15 Augustus

Aljucén – Alcuéscar,  21 km, hoogte 488 m


Het dorp wordt om 7:30 uur verlaten, als het goed en wel licht genoeg is, en op gaat het naar een natuurpark. De Spanjaarden doen toch veel aan het aanleggen en instandhouden hiervan. Er mag ook niet gejaagd worden en dat is een zegen. Net als in Frankrijk krijg je de indruk dat alles wat vliegt of beweegt geschoten mag worden. Klein wild zie je dan ook weinig.

 

p

Grote afgeschuurde steenblokken 

 

p

Flarden om de berg  
                                         

In de verte hangen geheimzinnige wolkenflarden om de berg. Zou ander weer in aantocht zijn? Dit bleek later niet het geval. Het bleef onverminderd heet.
Het gaat berg op en af door steeneikbossen en net na de middag zijn we al in Alcuéscar. Een plaatsje van ongeveer 3200 inwoners. De refugio is bijzonder en is in het klooster van de broeders van Maria en de Armen.
(Congregación de los Hermanos de María y de los Pobres)
Het voordeel is dat ze een vermoeide pelgrim vast niet buiten laten staan.

refugio

 Refugio in klooster in Alcuéscar  

rf

    Binnenplaats in klooster

 

De aardige broeders hebben een zwart habijt aan met een fel blauwe band eromheen.
Wat ouderen, die niet op de foto wilden, en zelfs nog jonge broeders. In Spanje sterven ze nog niet uit. In een ernaast liggend gebouw werden geestelijk gehandicapten verzorgd. De paters doen echt goed werk.

Ze hadden zelfs een hospitalero die de tweede verdieping als refugio in gebruik had.
Dit was Pablo en een bijzondere man. Hij had bij de televisie in Madrid gewerkt en zich nu teruggetrokken om nuttige dingen te doen. ‘s Winters was hij nog free lance tekstschrijver. Er was zelfs een bad en dat is wel een gewaarwording voor een vermoeide pelgrim!
Op de kamer lag ik helemaal alleen. Hoewel, in het dorp ontmoette ik Carlos, een Spaanse voetpelgrim, die ik nog een paar keer zou zien. Later arriveerde nog een koppel Spaanse fietspelgrims.
Het was vandaag woensdag, de dag van Maria ten hemelopneming, en dat is in Spanje een Feestdag, dus was het nogal rustig, behalve in de prettige bar tegenover, waar ik met Carlos gezellig gezeten heb.
De paters hielden siësta van 14:00 tot 15:30 uur en dit moest strikt gerespecteerd worden. Trouwens de poort ging gewoon dicht, dus zat er niet anders op dan maar een tukje te doen.
De hospitalero nodigde ons uit om 21:30 gezamenlijk te eten.

 

 

Gezamenlijke maaltijd met Carlos,  Pablo en een fietspelgrima

 

afwas

Naderhand de afwas doen

 

Onderhoudende gesprekken aan tafel. Wel veel in rad Spaans maar de kern was te volgen. Natuurlijk kenden allen de Camino Francès met vele anekdotes.
Wat is dit toch voor Santiago virus? Als je eenmaal besmet bent wil je steeds meer.

Hierna het bed in waarbij de klokken je van elk uur nadrukkelijk op de hoogte hielden.
Ik was nu  270 km op pad!

 

p