings over asfaltweggetjes en paadjes, waarbij door een hele serie dorpjes en gehuchtjes gekomen wordt. De weg loopt voornamelijk naar beneden het dal van de Río Miño in, die doorloopt naar Ourense en de Atlantische Oceaan.
Het gaat door de laatste mooie dennen – en loofbossen, voordat alles overgenomen gaat worden door de eindeloze eucalyptusbomen.
Portomarín in de verte
Brug over stuwmeer
Op het laatste stuk ligt het stuwmeer, Embalse de Belesar, voor ons. De lange brug moet overgestoken worden en komt uit bij een vreemdsoortige voetbrug over de straat.
Al deze bouwsels zijn gered toen in 1962 het water van de Río Miño en de Belesar werden afgedamd en het stuwmeer ontstond. De oude Romaanse weerkerk van San Juan werd door de Johannieterorde beheerd met hospitalen en klooster. Deze kerk is evenals een aantal andere gebouwen, zoals de twee stadspaleizen, steen voor steen afgebroken en weer opgebouwd.
De nummers hiervan zijn nog op de stenen te zien. De rest van het oude Portomarín verdween in naam van de vooruitgang onder water. De oude brug uit 1120 ligt nu parallel aan de nieuwe brug onder water en blijft zo bewaard. Het is nu een wat merkwaardig plaatsje met een mix van oud en nieuw.
Vreemdsoortige herbouwde voetbrug
Weerkerk San Juan
Het centrum is gedeeltelijk afgezet. De filmploeg die we gisteren ook al zagen is volop bezig tegen deze achtergrond opnames te maken. Later in Augustus werd deze film in Spanje als vakantie film gedraaid. Loes heeft hier overnacht en zit nog niet zover voor me. We spreken af dat ik haar gewoon oploop.
Herbouwde Paleizen
en
Nieuwbouw
Ik heb het gauw gezien en zoek de Camino op. Naar beneden gaat het eerst over een stalen bruggetje een zijtak van het stuwmeer over en de andere zijde rechts steil omhoog.
Een stalen bruggetje over
Pad langs de Carretera
De Camino komt langs minder mooie houtindustrieën en loopt verder een groot gedeelte langs de drukke Carretera de C535.
Portomarin – Ponte Campaña
Lang loopt het omhoog en al gauw krijg ik Loes in het vizier, die druk bezig is een uitgeputte Koreaanse te bemoedigen. Ik had al eerder van haar gehoord. Ze sleept zich met een onmogelijke knieblessure voort, maar is vast besloten Santiago te halen.
Loes motiveert Koreaanse
Rustig steeds verder
Loes had een leuke avond gehad in Portomarín en rustig haar eigen dingen gedaan. We dreutelen langzaam door tot een bar in Castromaior opduikt waar we gaan zitten. Ik vertel haar nog van Mannfred met het geleende tientje dat wel nooit terug zou komen.
Later vertelt ze Mannfred gezien te hebben en gevraagd of hij al geld had gepind, maar dat was nog niet zo.
Loes heeft beslist geen haast zodat ik voorstel vast vooruit te lopen tot Palas de Rei en daar een extra bed vrij te houden. Daar kan ze zich goed in vinden en voorkomt waarschijnlijk een hoop ergernis. Nu kan ik mijn eigen tempo verder omhoog lopen naar Hospital da Cruz. Aan de andere kant over de snelweg naar Ventas de Narón klimt het nog behoorlijk.
Gonzan - Boente
De Sierra de Ligonde
Ver naar het noorden
Het zijn vrij kale granieten hellingen met bos en heide. De eerste eucalyptus duikt al op. Wat opvalt, zijn de roofvogels, waarschijnlijk net uitgevlogen jonge nesten, die ronddwarrelen.
In Ligonde staat een oude verweerde en fraaie Cruzeiro, zo eigen aan Noord Spanje. Dit zijn de kruizen met een dubbelafbeelding. Aan de ene zijde Christus en aan de andere zijde Maria Doloroso.
Cruzeiro met Christus en Maria Doloroso
Bij één van de vele refugio’s die je hier tegenkomt ga ik een grote caña pakken. Het is een echt warme dag geworden. Op het terras zitten de 2 Deense zusters die ik al eerder gezien heb. De één heeft haar pols in het gips. Ze blijkt op het steile stuk voor O Cebreiro gevallen te zijn, maar kan toch haar weg vervolgen. De dorpjes rijgen zich hier aaneen. Het is daarom kleinschalig maar mooi lopen met onverwachte beekdalletjes.
Voor één van de refugio’s zaten we 10 jaar geleden met Angel, een nogal kleine Pelgrim, uit Catalonië op een wit en zwart paard. De witte bereed hij en de zwarte was pakpaard. Al vanaf Navarrete zagen we hem bijna dagelijks. Het tempo met paard was niet hoger dan ons tempo. Hij was een echte macho die graag de blits maakte en dat ook zeker deed. Hier vertelde hij roerend dat de “Virgen” (maagdbeeld) in Carrion de los Condes lachte naar echte pelgrims als je maar genoeg geloofde en dat al 3 keer naar hem had gedaan. Hij vertelde dit in rad Spaans. Een Spaanse vertaalde dit voor ons in Engels, maar zei er direct bij; Ik geloof er niets van!
In O Cebreiro kwamen we nat en wel van het klimmen een bar in, waar hij met 2 Duitse Pelgrimas van achteren kwam. Hij had hier geslapen.
De ene Duitse mocht op het zwarte paard rijden en ze passeerden ons naar Triacastela. Dit ontlokte ons de opmerking dat hij haar ook wel bereden zou hebben. De liefde was van korte duur want bij de volgende refugio was hij alweer alleen.
Toen we in Santiago waren kwam hij een dag later binnen met opgepoetste paarden en kletterende hoeven over de oude Plaza Cervantes. De toeristen kwamen foto’s te kort om deze Hidalgo vast te leggen!
Camino langs een asfaltweggetje
Hórreo
Na nog weer een aantal dorpen ligt strategisch een restaurant waar linksaf over een mooi verhard straatje gelopen moet worden. Na een kilometer zie je aan de rechterhand een refugio liggen. Ik loop de laatste kilometer door naar Palas de Rei waar een mooie particuliere refugio zou zijn. Maar een Duitse Pelgrim komt terug met de mededeling dat alles vol zit. Vlug terug naar de refugio van de Xunta waar nog twee bedden op de kop getikt worden. Het is 16:00 uur en alle tijd voor de wasjes en andere zaken. Ernaast ligt een groot in blokhutvorm getimmerd restaurant waar het goed zitten is.
Als het 19:00 uur is vraag ik me toch wel af waar Loes blijft. Ze kondigt aan in de buurt te zitten, maar waar dan?
Uiteindelijk zegt ze bij de houtzagerij te zitten. Hè, houtzagerij nooit gezien? Ik loop over het steile heuveltje langs de refugio naar de Carretera en al bellend ziet ze me staan. Ze had de afslag gemist.
Nu vlug naar de refugio want het was intussen 20:00 uur geworden en ze moest nog douchen en de rest doen.
Bosje bloemen
Refugio in Palas de Rei
Loes zette zelfs een bosje bloemen op tafel, wat door de professionele Hospitalero matig werd gewaardeerd. De betrokkenheid bij Pelgrims is bij deze mensen niet altijd aanwezig.
Maar ook hier was voor 3 Euro p.p. een bed met papieren overtrek en waar anders hebben ze de infrastructuur zo goed in orde als in Spanje?
De Xunta in Galicië wil het alleen helemaal zelf in handen houden, waardoor er geen plaats is voor goedwillende vrijwilligers. Ze hebben zelfs een eigen gewapende ordedienst om agressieve Pelgrims (!) zomers in bedwang te houden en in aparte auto’s rondrijden. Natuurlijk heeft Galicië het meeste profijt van de miljoenen pelgrims die hier doorheen trekken.
Als het 21:00 uur is word ik toch wel een beetje ongeduldig. We moeten nog eten en om 22:00 uur gaat de refugio meestal op slot.
Uiteindelijk lukt het, maar Loes is not amused en gauw vertrokken. Terug in de refugio praat ik buiten nog wat na. Mannfred was ook op komen dagen, maar ontweek ons nu.
De stelregel van 22:00 uur wordt hier niet zo nageleefd. De Hospitalero is nergens meer te bekennen en we hebben zelf de sleutel. Als ik het bed induik is Loes al in de slaapzak, niet meer aanspreekbaar, maar na 748 km ben ik zo vertrokken!