22 Mei, Montalivet-les-Bains – St.Jean-d’Angély 108 km
De nacht was toch wat onrustig door voortdurende zeewind, die van alles laat klapperen, zodat met het licht worden opgestaan wordt. Het laatste gedeelte van Les Landes ligt voor me met nog 30 km te gaan naar de veerboot over de Gironde monding. Het is zaterdag en extra rustig wat brede verlaten straten belooft. De weg loopt een gedeelte direct langs de kust met zicht op het strand. Over de straat zijn op sommige stukken zandduinen gewaaid, waar langsheen gelaveerd moet worden.
Onderweg werd me gewaarschuwd niet de kustweg te nemen omdat de ketting extra te lijden zou hebben door het opwaaiend zand. Indianenverhalen en niets van gemerkt!
Met zicht op het strand
De wind neemt steeds verder toe zodat hier behoorlijk tegen in moet worden gestampt. Dit maakt zo’n traject onnoemelijk veel zwaarder en drukt de afgelegde dagafstand behoorlijk.
Montalivet-les-Bains – St.Jean-d’Angely 108 km, Dagtraject 40
Na de lange rechte stukken tegen de wind in is het een opluchting als Soulac-sur-Mer ingereden wordt. Het is een wat grotere plaats die door de eeuwen steeds verlegd moest worden, door het wandelende stuifzand. De 11e eeuwse kerk, de Notre Dame, was in 1744 geheel onder het zand verdwenen maar is in 1860 weer uitgegraven, zodat hij nu in een duinkommetje ligt.
Basilique Notre-Dame de la fin des Terres
De Basiliek “Onze lieve Vrouwe van het einde der wereld” was eeuwenlang een halteplaats voor de Pelgrims naar Santiago.
De boulevards van Soulac-sur-Mer langs de brede zandstranden zijn volkomen uitgestorven op de vroege morgen. Je hebt hier een prachtig uitzicht over de Oceaan.
Soulac-sur-Mer
De weg kronkelt door de duinen op en neer waarbij regelmatig een spoorlijntje gekruist wordt. Aan dit lijntje zijn ze aan het werk om het als museum stoomlijntje voor de toeristen te gebruiken. Bij de duinen zijn grote parkeerplaatsen, waar Campers met de grijze plaag uit geheel Europa een plekje vinden.
Groot Zonneroosje
Pollen met groot zonneroosje bloeien uitbundig verspreid in het duinzand. De landtong vind zijn eind in Pointe de Grave, waar alles om de veerverbinding met Royan draait. Langs boulevards vol met eettentjes wordt de terminal van het veer opgezocht en een kaartje gekocht voor de passage. Als van de aankomende boot alle auto’s vertrokken zijn mogen we erop, waarbij de fiets stevig langs de schotten gestald wordt. Hou er maar rekening mee dat het zomers verschrikkelijk druk kan zijn met lange files, waarbij het vooral voor auto’s uren duurt voordat je aan de beurt bent. Nu is het behoorlijk rustig.
Veerboot naar Royan
De boot ligt nog wel een tijdje voor de kant en heeft een Resto waar fatsoenlijke koffie met een broodje gegeten kan worden. Lastiger wordt het als het toilet opgezocht wordt; alles is gesloten. Aan de garçon gevraagd waar de sleutel is; niemand weet wat. Inmiddels stijgt mijn waterpeil snel zodat bijna van een noodsituatie gesproken kan worden. Tegen de bemanning zeg ik dat ze rap moeten zorgen dat een toilet open is anders plas ik over de railing! Ineens worden de toiletten geopend en is het probleem voorbij! Wat zijn Fransen toch moeizaam op gang te krijgen.
De haven uit in Pointe de Grave
Eindelijk begint de boot te varen zodat het voordek opgezocht wordt met een schitterend uitzicht over de Gironde. De oversteek is zeker 8 km breed en duurt een half uur. Het hele gedoe met de boot kost meer dan een uur.
Royan aan de overzijde
Royan is een moderne stad met 18.500 inwoners. Het is in de laatste dagen van de oorlog zwaar gebombardeerd door de geallieerden. Ze hadden geen zin in een regulier gevecht om deze zwaar bewaakte stad bij de Gironde monding en gooiden in januari 1945, 1600 ton bommen op de stad, ten koste van 1000 burgerslachtoffers! Toch hebben de gevechten nog tot half april geduurd. De stad lag volkomen in puin.
Royan
Als van boort wordt gestapt ben ik ineens in een geheel ander gedeelte van Frankrijk; de Charente-Maritime, onderdeel van de Poitou-Charentes, dus Poitiers. Het voelt echt aan als midden Frankrijk zodat het op begint te schieten. Royan uit volgt een smal binnenweggetje door de wuivende korenvelden en al gauw ook door de golvende heuvels.
Royan – St.Jean-d’Angély ( kaart omgekeerd lezen)
Golvende korenvelden
Het is taai en stijf vechten tegen de wind die vol op de kop staat. Oppassen is ook om niet mis te rijden, omdat de wegaanduiding niet al te duidelijk is. De plakplaatjes van “Langs oude wegen” zijn op de terugroute nergens te bespeuren!
Op een kruispunt staan kersenbomen met al rode vruchten. Deze zijn niet al te groot maar hebben de onmiskenbaar lekkere kersensmaak als ze toch maar even geproefd worden! Van de vele grote aardbeien vruchten in de tuinen blijf ik af, hoever zouden deze er thuis in eigen tuin voor staan?
De kerktoren van Thézac is in de onmetelijke uitgestrektheid van verre te zien en opmerkelijk.
Thézac, Romaanse kerk
Wat minstens zo opvalt; in deze dorpen is helemaal niets te krijgen! Het parochiehuis was open maar had geen consumpties zodat met water moet worden volstaan. Er moet aan gewend worden dat dit de binnenlanden van Frankrijk zijn waar helemaal geen voorzieningen zijn en de dorpen uitgestorven!
Als het silhouet van Saintes beneden ligt is het al 15 km verder en ver na tweeën.
Saintes in de verte
Het is een prachtige oude stad met Romeinse ruïnes uit het begin van de jaartelling, zoals een amfitheater, thermen, tempels en een triomfboog. De stad staat vol met Basilieken en Kathedralen. En, waar een uitgedroogde fietser hard aan toe is; terrasjes! Heerlijk in het zonnetje buiten, waarbij het nog werkelijk warm begint te worden.
Saintes
Voor de stop wordt ditmaal ruim de tijd genomen waarna nog door het centrum gelopen wordt.
Centrum Saintes met Cathedral St.Pierre
Romeins Amfitheater
Saintes ligt aan de rivier de Charente met al in de Romeinse tijd een belangrijke brug, die in het stadswapen terug te vinden is.
Het is tegen vieren als door het dal van de Charente richting Taillebourg gestoken wordt.
De Charente
Dit een opmerkelijke oude plaats door de strategische ligging aan de Charente. Door de eeuwen heen werden hier slagen geleverd, vooral met de Engelse troepen. Het plaatsje ertegenover heet nog steeds St. James, wat de Engelse spelling is van St. Jaques.
☼ Veldslagen bij Taillebourg
Saintonge
808 Karel de Grote met de Saracenen
850 Verschillende plundertochten door de heidense Noormannen vanuit Saintes
1194 Richard Leeuwenhard vernietigt de Burcht in zijn pogingen Aquitanië terug te veroveren. De Franse en Engelse adel waren aan elkaar verwant, wat aanleiding was voor de vele successie (erfopvolging) oorlogen tot de 100 jarige oorlog aan toe. In deze feodale tijd waren de inwoners halve lijfeigenen, die het slachtoffer waren. Hoge adel werd bij gevangennemen vrijgekocht!
1248 Engelsen met Fransen
1351 en 1358 Fransen met Engelsen, gewonnen door de Fransen tijdens de 100 jarige oorlog. Engelsen hebben meer dan 200 jaar de macht gehad in de Saintonge zoals het vroeger heette.
Slag bij Taillebourg 1242
Een spoortalud loopt verhoogd door het dal naast de brug. De rivier overstroomt regelmatig. Aan de rivieroever is een geopend paviljoen te vinden waar de plaatselijke bevolking met viswedstrijden bezig is. Het pilsje smaakt in het zonnetje bij dit dorpse en vredige tafereeltje perfect.
Taillebourg aan de Charente
Richting St.Jean-d’Angély moet aan het eind van de middag met wind op kop weer behoorlijk geklommen worden. De kilometers beginnen nu echt te tellen zodat nog een stopje wordt ingelast in één van de weinige Resto’s, annex winkel, die tegengekomen wordt.
Landhuizen
Als de stad ingereden wordt is het al 7 uur en hoog tijd om te stoppen. Het ziet er veelbelovend uit, maar eens vragen of ze een Camping hebben. Een madame verwijst me naar het Plan d’Eau bij de rivier de Boutonne. De ontvangst is prima; voor een Pelgrim naar Santiago is de prijs 9,20 Euro.
Plan d’Eau
Aan de overkant van het Plan d’Eau zit een paviljoen waar het op de zaterdagavond een gezellige boel is. Families zitten op de Franse wijze aan lange tafels waarbij volop genoten wordt. De menuutjes zijn simpel, effectief en niet te duur. Ze kunnen het wel maar het is zoeken naar dit soort gelegenheden in Frankrijk!
Het is lekker nazitten en bijkomen van de uitputtende dag tegen de harde wind in. Het is een mooie voorjaarsavond die al bijna zwoel te noemen is. Ik overpeins dat het mogelijk moet zijn nu in 10 à 12 dagen thuis te zijn. Voorzichtig zeg ik dit telefonisch aan het thuisfront. Op vakantie jaren geleden met Caravan was Saintes ca. 1080 km, op de fiets blijkt dit heel wat meer te zijn!
Paviljoen aan meer
Vanaf de andere zijde
Opmerkelijk is dat de broedende eend in de bloembak zich niet laat verdrijven door het kabaal om haar heen. De meeste gasten hebben het niet eens in de gaten!
Broedende eend met perfecte camouflage
Terug op de camping is het al bijna donker en wordt de slaapzak opgezocht. De Fransen op de Camping zijn, zoals gebruikelijk, erg rustig waardoor prima geslapen wordt na vandaag 108 moeilijke kilometers weggezet te hebben. De stand is nu 3985 km!