28 Augustus, Avilés – Soto de Luiña
45 km, hoogte 30 m

 

’s Ochtends vroeg zijn in de stad nog verlate feestgangers die tussen de afgedekte kraampjes en de waterspuiten van de gemeentereinigers doorlopen.
Op een pleintje is een laatste Sidrería open en daar komt zowaar Nancy, de vlotte Spaanse van gisterenavond, uit.
Ze had de gehele nacht doorgehaald en toog nu huiswaarts.
Ze keek Frans de Sloveen en mij wat wazig aan, maar we zagen er met rugzak waarschijnlijk ook wel wat anders uit.
Het was nog niet zo eenvoudig Avilés uit te komen.
Het is een stad van 95.000 inwoners met de nodige buitenwijken.

Eerst komen we langs de oude kerk van San Francisco net voor het mooie park.
Op een sokkel staat een beeld van Admiraal Menéndez de Avilés, waarbij ik altijd nieuwsgierig ben wat voor een historie hier achter steekt.

 

Iglesia de San Francisco

 

Pedro Menéndez de Avilés

 

Hij blijkt Florida ontdekt te hebben en stichtte in 1565 de eerste Europese stad in wat nu de Verenigde Staten is; San Augustin, ofwel het hedendaagse St. Augustine.
Vandaag een geplande etappe tot Cudillero waar geen refugio is, maar waar wel pensions zouden zijn.
De weg de stad uit loopt behoorlijk omhoog, al gauw is Salinas door de bomen te zien.
Een buurtbewoner had me nog aangegeven de weg 3 km te kunnen bekorten, maar ik volg de gele pijlen.
Eigenlijk gaat het met een grote cirkel richting Salinas, wat een typische slaapstad is. Grote flats domineren het stadsbeeld.

  

Salinas

 

 

Overal baaien

 

Gelukkig is ook een aardig café aanwezig waar in het zonnetje genoten wordt van de Café con Leche met broodje.
Langs baaien en door een tunnel gaat het over de Carretera richting Piedras Blancas en omhoog naar La Cruz.

  

 

Groen Asturië

 

Santiagokerkje

 

 

Het is 5 km door bossen en een golvend landschap met in de verte het vliegveld van Avilés.
Het kerkje van Santiago, in Santiago del Monte, is uit 1130 en we zijn 15 km op weg.
  

 

El Castillo

 

De brug over de Ría Nalón

 

Na 6 km Eucalyptusbossen ligt beneden ineens het dorpje El Castillo pittoresk aan de baai van de Ría Nalón.
Het dorpje dankt zijn naam aan de mooie burcht die vroeger de baai bewaakte. De “Ruta” loopt er dwars doorheen en is bijzonder schilderachtig. In de verte ligt de brug over de Ría waar even later, na onder langs Soto del Barco gegaan te zijn, overheen gelopen moet worden.
Een fietsende Belg stopt. We praten bij over de “Ruta” en wat een pelgrim zoals bezighoudt. Met een fiets heb je natuurlijk een veel grotere bereik. Later zou ik hem ’s avonds in de refugio terugzien.

             

Lastige 400 m over de brug

 

Reusachtige Eucalyptus bomen

 

 

De brug is lastig over te steken omdat er nogal wat autoverkeer is en het paadje aan de rand wel erg smal. Het zicht op de zeestromingen onder de brug maakt veel goed en omhoog gaat het naar Muros de Nalón. Inmiddels zijn we 27 km op pad en het is tijd voor een
Menu-tje. Net voor de voetgangersbrug is een restaurant met een dagmenu voor 12 Euro, maar er is niemand en is het niet wat veel?
In het dorp tegenover de kerk is een restaurant dat stampvol is en waar graag aangeschoven wordt.
Nadat een tafel vrij gekomen is krijg ik een geweldig Menu del Dia met alles erop en eraan voor 8,5 Euro!
Later zal blijken dat deze bodem wel nodig was.
Over het spoorbaantje gaat het langs een prachtig natuurpaadje waar zelfs nog cantharellen groeien. Dit zijn zo ongeveer de lekkerste paddestoelen die je zelf kunt vinden (Met truffels heb ik geen ervaring)! Helaas zijn ze in Nederland op de zandgronden, de laatste jaren, bijna uitgestorven. Dit wordt vooral veroorzaakt door verdroging met de te lage grondwaterstand, zoals door de landbouw gewenst is. Een duidelijk teken hiervan is de verwildering van onze bossen met braamstruiken. De reactie; verboden te plukken,  is typisch Nederlands. Niet de oorzaak wegnemen maar de goedwillende burger inperken. (Een beetje vergelijkbaar met; niet de fietsendief pakken, maar de fiets niet op slot zetten beboeten!)
Paddestoelen zijn vruchten om te oogsten en het zaad via de sporen is zo talrijk dat, als de biotoop erna is, het vol zit.

  

 

Haven van Cudillero

 

Cudillero is mooi gerestaureerd

 

 In Cudillero ben ik 33 km op weg en het is 16:00 uur.
De zin om verder te lopen is eraf en ik besluit een pension op te zoeken. Maar Pension Alver en de anderen aan de route zijn nog niet open en ik loop naar beneden. Plotseling hangt een vrouw uit het raam, die vraagt of ik een slaapplaats zoek, want zij heeft er één.
Zij gaat mij voor naar een appartement verderop, dat er keurig uitziet met badkamertje. Ha, lekker rusten, maar mijn ingebakken Hollandse gewoonte vraagt toch wat de kosten zijn?
Cinquenta Euro (50). He? Ik laat dit eens goed inwerken en kijk haar ongelovig aan. 25 Euro zou veel maar redelijk zijn.
Nee, zegt ze want een hotel doet wel 100 Euro. Gauw de rugzak weer om en na de opmerking dat ze wel loco moet zijn verder.
Beneden aan het haventje is een drukte van belang.
Cudillero is een gewilde plaats en visrestaurants alom.
Maar een pilsje is niet te krijgen of je moet meteen eten.
Nu krijg ik zo langzamerhand de pest in het overvolle en overdone toeristenplaatsje en loop weer naar boven. Daar was een cafeetje voor een pilsje en na alle moed verzameld te hebben; op voor de 12 km extra naar Soto de Luiña.

Het zijn niet alleen deze kilometers maar ook nog een berghelling van goed 300 meter hoog die ertussen ligt.
Het routeboek geeft aan dat vrij gemakkelijk op 2 plaatsen het smalle spoortje genomen kan worden, maar dat komt “nicht im Frage”!

  

Gelukkig blijft het mooi

 

 

Berghellingen over

 

Het is wel een erg mooie route en eindelijk wordt Soto de Luiña bereikt, het is ook al bijna 20:00 uur en heb zeker 50 km gelopen.
In het plaatselijke café verzorgen ze de refugio en nog gratis ook.
Deze is een schoolgebouw iets verder omhoog met 20 bedden en aardige voorzieningen.
Manfred met vriendin is er ook. Hij blijkt wel de trein een stuk genomen te hebben en ik informeer naar zijn ijlen in La Isla.
Och, dat is eigenlijk niets maar later blijkt dat meer aan de hand is.
In de bar wordt na het douchen genoten van een lekker pilsje met Pinchos, want ik ben net een kameel: Overdag niet veel drinken, maar ’s avonds moet de spons zich volzuigen!
Ik heb wel eens het idee dat het de uitgestelde dorstprikkel is die het pilsje dan zo lekker maakt!

  

 

Refugio in Soto de Luiña

 

 

De bekende stapelbedden

 

Met het Oostenrijks echtpaar naderhand nog gezellig nageboomd.
Ze lopen van Santander tot Ribadeo, nadat ze vorig jaar al vanaf Ribadeo naar Santiago zijn gelopen.
Het wasje toch nog gedaan maar moet morgen weer verder drogen en om 22:30 uur is het bedtijd en ben ik 594 km weg!

 

 

tab