6 September

Xunqueira de Ambía – Ourense, 24 km, hoogte 125 m


Hetty was zo vriendelijk eerst koffie te maken en gezamenlijk gebruikten we ons ontbijt.
Wat een verschil, terwijl ik met een yoghurtje al een heel eind ben, zorgen Rudolf en Hetty voor een compleet ontbijt met thee, Zwieback en kaas.
Bij het woord Zwieback kreeg ik vreemde associaties, maar het betekent eigenlijk tweemaal gebakken brood zodat het een soort toast is geworden.

Als vanzelfsprekend gaan we gezamenlijk op pad. Eerst naar de bar Retiro waar de sleutel door de bus kan worden gegooid. Het belooft een rustige dag te worden.
Naar Ourense gaat het vooral steeds naar beneden en de natuur zal langzamerhand afnemen en overgaan in dorpen en voorsteden met de bijbehorende lelijke industrieterreinen.

Xunqueira de Ambía in de vroege morgen

Xunqueira de Ambía in de vroege morgen

 

Het gaat over de mooie rivier, de Arnoya, langs de asfaltweg. Een klein gedeelte wordt nog afgebogen op een eeuwenoud oorspronkelijke geplaveid pad, hoewel dit volgens een oude heer om is. Maar we willen juist de mooie dingen zien en gaan verder.
Rudolf blijkt nog niet gepensioneerd te zijn en moet tot zijn 65e gewoon door.
Hetty is in een soort regeling wel gestopt nadat een vervelende ziekte bij haar was geconstateerd, die na een borstoperatie gelukkig tot staan was gebracht.
Daar kon ik over meepraten omdat Hilda, mijn vrouw, hier 5 jaar geleden aan gestorven is, maar gelukkig loopt het ook vaak goed af.
Ze waren net grootouders geworden en echte familiemensen.
Met Rudolf werden veel bomen opgezet en gezaagd. Hetty liep vooruit en als het spannend werd liet ze zich afzakken, want ze hoorde alles.

Het gaat verder langs de asfaltweg en door vele dorpen als, A Pousa, Salgueiros, Penelas en Pereiras.

druiven

Overal witte en blauwe druiven voor de Vinho Verde, die hier Viño Joven heet. (jonge wijn)

Uiteindelijk komen we na 14,5 km in Castellana waar schijnbaar veel pelgrims de bus nemen want een stratenveegster wijst op de bushalte. Maar dat gaat tegen de pelgrimscode in en we bedanken vriendelijk.
Aan de rechterzijde tegenover een groot nieuw bouwwerk is een aardig café met terras.
Ze blijken ook een comedor te hebben waar druk gebruik van wordt gemaakt en R + H  willen een echte Lunch. Ik pas me aan en neem een wel zeer geslaagd broodje gezond met tonijn en veel sla. Achteraf had ik beter een compleet menu kunnen nemen want in Ourense was dit niet zo best. Verder gaat het en de bouwlust in deze dorpen is uitbundig en overweldigend.

Voor Rebodero het laatste stuk natuur en vanaf hier gaat het over in stedelijke bebouwing, waarbij net voor Seixalbo nog gevaarlijk over een spoorbaan moet worden geklommen.
Verderop denkt R een betere weg naar de refugio in Ourense te weten. Hij is steeds in de weer met het routeboek en ziet, hoera, fouten en brengt verbeteringen aan. Hierover correspondeert hij dan met Raimund Joos de auteur van het boek “Der Weg ist das Ziel”.
Ik zei wel eens als hij zo bezig was; “Sei doch nich so Germanisch” Rudolf!, want hiermee voldeed hij helemaal aan de karikatuur van een Duitser.

De Praza Maior in Seixalbo is schilderachtig

De Praza Maior in Seixalbo is schilderachtig

Daarover moest hij dan weer lachen en we hadden aardige discussies over verschillen in landsaard. Zijn vader had de oorlog nog in Rusland meegemaakt en was pas begin ’50 teruggekomen. Bij thuiskomst over de Eems had hij zijn Russische muts in het water gegooid. Ze waren beslist geen aanhangers maar moesten wel voor het vaderland.
Dat dit van grote invloed is geweest op de jeugd van R mag duidelijk zijn.
Hij informeerde nog naar de ressentimenten tegen Duitsers in Holland.
Die zijn er zeker, logisch na alles wat er zich heeft afgespeeld, maar de jongere generatie komt hier gelukkig steeds meer los van, waardoor tot een gezondere manier van omgang wordt gekomen.
Ik vertelde hem dat, toen ik begin twintig was, en als assistent scheepswerktuigkundige op het schip “de Schiekerk” naar Japan voer, de tweede WTK alsnog alternatief in het verzet dacht te zijn, door mij (Helmut) het leven zo zuur mogelijk te maken. Deze naam heb ik als wonend in de grensstreek, met half Duitse ouders van beide zijden, ook maar meegekregen! Ik heb er wel veel van geleerd toen en vooral overleven.

Rudolf wil nu op zoek naar een alternatieve route langs het riviertje de Rio Barbaña.
Bij de Peugeot garage gaan we bijna verkeerd want hij vroeg de weg aan een “si si” figuur, maar tijdig staken we links af. Deze weg is absoluut een verrijking; een mooie rustige begroeide route langs het riviertje tot in de binnenstad.
Bij de Romeinse Thermen wordt rechts afgebogen en na een bezoek voor kaarten aan het toeristen bureau bij dit plein gaat het steil omhoog de binnenstad in.
De stad is tegen de berghelling opgebouwd en het is zwaar klimmen langs trappen, schuine oude straatjes en pleintjes, wel heel mooi.
Puffend en kletsnat staan we boven aan de ring en terugkijkend zegt R; O jee  we zitten fout en moeten naar het klooster zo’n 5 kilometer aan de andere kant van het dal.
We hebben blindelings achter Rudolf aangelopen, nee toch?! Maar hij blijkt de zaak weer eens op te klooien en aan de andere zijde van de weg was gelukkig de refugio.

De refugio is gebouwd in het oude Franciscanenklooster uit de 14e eeuw. Achter de oude gevel heeft men een mooie houtconstructie gemaakt met functionele ontvangsthal, slaapzalen en sanitaire ruimten.
De rest van het gebouw wordt nog gerestaureerd.

Het oude Franciscaner klooster is de refugio

Het oude Franciscaner klooster is de refugio

We werden ontvangen met een koel drankje door een Zwitserse hospitalera.
Hierbij zat ook een jonge Spanjaard die nog opvallend droog was en volgens ons vermoeden in Castella de bus wel genomen zou hebben.
Vlug geïnstalleerd, wasje gedaan en gedoucht.

Uitgedroogd als ik was gauw weer de straat over en het eerste café in voor een heerlijke Caña en van bovenaf kijk je mooi uit over Ourense, wat een zeer oude stad aan de rivier de Miño is.

Met R+H en Peter, een Duitser uit het Saarland die in de refugio is en zich bij ons aansluit, de binnenstad in. Deze doet mondain en toeristisch aan en is vol met studenten.

 

Ourense vanaf de refugio

Ourense vanaf de refugio

 

De kathedraal ingang

De kathedraal ingang

Praza Flores met terrasjes

Praza Flores met terrasjes

We bekijken de kathedraal die inderdaad erg mooi is en al uit de 12e eeuw stamt. De bekende bouwmeester "Mateo" die ook de schepper is van de oorspronkelijke kathedraal in Santiago met zijn Pórtico de la Gloria, heeft hier de Pórtico del Paraíso (Portaal van het paradijs) geschapen. Hierna gaan we op het Praza Flores zitten. Lekker achter het biertje flauwekullend worden we lastig gevallen door een Roemeense bedelares. Rudolf houdt een volstrekt onbegrijpelijk verhaal en ze vertrekt maar gauw.
Hij kijkt mij grijnzend aan; kijk dit is nu Esperanto ! Ik had hem eerder gevraagd wat moet je toch met zo’n kunstmatige taal?

  Esperanto
Is een internationale kunsttaal ontworpen door Lezjer Zamenhof in 1887.
De taal is ontworpen om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren. Het behoort nergens toe en bevoordeelt niemand.
Het is een volwaardige taal waarin alle nuances van het menselijke denken kunnen worden uitgedrukt. Het heeft een eenvoudige grammatica met een grote regelmaat, maar grotendeels afgeleid van Romaanse en Germaanse talen.
De taal is volgens Rudolf zo goed ontworpen dat er bijna niets aan toegevoegd hoefde te worden. Hij zelf en zijn gezinsleden spreken het vloeiend en hij is voorzitter van de Duitse Esperanto vereniging. Hij heeft contacten over de hele wereld ook met Oost Aziatische landen zoals China en Japan.

Ik ga naar het Praza Maior op een terrasje zitten en geniet nog  enige tijd in de ondergaande zon van het stadsleven.

 

Praza maior

Gemeentehuis aan de Praza Maior

 

Ook Loes wordt bijgepraat en dochter Sasha, die trouw de stand bijhoud op een kaart.
Henk is inmiddels bij zijn dochter in Nieuwegein, met twee verbonden handen is het moeilijk jezelf helpen, vooral het ergste; naar de WC gaan!
Om 21:30 uur wordt het toch tijd wat te eten te vinden. Het is druk in de straten maar een eettentje dat er vlug en redelijk uitziet is nog niet zo makkelijk te vinden.
Wat ik uiteindelijk vind is achteraf een deceptie, matig en dubbel de prijs zoals onderweg. Hieruit blijkt maar weer; des te landelijker des te beter het eten!
Terug naar de refugio en ik vraag aan de Zwitserse hoe ze hier Hospitalera is geworden, maar daar doet ze vaag over, er zal wel teveel animo voor zijn!

Er blijken ook 5 Spaanse fietsers gekomen te zijn en dat geeft nog wat problemen!
Om 22:30 uur gaat de deur dicht en moet je binnen zijn.
Het bed in en de teller staat op 917 km!

 

 

p