30 Augustus, Cadavedo - Piñera
30 km, 50 hoogte

 

Als ik de refugio verlaat loopt Manfred met vriendin in uiterste harmonie al voor mij.
Ze heeft dus in het hotel geslapen.
Over binnenweggetjes gaat het steeds in de buurt van de N632 over drassige wegen. De bossen tonen nog de restanten van de oorspronkelijke naaldbomen en niet alleen Eucalyptus.
Na 6 km gaat het onder de autosnelweg door omhoog naar het kerkje van Canero.
Door het bos een mooi pad naar de rivier de Esva.
Hier is een uitnodigende bar waarna in het zonnetje de dagelijkse koffie wordt gedronken.

       

 

Pad langs de Esva

 

Reusachtige viaduct

 

Achter de bar wordt een pad langs de Río Esva gevolgd, met doorkijkjes tussen de struiken in het heldere water. Het stikt er, zoals bijna overal, van geweldige knoeperds van vissen.

Het pad eindigt op Playa de Cueva. Het reusachtige viaduct van de autosnelweg boven je is dermate hoog dat je er geen enkele last van hebt.
Langs het strand ga je naar het dorp Cueva en hier weer omhoog naar de Carretera.

 

De bruine Andalusische koeien

 

Stukken Carretera volgen

 

Na 13 km kom je na wat vreemde kronkels door een dal in het dorp Barcia. Wat verderop kom je door de vergane glorie van Villar, waar nogal wat vervallen villa’s staan.
De weg loopt nu richting zee, die steeds te zien is en ineens sta je boven Luarca, dat er goed uitziet. Via een stelsel van trappen daal je af en plots sta je midden op een bruisend marktje in het plaatsje.

  

 

Luarca

 

Haventje

 

Het is hier tijd voor een Gasolina. Maar voor een Menu is het nog wat vroeg. Het weer ziet er niet te best uit en de parka kon ik nog wel eens nodig hebben.
De andere kant het dorp uit betekent een behoorlijke klim tot de hoogvlakte weer bereikt is.
Er wordt nog een mooie ruïne van een klooster gepasseerd en een bergrug wordt in de lengterichting gevolgd.
De parka is inmiddels aangetrokken en het miezert een beetje.

  

Lange route door gehuchtjes

 

Bij de boerderij omhoog het pad in

 

Dan moeten een paar bergruggetjes genomen worden en de indruk bestaat dat de afstanden groter zijn dan in het routeboek staan aangegeven.
  

 

Friese koeien

 

 r

Refugio in Piñera

 

Onderweg staan de weilanden steeds meer vol met Friese melkkoeien, die de zo mooie bruine Andalusische verdringen.
Jammer want ze zijn veel mooier dan de Nederlandse schonkige melkmachines!
Door het lange bos naar beneden kom ik uit in Villapedre, maar het uitnodigende restaurant bereik ik te laat en er is geen Menu meer.
Gelukkig is het wel droog geworden.
Een stukje verder is nog een restaurant waar het beter is en versterkt met wat Pinchos ga ik verder voor de laatste paar kilometers.

In Piñero wordt bij een wat morsige hospitalera ingeschreven, hoewel dit niet echt nodig was geweest, want in de refugio verderop liet ze zich niet zien.
In het dorp was een klein winkeltje, helaas wel een paar kilometer terug. Maar ze hadden Empanada met een yoghurtje, wat brood en wijn, zodat de avond goed doorgekomen kon worden.
Jürgen komt later ook nog binnenstappen en verder zijn er groepen Duitse jongelui en Polen die ik later niet meer zal zien.
We lachen ’s avonds nog heel wat af en slapen daarna prima met
650 km op de teller!

 

tab