17 Augustus, Santoña – Güemes
30 km, 50 m hoogte


Als we weggaan, is de deur nog gesloten. Pelgrims zijn vroeger dan de normale bewoners van Jeugdherbergen.
Het routeboekje adviseert de omweg van 5,5 km te nemen over het massief van Buciero dat in de baai uitsteekt.
We lopen al snel een mooie rotsweg naar boven met uitzicht op de baai van Laredo, dat nu wat helderder is dan gisteren.

Schiereiland bij  El Puntal

 

Door oorspronkelijk Atlantisch struikgewas

Het gaat 3,5 km ver door oorspronkelijk Atlantisch struikgewas, dat wel duizenden jaren oud moet zijn, met tussendoorkijkjes op de oceaan.
Rechts staat de vuurtoren “Faro El Caballo”. Hier kan naar toe geklommen worden.
Ik kijk M-C aan, nee toch? Met onze rugzakken van ca. 14 kg een extra belasting, maar ze zegt Si Si, en daar ga je dan.
Voor ons doemt een trappenstelsel op met aan de rand een stalen kabel om je aan vast te houden, die duizelingwekkend steil naar beneden loopt

765  trappen

duizelingwekkend steil !

 

Gelukkig is de stalen kabel net vernieuwd en heeft geen gevaarlijke pinnetjes. Trap voor trap schuifelen we naar beneden, maar het wordt beloond met zeldzaam mooie doorkijkjes en kleurrijke rotsformaties.
Zo gaat het enige honderden meters naar beneden tot opeens de Faro bereikt wordt.

Mooie doorkijkjes

 

 

De Faro

 

Ook hier sta je nog enige tientallen meters boven het water, maar er kan verder naar beneden gegaan worden.
Duidelijk is wel dat de bediening van de vuurtoren vanuit zee plaatsvond.
Naar weerszijde toe uitkijk over onvergetelijk grillige rotsformaties met een glasheldere blauwe zee die eromheen spoelt.

Kleurrijke rotsformaties 

 

met een helder blauwe zee

 

Ook de laatste trappen worden nog naar beneden geklommen tot aan het einde, waar de zee vat op heeft en het gevaarlijk wordt, omdat de treden weggevreten zijn.
Prachtig en we zitten een ogenblik tegen de vuurtoren aan, maar moeten weer dezelfde weg terug!
Lieve help, 765 meer dan 30 cm hoge treden met bepakking!
Langzaam dieselen we weer omhoog, totdat met een zucht de laatste trede verlaten wordt en we weer bij het kruispunt van “Cruse de Cuatro Caminos” uitkomen.
Het gaat nu rechtdoor het struikgewas naar de volgende vuurtoren die na een paar kilometer onder ons ligt. Hier begint een asfaltweggetje, dat naar beneden loopt en langs het grote gevangeniscomplex van “El Dueso” komt.
Iets verder ligt een Camping met Restaurant waar we gauw aansteken. Kleddernat van het zweet zijn we en de bovenbenen zullen ons nog dagen herinneren aan deze bovenmatige inspanning.
Maar ze hebben Café con Leche met een croissantje en het is mooi weer!

Als we langs het strand van Berria lopen blijkt dat we minder dan
1,5 kilometer van Santoña zitten. Wat een omweg, het is al 11:30 uur en zijn 10 km op pad!
Na Berria moet een tussenliggende heuvel worden overgestoken.

Gemeen stekende Gaspeldoorn

 

Strand van Noja 5 km lang

 

Een smal paadje gaat tussen gemeen stekende Gaspeldoorn door naar zo’n 70 m hoogte, waarna aan de andere zijde het 5 km lange strand naar Noja begint.
M-C zwikt haar voet om en zegt dramatisch nu wel naar huis te zullen moeten. Beneden voel ik het gewricht eens goed.
Hij is wel wat opgezwollen, maar zonder ernstige verschijnselen.
Dus kalm het overvolle strand langs, waarbij net langs de vloedlijn op vlak nat zand het makkelijkste lopen is.
Deze stranden zijn de mooiste van de gehele “Ruta” en in de zomer vol met badgasten.
Als we na 15 km in Noja aankomen wordt een terrasje opgezocht om de voet van M-C te verzorgen.
Ze zoekt een Farmacía op en komt even later met een rekverband om de voet terug.
Zonder problemen heeft ze hierna de rest van de tocht gelopen.
Het gaat nu wat van de kustlijn af, langs getijde land, naar het dorp Isla en Arnuero.


De fraaie stranden van Noja

 

Kerk van Santa María de Bareyo

 

Langs het middeleeuwse kerkje van Santa María de Bareyo gaat het bergop naar Bareyo.
Het klimt hier nog behoorlijk en Güemes is verder weg dan gedacht, bovendien wreekt het dat we maar een croissantje hebben gegeten tot nu toe.
Zo gaat het op en af nog 5 km door tot eindelijk op een heuvel de witte refugio van Pater Ernesto Bustio ligt.
Dit is de mooiste refugio van de gehele “Ruta” en mag door geen pelgrim gemist worden!
Martin zien we voor ons naar boven klimmen die in de bron beneden vers drinkwater heeft gehaald. Dit staat steeds ter beschikking in de zaal van de refugio.

De refugio van Pater Ernesto

 

Pater Ernesto voor la Cabaña del Abuelo Peuto

 

Anna komt even later, blijkt dezelfde klimpartij gedaan te hebben als wij bij de Faro en puft er nog van na.
De Pater is met Emeritaat na op de Universiteit in Santander gewerkt te hebben, hoewel hij nog wat werk doet in buurtparochies.
Zijn ouderlijk huis “La Cabaña del Abuelo Peuto” (de hut van Opa Peuto) heeft hij in de jaren ’90 verbouwd tot museum en bezinningsruimte, nadat hij een wereldreis van 2 jaar had ondernomen. Het doel van deze reis was drieledig: Mensen leren kennen, lichamelijk werken, vreemde culturen ontdekken en foto’s hier van maken.
Over zijn avonturen naar Afrika en Zuid Amerika vertelt hij ’s avonds boeiend. Geen moment zieltjes winnen, maar begrip kweken voor elkaar.

Gezamenlijk avondmaal

 

Aantal bezoekers per jaar

 

Eind jaren ’90 begonnen de pelgrims te komen en hij heeft nu de slaapgelegenheden uitgebreid, zoveel mogelijk met recycle materiaal, tot 40 bedden.
Het smakelijke avondmaal wordt gezamenlijk gebruikt, waarbij het met alle nationaliteiten erg gezellig is. Een echte pelgrimssfeer die verder op deze route nog wel eens afwezig is.
Na twee glaasjes wijn haalde de strabante kokkin de fles weg en in het verhaal dat Oma ernaast nog wat wou trapte ze niet in!
De pater houdt ook het aantal bezoekers bij.
Dat neemt elk jaar explosief toe, maar Nederlanders waren er totaal maar 31 vorig jaar en dat zijn fietsers zowel als lopers.

Pater Ernesto bij de open haard

 

Nieuwbouw alles donativo!

 

Na het eten zitten we bij de brandende haard en vertelt Ernesto verhalen.
Bovendien horen we waarom de pijlen niet te vinden waren;
De Duitsers, Fransen en Spanjaarden hebben allemaal een verschillende route!
Hij geeft aan dat de volgende dag de kustroute naar Santander de mooiste is.
De getimmerde bedden tot 3 hoog boven elkaar zijn net kooien op een schip, maar na 277 km slaapt het prima!

 

tab