5 September, Miraz – Sobrado dos Monxes
26,5 km, 480 m hoogte

De stemming is wat gedrukt vanmorgen, wat een wonder; het regent pijpenstelen en het waait er ook nog verschrikkelijk bij. Het zijn de resten van een tropische cycloon die over ons heen dendert. Hoe lang?, niemand weet het, maar we moeten wel op pad.
Gelukkig is er wel een ontbijt met de typisch Engelse marmelade, maar ook kaas.
Veel Pelgrims dralen om op pad te gaan. Maar; flux de rugzak om, parka met gamachen aan en het hondenweer in.

       

De plaatselijke graaf woonde hier

 

De laatste Hórreo

 

Dat dralen kende ik natuurlijk wel van Roncesvalles. Bij mooi weer waren de Pelgrims om 6:00 uur, als het licht aangaat en de muziek speelt, vlot op pad en sommigen al eerder, ondanks we dat eigenlijk niet willen.
Dit vroege vertrekken heeft te maken met de run op de bedden bij de volgende refugio.
Het gerommel en geknisper van plastic zakken houdt iedereen dan hinderlijk uit de slaap.  Ze kunnen altijd van binnen naar buiten, andersom niet.
Met de kortste keer loopt de regen in stralen langs de parka, maar kan door de gamachen niet in mijn schoenen lopen.
De capuchon houd ik over mijn hoofd, het wordt bij deze omstandigheden al merkbaar kouder en vooral onaangenamer.

Miraz is een onbetekenend klein dorpje ontstaan bij het plaatselijke kasteeltje.
Buiten het dorp moet een ruig natuurgebied worden doorgestoken.

  

Een ruig natuurgebied

 

Cabana niets te krijgen

 

Galicië kan nog wel eens wat eentonig worden met zijn eindeloze Eucalyptusbossen maar dit gebied zorgt voor een mooie afwisseling, met vergezichten, heide en afgesleten reusachtige granietbrokken.
In dit kale landschap heeft de wind vrij spel en je wordt bijna uit de parka geblazen.
Na 11,5 km is een wegkruising bij Cabana. Toni en Natalie staan in het bushokje en willen koffie, maar nergens is wat dan ook te krijgen.
Er zit niets anders op dan door te lopen tot 8,5 km verder Mesón ligt, waar een bar is.
Maar je moet het positief zien en ik zeg; kijk buiten het klaart duidelijk op. Inderdaad was in een hoekje een iets lichter stukje te zien en een kwartier later was het droog!
Natuurlijk bleven de bospaden een kleiramp maar het werd toch wat beter.
In Mesón zaten ze al in de bar, hé hé. Op de vraag aan de serveerster of ze een broodje hebben is het antwoord stug: nee.
Dat is erg onspaans en ik besluit onmiddellijk door te lopen.

Maar goed ook, want aan de overkant zat een paar honderd meter verderop een restaurant met vrachtauto’s voor de deur!
Natuurlijk hadden ze een Menu, ga maar zitten.
De zoon des huizes verzorgde dit in hoeveelheden die niet op te krijgen zijn. De 3e gang liet ik na de Bacalau (Kabeljauw) maar lopen, maar de rode wijn met water verwarmde wel.
De vrachtwagenchauffeurs lieten het zich goed smaken.
Ik informeerde bij een jongere Galiciër of de baas dit betaalde? Inderdaad zorgen de meeste goed voor hun personeel, zodat Resto’s met veel vrachtauto’s voor de deur een goed teken is!
Zijn vrouw werkte ook, waarbij de grootouders overdag de kinderen opvingen.
’s Avonds om 21:30 uur aten ze dan met zijn allen nog een keer thuis.
Na het Menu tijdens het afrekenen nog een Café Cortado, waarbij de chauffeur me attendeerde op een gewoonte hier: Een scheut Aguadente in de koffie, waarbij hijzelf het voorbeeld gaf.
Aguadente stoken ze van de overgebleven schillen van de druiven, nadat ze uitgeperst zijn en is een kwalijk soort brandy.
Naderhand stapte hij zo weer op zo’n reuze zandauto en reed weg.
Langs smalle wegen in de middag is het oppassen geblazen!
(Hoewel blazen in Spanje gebeurt tegenwoordig ook steeds meer)
Bij het afrekenen moest ik maar 7 Euro betalen, wat ik nog steeds niet snap.
Op naar Sobrado dos Monxes dat nog maar 6 km verder ligt.

  

Stuwmeertje

 

Het kloostercomplex

 

Het was lekker opgeklaard en de zon scheen alweer volop zodat alles dampte. Wat zijn de tegenstellingen hier toch groot!
Al gauw liep ik tegen een stuwmeertje aan en lag Sobrado voor me.
Naar beneden lopend waren de torens van het kloostercomplex al tijden te zien.
Bij de ingang gekomen was alles gesloten en om 16:00 uur zou de bezoekerspoort weer open gaan.

         

Sobrado dos Monxes

 

 

Refugio in een oud gebouw

 

 

De poort ging open en Alfonso, de Spaanse Pelgrim die ik in Goldán had gezien, stapte naar buiten, zodat ik er mooi in kon.
De broeder Hospitalero was er nog niet, maar ik zocht toch maar een bed op, dat kwam later wel goed. Toni en Natalie waren er ook en naderhand volgden nog Steffie, Lena en Frans.
De refugio was in een oud gedeelte met nette stapelbedden.
De keuken zag er shabby uit, maar die gebruikte ik toch niet.

Een vreemd complex dit klooster. Twee grote Claustro’s naast elkaar, waarna in het oude keukengedeelte gekomen kon worden.
Het centrale vuur om te koken lag onder een soort reuzenschouw met open pijp naar buiten. Hier moet ooit voor honderden mensen zijn gekookt! Maar ook al lang niet meer in gebruik.
De kerk zelf was meer een soort kathedraal waar overal onkruid uitgroeit.
Het blijkt tijdens de burgeroorlog verwoest te zijn en als een van de eerste weer opgebouwd te zijn door Franco.
De binnenzijde is volkomen leeg en kaal op een maquette van de Kathedraal van Santiago na.
Wat vreemd eigenlijk, dit is een soort monument van een verleden dat niet meer bestaat. De kathedraal is een overblijfsel, volkomen leeg en door de bevolking niet meer gedragen. Is de devotie weg?
Het geeft een soort van verval aan. Er wordt iets in stand gehouden dat er niet meer is.
De monniken zijn er nog wel, maar zitten in een nieuwer gedeelte.
Om 19:00 uur bleek er Vesper te zijn waarbij het mogelijk was dit bij te wonen.
In een nieuwe kapel zaten 18 monniken van alle leeftijden, die een dienst hielden van 45 minuten, dat vooral bestond uit zang, en het voorlezen van geweide teksten.
4 van de monniken waren Aziaten, zouden die speciaal opgehaald zijn om hier in te treden?
Het geheel was wel zuiver en indrukwekkend, maar zo’n bestaan dag in dag uit, een leven lang?
Waarschijnlijk mis ik deze antenne, hoewel lopen onder barre omstandigheden door de natuur je vanzelf een vorm van spiritualiteit geeft.
Opvallend is wel dat sommige (dogmatische) geestelijken je precies weten te vertellen wat spiritualiteit volgens hen dan wel of niet is, terwijl juist een ieder dit op zijn eigen manier beleeft en verwerken moet.

’s Avonds nog in het café buiten de poort genoten van het plaatselijke gedoe, waarna om 22:00 uur het weer pelgrimstijd was.
Morgen zou de kruising komen met de Camino Francès!
Het schiet op na 833 km en het wordt toch merkbaar kouder!

 

tab